Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Verkeerskunde 1 (1255)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor jaar in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| DC1: De student is in staat om (in groep) de vereiste opdrachten te organiseren en uit te voeren binnen de voorziene tijdsperiode. De docent biedt richtlijnen en kaders die de student hierbij helpen. | | - DC
| DC3: De student plant zelfstandig zijn/haar werk en bewaakt deze planning. De student houdt hierbij een heldere planning aan en gaat passend met de beschikbare tijd om. | - EC
| EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe. | | - DC
| DC1: De student kan op een zelfstandige wijze (anderstalige) vakliteratuur opzoeken, beoordelen en samenvatten i.f.v. de kennis die nodig is. | | - DC
| DC2: De student kan informatie m.b.t. het eigen vakgebied kritisch beoordelen en synthetiseren. | | - DC
| DC3: De student kan een document verwerken, kritisch evalueren en in verband brengen met zowel de gedoceerde cursus als beleidsrelevante toepassingen. | | - DC
| DC6: De student kan de belangrijkste theoretische denkkaders toepassen in de praktijk. | - EC
| EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines. | | - DC
| DC3: De student heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. | | - DC
| DC1: De student reflecteert over de maatschappelijke relevantie van mobiliteitsgerelateerde onderwerpen. | | - DC
| DC2: De student kan naast de maatschappij ook de andere stakeholders (belanghebbenden) en hun specifieke belangen identificeren. | | - DC
| DC3: De student kan beredeneren en beschrijven welke invloed stakeholders mogelijk zullen ervaren van een advies en kan hierover een standpunt innemen en dit beargumenteren. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | | - DC
| DC1: De student kan relevante beleidskaders identificeren | | - DC
| DC2: De student onderzoekt welke onderdelen van een (inter)nationaal beleidskader op een bepaalde regio toepasbaar zijn. | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen. | | - DC
| DC1: De student is in staat om op een professionele manier schriftelijk te communiceren. | | - DC
| DC2: De student is in staat om op een professionele manier mondeling te communiceren. | - EC
| EC8: De afgestudeerde handelt en reflecteert op een ethische en duurzame manier. | | - DC
| DC3: De student gaat na wat de impact is op zichzelf, de mens en de maatschappij |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student is vertrouwd met het drie-marktenmodel en kan uitleggen welke effecten dit model heeft op de verkeersveiligheid;
- De student is vertrouwd met de concepten objectieve en subjectieve verkeers(on)veiligheid en kan het verschil tussen beide concepten duiden;
- De student is vertrouwd met de drie dimensies van risico (blootstelling, risico en letselernst) en kan uitleggen hoe deze dimensies voor verschillende weggebruikers (fietser, voetganger, OV, auto) de ongevalskans beïnvloedt;
- De student is vertrouwd met risicofactoren en weet dat ongevallen veroorzaakt worden door een wisselwerking tussen drie grote categorieën van risicofactoren (mens, voertuig en omgeving);
- De student kent de Haddon-matrix en kan voor de per hoofdcategorie (mens, voertuig en omgeving) voorbeelden geven van maatregelen die voor, tijdens en na een ongeval kunnen worden genomen.
|
|
|
In het opleidingsonderdeel Verkeersveiligheid ligt de nadruk op twee hoofdpunten: enerzijds de factoren en processen die bijdragen aan het ontstaan van verkeersongevallen en de ernst van de resulterende letsels, en anderzijds de maatregelen die kunnen worden genomen om verkeersongevallen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Deze onderwerpen worden benaderd vanuit de 6 pijlers van de Safe System Approach: Veilige Wegen, Veilige Snelheden, Veilige Voertuigen, Veilige Weggebruikers, Post crash care (hulp na een ongeval) en Verkeersveiligheidsmanagement. Aan de hand va deze 6 pijlers verkrijgt de student een geïntegreerd en systeemgebaseerd inzicht in verkeersveiligheid.
Tijdens de lessen worden zowel relevante theoretische (beleids-)kaders als de praktische toepassing hiervan besproken. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere objectieve en subjectieve verkeersveiligheid, de invloed van risicofactoren (o.a. snelheid, rijden onder invloed), beveiligingsmiddelen, leeftijd en rijervaring. Daarnaast worden de veiligheidsaspecten van verschillende modi behandeld, zoals voetgangers, fietsers, auto's, bromfietsers, motorrijders, bussen, vrachtwagens, elektrische vervoerswijzen en autonome voertuigen.
Beleidsmaatregelen op het gebied van wetgeving en handhaving, infrastructuur, voertuigtechnologie, educatie en sensibilisatie worden besproken en toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20 op de opdracht (evaluatie tijdens onderwijsperiode) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20 op de mondelinge evaluatie (evaluatie tijdens onderwijsperiode) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien min 10/20 op het schriftelijk gesloten-boek examen (evaluatie tijdens examenperiode) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk gesloten boek examen mogen de studenten enkel schrijfgerief gebruiken. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1) Het tijdig inleveren van de opdracht(en) (evaluatie tijdens onderwijsperiode) is verplicht. De student dient deel te nemen aan de mondelinge evaluatie tijdens de onderwijsperiode. 2) Het tijdig inleveren van de voorbereidingen/huiswerktaken voor de werkzittingen die niet meetellen in de eindbeoordeling is ook verplicht. |
|
|
|
Gevolg | 1) Indien de opdracht(en) (evaluatie tijdens onderwijsperiode) niet of na de deadline ingeleverd is/zijn en/of de student niet heeft deelgenomen aan de mondelinge evaluatie tijdens de onderwijsperiode kan dit leiden tot een N als eindresultaat op het opleidingsonderdeel. 2) Studenten die voorbereidingen/huiswerktaken die niet meetellen in de eindbeoordeling niet of na de deadline inleveren, kunnen worden uitgesloten van deelname aan bepaalde werkzittingen of colleges. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien de student 2e zit heeft, dient de student navraag te doen bij de docent welk(e) onderde(e)l(en) hernomen moeten worden tijdens 2e zit. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het volledige studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Blackboard. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in het schakelprogramma (3 SP) nemen uitsluitend deel aan de hoorcolleges en het schriftelijk examen. |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | - EC
| EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe. | - EC
| EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen. | - EC
| EC8: De afgestudeerde handelt en reflecteert op een ethische en duurzame manier. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student is vertrouwd met het drie-marktenmodel en kan uitleggen welke effecten dit model heeft op de verkeersveiligheid;
- De student is vertrouwd met de concepten objectieve en subjectieve verkeers(on)veiligheid en kan het verschil tussen beide concepten duiden;
- De student is vertrouwd met de drie dimensies van risico (blootstelling, risico en letselernst) en kan uitleggen hoe deze dimensies voor verschillende weggebruikers (fietser, voetganger, OV, auto) de ongevalskans beïnvloedt;
- De student is vertrouwd met risicofactoren en weet dat ongevallen veroorzaakt worden door een wisselwerking tussen drie grote categorieën van risicofactoren (mens, voertuig en omgeving);
- De student kent de Haddon-matrix en kan voor de per hoofdcategorie (mens, voertuig en omgeving) voorbeelden geven van maatregelen die voor, tijdens en na een ongeval kunnen worden genomen.
|
|
|
In het opleidingsonderdeel Verkeersveiligheid ligt de nadruk op twee hoofdpunten: enerzijds de factoren en processen die bijdragen aan het ontstaan van verkeersongevallen en de ernst van de resulterende letsels, en anderzijds de maatregelen die kunnen worden genomen om verkeersongevallen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Deze onderwerpen worden benaderd vanuit de 6 pijlers van de Safe System Approach: Veilige Wegen, Veilige Snelheden, Veilige Voertuigen, Veilige Weggebruikers, Post crash care (hulp na een ongeval) en Verkeersveiligheidsmanagement. Aan de hand va deze 6 pijlers verkrijgt de student een geïntegreerd en systeemgebaseerd inzicht in verkeersveiligheid.
Tijdens de lessen worden zowel relevante theoretische (beleids-)kaders als de praktische toepassing hiervan besproken. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere objectieve en subjectieve verkeersveiligheid, de invloed van risicofactoren (o.a. snelheid, rijden onder invloed), beveiligingsmiddelen, leeftijd en rijervaring. Daarnaast worden de veiligheidsaspecten van verschillende modi behandeld, zoals voetgangers, fietsers, auto's, bromfietsers, motorrijders, bussen, vrachtwagens, elektrische vervoerswijzen en autonome voertuigen.
Beleidsmaatregelen op het gebied van wetgeving en handhaving, infrastructuur, voertuigtechnologie, educatie en sensibilisatie worden besproken en toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk gesloten boek examen mogen de studenten enkel schrijfgerief gebruiken. |
|
|
|
Extra info | Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in het schakelprogramma (3 SP) nemen uitsluitend deel aan de hoorcolleges en het schriftelijk examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | In de tweede zittijd wordt het gesloten boek examen (100%) opnieuw afgelegd in geval van een onvoldoende op dit opleidingsonderdeel in eerste zittijd. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het volledige studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld via Blackboard. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in het schakelprogramma (3 SP) nemen uitsluitend deel aan de hoorcolleges en het schriftelijk examen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|