Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Databases (4290)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.3 De student heeft inzicht in methodologieën om onderhoudbare software te bouwen. | | | - BC
| kan uitleggen welke keuzes gemaakt zijn om de ontwikkelde website gemakkelijk te kunnen onderhouden. | | | - BC
| kan de voor- en nadelen en de beperkingen van de verschillende lagen uit Full Stack van web development uitleggen. | | | - BC
| kan de verschillen uitleggen in de filosofie en de reikwijdte van de verschillende platformen (front-end, back-end, geïntegreerd). | | - DC
| EA-INF 2.1 De student begrijpt waarom het nodig is om gepaste ontwerpprincipes en architecturen te gebruiken bij het ontwerp en de ontwikkeling van software. | | | - BC
| kan de ontwerpkeuzes tijdens de ontwikkeling van de website toelichten en uitleggen welke positieve effecten de keuzes hadden. | | - DC
| INF 2.6 De student heeft inzicht in het belang van aandacht voor niet-technische facetten bij de ontwikkeling en uitrol van software. | | | - BC
| ziet in hoe een creatieve aanpak en een aantrekkelijke user interface een website verbeteren. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| kan een website bouwen en daarvoor essentiële milestones definiëren en deze opvolgen tijdens de uitvoering van het project. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| kan actuele informatie over de gebruikte platformen opzoeken wanneer die veranderd zou zijn t.o.v. de informatie die via het leerplatform verspreid werd, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe versie uitkomt. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| kan op een eerlijke, open en eenduidige manier verwijzen naar de bronnen die eventueel gebruikt werden tijdens de uitwerking van het project en zeker wanneer code werd overgenomen, gedeeltelijk of integraal. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| kan relevante informatie ophalen uit debugging tools zoals de webontwikkelaarshulpmiddelen van de browser, en deze doelgericht interpreteren om problemen op te lossen. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| kan voor de te ontwikkelen website beslissen welke delen in de front- of back-end opgelost moeten worden en een scheiding maken tussen presentatie en logica. | | - DC
| 5.7 De student kan bij de analyse van nieuw te bouwen software aanduiden waar welke herbruikbare en beheersbare softwarecomponenten gebruikt moeten worden. | | | - BC
| kan geschikte frameworks en bibliotheken selecteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | - BC
| ontwerpt de te ontwikkelen website volgens de state of the art met een gepaste verdeling van de verantwoordelijkheden. | | - DC
| 6.8 De student kan een passende user interface ontwerpen. | | | - BC
| houdt op een creatieve manier rekening met de eindgebruiker van de software zowel wat betreft het uitzicht als wat betreft de afhandeling van fouten en onverwachte manieren van gebruik. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | - BC
| bouwt een website volgens de geijkte technieken zoals aangebracht in het opleidingsonderdeel. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| kan een gegeven ontwerp en/of gegeven code in de context van webtechnologie evalueren en waar nodig verbeterpunten formuleren. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| kan genuanceerd en met gebruik van vakterminologie het gemaakte project mondeling toelichten en kritische vragen hierover beantwoorden. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| werkt met behulp van gepaste tools het project op een efficiënte manier uit en levert verzorgde code af. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basisvaardigheden in programmeren zijn vereist.
|
|
|
De Full Stack slaat op het feit dat je voor Web Development verschillende lagen van een stap aan technologieën moet beheersen.
- Enerzijds is er de front-end-technologie die slaat op de informatie die de eindgebruiker te zien krijgt in een browser (Chrome, Firefox, Safari, Opera, Lynx, ...) en de interacties die verwerkt worden door de browser. De technologieën van HTML, CSS en Javascript of Typescript heersen aan deze kant.
- Anderzijds is er back-end-technologie die verwijst naar de berekeningen die aan de serverkant gebeuren. Hier kan zowat eender welke programmeertaal gebruikt worden.
- Onderliggend bij zowel de front-end- als bij de back-end-technologie worden databases gebruikt om informatie op te slaan. In dit opleidignsonderdeel gebruiken we hiervoor de vaardigheden die diepgaand aangebracht worden in het opleidingsonderdeel Databases, waarmee om die reden minstens een gelijktijdige volgtijdelijkheid is.
In dit opleidingsonderdeel behandelen we zowel de front-end- en back-end-technologie apart (respectievelijk HTML+CSS+Javascript en Laravel (PHP) als voorbeeld van een server-side framework) als een geïntegreerde aanpak zoals toegepast in moderne frameworks zoals Svelte, Next en Nuxt.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
|
|
Andere: | Project met individuele toelichting en motivatie van ontwerp- en implementatiekeuzes |
|
|
|
|
|
|
Extra info | Het project en de mondelinge verdediging tellen meer voor 75% van de punten. Daarnaast is er nog een schriftelijk examen zonder mondelinge toelichting voor 25% van de punten met een open-boek en een gesloten-boek-gedeelte. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Alle studiemateriaal wordt via het elektronisch leerplatform verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum en belang binnen het werkveld
Web development is van groot belang binnen de informaticawereld, niet alleen omdat elke zichzelf respecterende organisatie een degelijke website heeft, maar ook omdat het front-end-gedeelte van de webtechnologie (HTML, CSS en Javascript) binnen heel wat andere technologieën of frameworks wordt gebruikt om informatie te visualiseren. Het back-end-gedeelte is dan weer heel relevant als manier om informatie te delen met andere gebruikers of informatiesystemen via het concept van webservices, meestal via REST. Binnen de opleiding informatica gaan we hier verder op in binnen het opleidingsonderdeel Cloud Computing & Toepassingen, maar het idee van webservices via REST wordt ook in andere opleidingsonderdelen gebruikt, zowel bij EA-ICT als bij INF. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.3 De student heeft inzicht in methodologieën om onderhoudbare software te bouwen. | | | - BC
| kan uitleggen welke keuzes gemaakt zijn om de ontwikkelde website gemakkelijk te kunnen onderhouden. | | - DC
| EA-INF 2.1 De student begrijpt waarom het nodig is om gepaste ontwerpprincipes en architecturen te gebruiken bij het ontwerp en de ontwikkeling van software. | | | - BC
| kan de ontwerpkeuzes tijdens de ontwikkeling van de website toelichten en uitleggen welke positieve effecten de keuzes hadden. | | - DC
| INF 2.6 De student heeft inzicht in het belang van aandacht voor niet-technische facetten bij de ontwikkeling en uitrol van software. | | | - BC
| ziet in hoe een creatieve aanpak en een aantrekkelijke user interface een website verbeteren. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| kan een website bouwen en daarvoor essentiële milestones definiëren en deze opvolgen tijdens de uitvoering van het project. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| kan actuele informatie over de gebruikte platformen opzoeken wanneer die veranderd zou zijn t.o.v. de informatie die via het leerplatform verspreid werd, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe versie uitkomt. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| kan op een eerlijke, open en eenduidige manier verwijzen naar de bronnen die eventueel gebruikt werden tijdens de uitwerking van het project en zeker wanneer code werd overgenomen, gedeeltelijk of integraal. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| kan relevante informatie ophalen uit debugging tools zoals de webontwikkelaarshulpmiddelen van de browser, en deze doelgericht interpreteren om problemen op te lossen. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| kan voor de te ontwikkelen website beslissen welke delen in de front- of back-end opgelost moeten worden en een scheiding maken tussen presentatie en logica. | | - DC
| 5.7 De student kan bij de analyse van nieuw te bouwen software aanduiden waar welke herbruikbare en beheersbare softwarecomponenten gebruikt moeten worden. | | | - BC
| kan geschikte frameworks en bibliotheken selecteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | - BC
| ontwerpt de te ontwikkelen website volgens de state of the art met een gepaste verdeling van de verantwoordelijkheden. | | - DC
| 6.8 De student kan een passende user interface ontwerpen. | | | - BC
| houdt op een creatieve manier rekening met de eindgebruiker van de software zowel wat betreft het uitzicht als wat betreft de afhandeling van fouten en onverwachte manieren van gebruik. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | - BC
| bouwt een website volgens de geijkte technieken zoals aangebracht in het opleidingsonderdeel. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| kan een gegeven ontwerp en/of gegeven code in de context van webtechnologie evalueren en waar nodig verbeterpunten formuleren. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| kan genuanceerd en met gebruik van vakterminologie het gemaakte project mondeling toelichten en kritische vragen hierover beantwoorden. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| werkt met behulp van gepaste tools het project op een efficiënte manier uit en levert verzorgde code af. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basisvaardigheden in programmeren en interesse in een brede waaier aan (web)technologieën zijn vereist.
|
|
|
De Full Stack slaat op het feit dat je voor Web Development verschillende lagen van een stap aan technologieën moet beheersen.
- Enerzijds is er de front-end-technologie die slaat op de informatie die de eindgebruiker te zien krijgt in een browser (Chrome, Firefox, Safari, Opera, Lynx, ...) en de interacties die verwerkt worden door de browser. De technologieën van HTML, CSS en Javascript of Typescript heersen aan deze kant.
- Anderzijds is er back-end-technologie die verwijst naar de berekeningen die aan de serverkant gebeuren. Hier kan zowat eender welke programmeertaal gebruikt worden.
- Onderliggend bij zowel de front-end- als bij de back-end-technologie worden databases gebruikt om informatie op te slaan. In dit opleidignsonderdeel gebruiken we hiervoor de vaardigheden die diepgaand aangebracht worden in het opleidingsonderdeel Databases, waarmee om die reden minstens een gelijktijdige volgtijdelijkheid is.
In dit opleidingsonderdeel behandelen we eerst de front-end-technologie van HTML+CSS+Javascript en daarna de geïntegreerde aanpak van frameworks zoals Svelte, Next en Nuxt.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
Andere: | Project met individuele toelichting en motivatie van ontwerp- en implementatiekeuzes |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Alle studiemateriaal wordt via het elektronisch leerplatform verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum en belang binnen het werkveld
Web development is van groot belang binnen de informaticawereld, niet alleen omdat elke zichzelf respecterende organisatie een degelijke website heeft, maar ook omdat het front-end-gedeelte van de webtechnologie (HTML, CSS en Javascript) binnen heel wat andere technologieën of frameworks wordt gebruikt om informatie te visualiseren. Het back-end-gedeelte is dan weer heel relevant als manier om informatie te delen met andere gebruikers of informatiesystemen via het concept van webservices, meestal via REST. Binnen de opleiding informatica gaan we hier verder op in binnen het opleidingsonderdeel Cloud Computing & Toepassingen, maar het idee van webservices via REST wordt ook in andere opleidingsonderdelen gebruikt, zowel bij EA-ICT als bij INF. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| kan genuanceerd en met gebruik van vakterminologie het gemaakte project mondeling toelichten en kritische vragen hierover beantwoorden. | | - DC
| DC-M12 geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| werkt met behulp van gepaste tools het project op een efficiënte manier uit en levert verzorgde code af. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van software en analoge en digitale systemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| kan uitleggen welke keuzes gemaakt zijn om de ontwikkelde website gemakkelijk te kunnen onderhouden. | | | - BC
| kan de ontwerpkeuzes tijdens de ontwikkeling van de website toelichten en uitleggen welke positieve effecten de keuzes hadden. | | | - BC
| heeft inzicht in het belang van aandacht voor niet-technische facetten bij de ontwikkeling en uitrol van software en ziet in hoe een creatieve aanpak en een aantrekkelijke user interface een website verbeteren. | | - DC
| DC-M3- kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| kan een website bouwen en daarvoor essentiële milestones definiëren en deze opvolgen tijdens de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| kan actuele informatie over de gebruikte platformen opzoeken wanneer die veranderd zou zijn t.o.v. de informatie die via het leerplatform verspreid werd, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe versie uitkomt. | | | - BC
| kan op een eerlijke, open en eenduidige manier verwijzen naar de bronnen die eventueel gebruikt werden tijdens de uitwerking van het project en zeker wanneer code werd overgenomen, gedeeltelijk of integraal. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan relevante informatie ophalen uit debugging tools zoals de webontwikkelaarshulpmiddelen van de browser, en deze doelgericht interpreteren om problemen op te lossen. | | | - BC
| kan voor de te ontwikkelen website beslissen welke delen in de front- of back-end opgelost moeten worden en een scheiding maken tussen presentatie en logica. | | | - BC
| kan geschikte frameworks en bibliotheken selecteren. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| ontwerpt de te ontwikkelen website volgens de state of the art met een gepaste verdeling van de verantwoordelijkheden. | | | - BC
| houdt op een creatieve manier rekening met de eindgebruiker van de software zowel wat betreft het uitzicht als wat betreft de afhandeling van fouten en onverwachte manieren van gebruik. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie en bouwt een website volgens de geijkte technieken zoals aangebracht in het opleidingsonderdeel. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan een gegeven ontwerp en/of gegeven code in de context van webtechnologie evalueren en waar nodig verbeterpunten formuleren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basisvaardigheden in programmeren en interesse in een brede waaier aan (web)technologieën zijn vereist.
|
|
|
De Full Stack slaat op het feit dat je voor Web Development verschillende lagen van een stap aan technologieën moet beheersen.
- Enerzijds is er de front-end-technologie die slaat op de informatie die de eindgebruiker te zien krijgt in een browser (Chrome, Firefox, Safari, Opera, Lynx, ...) en de interacties die verwerkt worden door de browser. De technologieën van HTML, CSS en Javascript of Typescript heersen aan deze kant.
- Anderzijds is er back-end-technologie die verwijst naar de berekeningen die aan de serverkant gebeuren. Hier kan zowat eender welke programmeertaal gebruikt worden.
- Onderliggend bij zowel de front-end- als bij de back-end-technologie worden databases gebruikt om informatie op te slaan. In dit opleidignsonderdeel gebruiken we hiervoor de vaardigheden die diepgaand aangebracht worden in het opleidingsonderdeel Databases, waarmee om die reden minstens een gelijktijdige volgtijdelijkheid is.
In dit opleidingsonderdeel behandelen we eerst de front-end-technologie van HTML+CSS+Javascript en daarna de geïntegreerde aanpak van frameworks zoals Svelte, Next en Nuxt.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
Andere: | Project met individuele toelichting en motivatie van ontwerp- en implementatiekeuzes |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Alle studiemateriaal wordt via het elektronisch leerplatform verspreid. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum en belang binnen het werkveld
Web development is van groot belang binnen de informaticawereld, niet alleen omdat elke zichzelf respecterende organisatie een degelijke website heeft, maar ook omdat het front-end-gedeelte van de webtechnologie (HTML, CSS en Javascript) binnen heel wat andere technologieën of frameworks wordt gebruikt om informatie te visualiseren. Het back-end-gedeelte is dan weer heel relevant als manier om informatie te delen met andere gebruikers of informatiesystemen via het concept van webservices, meestal via REST. Binnen de opleiding informatica gaan we hier verder op in binnen het opleidingsonderdeel Cloud Computing & Toepassingen, maar het idee van webservices via REST wordt ook in andere opleidingsonderdelen gebruikt, zowel bij EA-ICT als bij INF. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|