Grand Challenges: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen II (4872) | | Contactpersoon : | Mevrouw Leen SWINNEN |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
| |
| |
| |
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
| |
|
Grand Challenges: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen I (4740)
|
6.0 stptn |
| |
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in de onderlinge relatie van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen en tussen de vakgebieden van sociologie, bestuurkunde en communicatiewetenschappen, alsook in verhouding tot vakgebieden binnen en buiten de sociale wetenschappen (interdisciplinariteit). | | | - DC
| De student heeft interdisciplinair inzicht vanuit de sociologie en de bestuurskunde op het maatschappelijke vraagstuk migratie. | | | | - BC
| De student heeft een basiskennis van de belangrijkste migratiestromen en kan aangeven welk beleid verschillende bestuursniveaus hieromtrent voeren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | | | - DC
| De student kent en begrijpt hoe welbepaalde maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private (non-profit) organisaties en beleidsnetwerken, zich voordoen in relatie tot migratie. | | | | - BC
| De student kan de rol en bevoegdheden van de verschillende profit-, non-profit- en media-organisaties en instellingen die betrokken zijn bij vraagstukken rond migratie analyseren. | | | | - BC
| De student kan de rol en bevoegdheden van verschillende overheidsinstellingen en de verschillende betrokken bestuursniveaus bij het migratievraagstuk analyseren. | | | - DC
| De student kan het inzicht in welbepaalde maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën toepassen op migratie. | | | | - BC
| De student kan de rol van technologie bij de praktijk van migratie beschrijven en evalueren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen, onderzoekstradities en theoretische stromingen omtrent ‘grand challenges’, in het bijzonder op vlak van digitalisering, diversiteit en/of democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | | - DC
| De student kent en begrijpt het concept 'grand challenges' en gerelateerde begrippen binnen de sociale wetenschappen. | | | | - BC
| De student analyseert de 'grand challenge' migratie, mede op basis van voorbeelden. | | | | - BC
| De student analyseert hoe het begrip 'grand challenges' zich verhoudt tot gerelateerde sociaal-wetenschappelijke begrippen. | | | - DC
| De student heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen omtrent de diversiteitsgerelateerde grand challenge van migratie met nadruk op het lokale niveau rekening houdend met interdependenties met het regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | | | | - BC
| De student analyseert de wetenschappelijke theorievorming omtrent de grand challenge diversiteit en migratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan een valide sociaalwetenschappelijke onderzoeksvraag formuleren, door theorie(ën) toe te passen op een goed afgebakend maatschappelijk vraagstuk, dit te kaderen binnen de bredere maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie. | | | - DC
| De student kan een valide onderzoeksvraag formuleren, door theorie(ën) toe te passen op een goed afgebakend maatschappelijk diversiteitsvraagstuk (met name hedendaagse intra-Europese migratiestromingen) en kan dit kaderen binnen de bredere maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie. | | | | - BC
| De student is in staat om een valide onderzoeksvraag met betrekking tot de bestudeerde casus rond het thema migratie te formuleren, rekening houdend met de criteria voor een goede onderzoeksvraag. | | | | - BC
| De student is in staat om de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van de bestudeerde casus rond het thema migratie toe te lichten in een gestructureerde en heldere probleemstelling. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | | | - DC
| De student kan relevante bronnen en literatuur omtrent een diversiteitsvraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | | | | - BC
| De student is in staat een kritisch conceptueel kader te construeren, gebaseerd op relevante en kwaliteitsvolle bronnen gelinkt aan het migratievraagstuk. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen beschikt over de nodige kwantitatieve, kwalitatieve en digitale methodologische vaardigheden om sociaalwetenschappelijk onderzoek onder begeleiding op te zetten en uit te voeren. | | | - DC
| De student is in staat sociaalwetenschappelijk onderzoek rond diversiteit, en meer specifiek migratie, onder begeleiding op te zetten en uit te voeren. | | | | - BC
| De student is in staat om relevante literatuur te verzamelen, interviews uit te voeren en te coderen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | | - DC
| De student kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek rond diversiteit en, meer specifiek, migratie op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | | | - BC
| De student schrijft een onderbouwd rapport en maakt een poster op basis van zelf gevoerd wetenschappelijk onderzoek in samenspraak met civic actoren. | | | - DC
| De student kan op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze een wetenschappelijk standpunt over migratie construeren en daarover op gepaste wijze mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren. | | | | - BC
| De student stelt een coherent rapport en poster op van het zelfgevoerde wetenschappelijke onderzoek rond een casus met betrekking tot migratie, mede gebaseerd op relevante wetenschappelijk en niet-wetenschappelijke literatuur. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | | - DC
| De student houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | | | - BC
| De student neemt de interviews af en voert het onderzoek met een ethisch verantwoorde en integere wetenschappelijke houding, rekening houdend met de eigen 'civic' rol. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | | - DC
| De student kan de wetenschappelijke literatuur over migratie op een effectieve manier delen met medestudenten en op een vlotte en constructieve wijze tot een resultaat te komen, binnen een multidisciplinair en divers team. | | | | - BC
| De student deelt de geraadpleegde wetenschappelijke literatuur en debatteert hierover met de groepsgenoten om tot een geïntegreerde literatuurstudie te komen in functie van het eindrapport en de poster. | | | - DC
| De student kan het eigen leerproces kritisch evalueren aan de hand van feedback van en dialoog met medestudenten en lesgevers tijdens de casussessies. | | | | - BC
| De student analyseert zijn eigen functioneren binnen de groep en reflecteert over de feedback gegeven door medestudenten en lesgevers met betrekking tot dit functioneren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in en houdt rekening met de veelzijdige beïnvloedende factoren en de belanghebbende partijen (stakeholders), alsook met de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van het realiseren van een opdracht. | | | - DC
| De student kan veelzijdige beïnvloedende factoren en belanghebbende stakeholders benoemen en integreren, in overleg en debat met medestudenten. | | | | - BC
| De student is in staat om de actoren die betrokken zijn in de 'grand challenge' migratie te identificeren en te communiceren over de standpunten van deze actoren. | | | - DC
| De student heeft inzicht in de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van de standpunten van stakeholders aangaande migratie in gerelateerde casussen. | | | | - BC
| De student analyseert de beweegredenen en standpunten van de betrokken en bestudeerde stakeholders. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan sociaalwetenschappelijke onderzoeksmethoden toepassen en resultaten aanwenden om maatschappelijke uitdagingen en concrete beleidsvraagstukken te analyseren en aan te pakken, met focus op digitalisering, diversiteit en/of democratie. | | | - DC
| De student kan sociaalwetenschappelijke onderzoeksmethoden toepassen en resultaten aanwenden om maatschappelijke uitdagingen en concrete (beleids)vraagstukken rond migratie te analyseren en aan te pakken | | | | - BC
| De student voert interviews uit op basis van de principes van kwaliteitsvol kwalitatief onderzoek en codeert en analyseert deze op grondige wijze in het onderzoeksrapport teneinde beleidsrelevante aanbevelingen te formuleren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen is zich bewust van haar/zijn rol als sociale wetenschapper en eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving. | | | - DC
| De student is zich bewust van de eigen rol als sociale wetenschapper en de eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving gekenmerkt door migratie | | | | - BC
| De student kan schriftelijk en mondeling reflecteren over zijn eigen positie als wetenschapper in relatie tot het onderzoek. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen toont betrokkenheid en getuigt van ondernemings- en verantwoordelijkheidszin om haar/zijn kennis en vaardigheden in te zetten in de civiele omgeving, de beleidspraktijk en de beroepsmatige context. | | | - DC
| De student toont betrokkenheid en getuigt van ondernemings- en verantwoordelijkheidszin om de eigen kennis en vaardigheden in te zetten in de civiele omgeving, de beleidspraktijk en de beroepsmatige context. | | | | - BC
| De student stelt een poster op om de onderzoeksbevindingen breed te kunnen communiceren aan relevante en betrokken stakeholders. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Zachte volgtijdelijkheid: "Grand Challenges: Actuele maatschappelijke vraagstukken (4740)" gevolgd hebben in een voorgaande onderwijsperiode.
De student kent de inhoud van het concept 'Grand Challenges' en is in staat alle actoren die betrokken zijn bij een wicked problem in kaart te brengen.
De student heeft kennis van kwalitatieve onderzoeksmethoden en is in staat zelfstandig onderzoeksvragen te formuleren en een literatuurstudie uit te voeren.
|
|
|
|
Het OPO ‘Grand Challenges II: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen’ bouwt verder op het OPO ‘Grand Challenges I: Actuele maatschappelijke vraagstukken’ uit het eerste bachelorjaar. In dit opleidingsonderdeel bouwen de studenten hun kennis en vaardigheden rond de ‘grand challenges’ digitalisering, diversiteit en democratie verder uit. Waar Grand Challenges I voornamelijk focuste op de Grand Challenge digitalisering en desinformatie meer in het bijzonder, zal de focus in dit OPO eerder liggen bij diversiteit en meer specifiek migratie. Vergeleken met ‘Grand Challenges I’ is ‘Grand Challenges II: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen’ meer vanuit een interdisciplinair perspectief opgebouwd dat steunt op sociologie en bestuurskunde en, in beperktere mate, media en communicatie. Naast een diepgaande wetenschappelijke analyse van een complex, reëel migratievraagstuk wordt ook aan de student gevraagd om advies te formuleren voor de beleidsvorming daarrond. In het opeenvolgende OPO Grand Challenges III zal de aandacht uitgaan naar de uitdagingen rond democratie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
|
|
|
|
| Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
| Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Studenten moeten deelnemen aan elke deelevaluatie.
Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
| Gevolg | Studenten die niet deelnemen aan alle deelevaluaties kunnen geen eindcijfer behalen voor het opleidingsonderdeel en krijgen een N. |
|
|
|
| Extra info | Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peerevaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peerevaluatie wordt verder uiteengezet in de studieleidraad/op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het opvolgproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | Studenten die niet slagen tijdens de eerste zittijd, krijgen voor de herkansing een vervangopdracht. |
|
|
|
|
|
| Eerder aangekochte verplichte handboeken |
| |
Naar de bron: Informatie zoeken en gebruiken in de sociale en humane wetenschappen,Dimitri Mortelmans, Pieter Spooren, Olivier Chandesais,Acco,9789463796934 |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|