We starten met een toelichting van de grote, fundamentele economische vraagstukken die op het moment van het lesgeven actueel zijn. Enkele voorbeelden:

• Waarom is de productiviteit de afgelopen jaren/decennia zo laag?
• Wat is de impact van de hoge (overheids)schulden?
• Hoe moeten we omgaan met de dominante positie van Big Tech?

Dit gebruiken we vervolgens als kapstok om de ideeën van de voornaamste economen uit onze economische geschiedenis toe te lichten: Adam Smith, David Ricardo, J.S. Mill, Alfred Marshall, Joseph Schumpeter, Irving Fisher, J.M Keynes en Milton Friedman.

Belangrijk hierbij te vermelden is dat we ons niet louter focussen op economische ideeën die beleidsrelevantie hebben vanuit een macro-economisch perspectief, maar eveneens op concepten die praktische relevantie hebben voor studenten in een bedrijfscontext, i.e. vanuit micro-economisch perspectief. Anders gesteld, we wensen de studenten eveneens denkkaders aan te reiken die zij kunnen hanteren wanneer ze later op de werkvloer terechtkomen. Denk hier bijvoorbeeld aan het werk van John von Neumann (game theory en competition), William Baumol (barriers to entry), Ronald Coase (transaction costs) en George Akerlof (assymetric information).

We starten met een toelichting van de grote, fundamentele economische vraagstukken die op het moment van het lesgeven actueel zijn. Enkele voorbeelden:

• Waarom is de productiviteit de afgelopen jaren/decennia zo laag?
• Wat is de impact van de hoge (overheids)schulden?
• Hoe moeten we omgaan met de dominante positie van Big Tech?

Dit gebruiken we vervolgens als kapstok om de ideeën van de voornaamste economen uit onze economische geschiedenis toe te lichten: Adam Smith, David Ricardo, J.S. Mill, Alfred Marshall, Joseph Schumpeter, Irving Fisher, J.M Keynes en Milton Friedman.

Belangrijk hierbij te vermelden is dat we ons niet louter focussen op economische ideeën die beleidsrelevantie hebben vanuit een macro-economisch perspectief, maar eveneens op concepten die praktische relevantie hebben voor studenten in een bedrijfscontext, i.e. vanuit micro-economisch perspectief. Anders gesteld, we wensen de studenten eveneens denkkaders aan te reiken die zij kunnen hanteren wanneer ze later op de werkvloer terechtkomen. Denk hier bijvoorbeeld aan het werk van John von Neumann (game theory en competition), William Baumol (barriers to entry), Ronald Coase (transaction costs) en George Akerlof (assymetric information).

We starten met een toelichting van de grote, fundamentele economische vraagstukken die op het moment van het lesgeven actueel zijn. Enkele voorbeelden:

• Waarom is de productiviteit de afgelopen jaren/decennia zo laag?
• Wat is de impact van de hoge (overheids)schulden?
• Hoe moeten we omgaan met de dominante positie van Big Tech?

Dit gebruiken we vervolgens als kapstok om de ideeën van de voornaamste economen uit onze economische geschiedenis toe te lichten: Adam Smith, David Ricardo, J.S. Mill, Alfred Marshall, Joseph Schumpeter, Irving Fisher, J.M Keynes en Milton Friedman.

Belangrijk hierbij te vermelden is dat we ons niet louter focussen op economische ideeën die beleidsrelevantie hebben vanuit een macro-economisch perspectief, maar eveneens op concepten die praktische relevantie hebben voor studenten in een bedrijfscontext, i.e. vanuit micro-economisch perspectief. Anders gesteld, we wensen de studenten eveneens denkkaders aan te reiken die zij kunnen hanteren wanneer ze later op de werkvloer terechtkomen. Denk hier bijvoorbeeld aan het werk van John von Neumann (game theory en competition), William Baumol (barriers to entry), Ronald Coase (transaction costs) en George Akerlof (assymetric information).

We starten met een toelichting van de grote, fundamentele economische vraagstukken die op het moment van het lesgeven actueel zijn. Enkele voorbeelden:

• Waarom is de productiviteit de afgelopen jaren/decennia zo laag?
• Wat is de impact van de hoge (overheids)schulden?
• Hoe moeten we omgaan met de dominante positie van Big Tech?

Dit gebruiken we vervolgens als kapstok om de ideeën van de voornaamste economen uit onze economische geschiedenis toe te lichten: Adam Smith, David Ricardo, J.S. Mill, Alfred Marshall, Joseph Schumpeter, Irving Fisher, J.M Keynes en Milton Friedman.

Belangrijk hierbij te vermelden is dat we ons niet louter focussen op economische ideeën die beleidsrelevantie hebben vanuit een macro-economisch perspectief, maar eveneens op concepten die praktische relevantie hebben voor studenten in een bedrijfscontext, i.e. vanuit micro-economisch perspectief. Anders gesteld, we wensen de studenten eveneens denkkaders aan te reiken die zij kunnen hanteren wanneer ze later op de werkvloer terechtkomen. Denk hier bijvoorbeeld aan het werk van John von Neumann (game theory en competition), William Baumol (barriers to entry), Ronald Coase (transaction costs) en George Akerlof (assymetric information).