Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen het domein van de sociale wetenschappen en kan deze duiden vanuit een sociaal-wetenschappelijk multidisciplinair perspectief. | | - DC
| De student heeft kennis en inzicht verworven in de belangrijkste theorieën en concepten van de internationale relaties. | | | - BC
| De student kent de verschillende heorieën van de internationale relaties ((neo-)liberalism, functionalisme, (neo-)realisme, sociaal constructivisme) en de belangrijkste concepten van de internationale relaties (soevereiniteit, globalisering, intergouvernementele organisatie, regionalisering). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in de onderlinge relatie van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen en tussen de vakgebieden van sociologie, bestuurkunde en communicatiewetenschappen, alsook in verhouding tot vakgebieden binnen en buiten de sociale wetenschappen (interdisciplinariteit). | | - DC
| De student is in staat om de oorsprong en evolutie van internationale samenwerking historisch te kaderen. | | | - BC
| De student kent de belangrijkste momenten uit de geschiedenis van internationale relaties en de belangrijkste manifestaties van internationale samenwerking, en kan deze vanuit historisch perspectief verklaren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | | - DC
| De student heeft kennis verworven over de samenstelling en organisatie van de belangrijkste internationale instellingen, en welke rol deze spelen voor internationale relaties. | | | - BC
| De student kent (de verklaringen voor) de samenstelling en interne organisatie van de belangrijkste internationale instellingen (VN, Bretton Woods, WHO, G7/8/20, NAVO) en heeft inzicht verworven in de implicaties hiervan voor het functioneren van deze instellingen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen, onderzoekstradities en theoretische stromingen omtrent ‘grand challenges’, in het bijzonder op vlak van digitalisering, diversiteit en/of democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | - DC
| De student heeft inzicht verworven in de uitdagingen op het vlak van diversiteit en democratie voor internationale samenwerking in het algemeen, en het functioneren van internationale organisaties in het bijzonder. | | | - BC
| De student begrijpt de verschillende aspecten van het concept 'democratisch deficit' van de Europese Unie en kan dit toepassen op de rol, de samenstelling en het functioneren van de belangrijkste internationale organisaties. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | | - DC
| De student is in staat om primaire en secundaire bronnen over internationale samenwerking en internationale organisaties te verzamelen en kritisch te analyseren. | | | - BC
| De student gebruikt relevante primaire en secundaire bronnen van en over internationale organisaties en kan deze op een analytische en kritische manier verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | - DC
| De student is in staat om informatie over internationale relaties en internationale organisaties samen te brengen, te verwerken en hierover te reflecteren in mondelinge en schriftelijke opdrachten. | | | - BC
| De student gebruikt relevante primaire en secundaire bronnen van en over internationale organisaties en kan deze op een analytische en kritische manier verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | - DC
| De student houdt rekening met ethische en deontologische regels binnen het (sociaal)wetenschappelijk onderzoek. | | | - BC
| De student refereert, citeert en parafraseert correct en consistent.; De student pleegt geen plagiaat. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student is in staat om zich correct en duidelijk uit te drukken en de concepten en theorieën die eigen zijn aan de studie van internationale relaties correct toe te passen in samenwerking met anderen. | | | - BC
| De student toont voldoende inzet in de samenwerking met anderen. De student werkt constructief en oplossingsgericht samen met anderen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen is zich bewust van haar/zijn rol als sociale wetenschapper en eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving. | | - DC
| De student is zich bewust van alternatieve regionale samenwerkingsverbanden buiten de Westerse invloedssfeer, en kan een onderscheid maken tussen wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke analyses van internationale samenwerking. | | | - BC
| De student heeft kennis van niet-Westerse varianten van internationale en regionale samenwerking en kan deze kritisch evalueren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student kan op een effectieve manier wetenschappelijke literatuur opzoeken.
- De student heeft rudimentaire kennis over de internationale en Europese politiek.
|
|
|
Het opleidingsonderdeel geeft een overzicht van de geschiedenis en de huidige manifestatie van internationale samenwerking. Hiervoor wordt er uitgebreide aandacht besteed aan de belangrijkste concepten en theorieën van internationale relaties, en wordt er ingegaan op de rol en werking van de belangrijkste internationale organisaties (VN, Bretton-Woods instellingen, WHO, G7/8/20, NAVO). Daarnaast is er ook aandacht voor de toenemende niet-Westerse internationale en regionale samenwerkingsverbanden, en wordt er gereflecteerd over de democratische en praktische uitdagingen en beperkingen van internationale samenwerking in de 21e eeuw.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatievorm tijdens de tweede examenkans bestaat enkel uit een gesloten boekexamen met open vragen. Het resultaat van de evaluatieopdrachten van de onderwijsperiode kan niet worden overgedragen naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Reader Internationale relaties |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De reader en het verdere studiemateriaal worden via Blackboard bekend gemaakt. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|