Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Beginselen van het recht (1874)
|
8.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent de bronnen van Belgisch en Europees recht, de belangrijkste instellingen en hun onderlinge verhouding.
|
|
|
Beginselen en regels van het algemene deel van materieel strafrecht (misdrijf, strafuitsluiting, bestraffing...).
Kernbegrippen en de structuur van het Belgische strafprocesrecht (instelling strafvordering en rol van het openbaar ministerie, positie van het slachtoffer, beginselen van uitoefening en verval van de strafvordering, typologieën van het strafrechtelijk onderzoek; bevoegdheid en organisatie van de vonnisgerechten...).
Straftoemeting, rechtsmiddelen en afhandeling buiten proces.
Basisbegrippen van het Europees en internationaal strafrecht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
|
Andere: | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord |
|
|
|
|
|
Extra info | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Tweede examenkans is qua modaliteiten in beginsel gelijk aan de eerste kans.
Daarvan kan worden afgeweken indien voor het examen slechts enkele deelnemers ingeschreven zijn. In dat geval wordt een volledig mondeling examen georganiseerd. Mogelijke vraagvorm(en) bij zulk mondeling examen zijn: open vragen, korte casus of meerkeuzevragen mondeling toe te lichten. In geval wordt overgeschakeld naar een mondeling examen, wordt dit aan de studenten meegedeeld bij de bekendmaking van het examenrooster van de tweede examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors,VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F.,2024,Intersentia uitgevers,16de editie |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie. |
|
|
|
|
|
| master in de rechten (equivalentieprogramma) | Verplicht | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent de bronnen van Belgisch en Europees recht, de belangrijkste instellingen en hun onderlinge verhouding.
|
|
|
Beginselen en regels van het algemene deel van materieel strafrecht (misdrijf, strafuitsluiting, bestraffing...).
Kernbegrippen en de structuur van het Belgische strafprocesrecht (instelling strafvordering en rol van het openbaar ministerie, positie van het slachtoffer, beginselen van uitoefening en verval van de strafvordering, typologieën van het strafrechtelijk onderzoek; bevoegdheid en organisatie van de vonnisgerechten...).
Straftoemeting, rechtsmiddelen en afhandeling buiten proces.
Basisbegrippen van het Europees en internationaal strafrecht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
|
Andere: | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord |
|
|
|
|
|
Extra info | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Tweede examenkans is qua modaliteiten in beginsel gelijk aan de eerste kans.
Daarvan kan worden afgeweken indien voor het examen slechts enkele deelnemers ingeschreven zijn. In dat geval wordt een volledig mondeling examen georganiseerd. Mogelijke vraagvorm(en) bij zulk mondeling examen zijn: open vragen, korte casus of meerkeuzevragen mondeling toe te lichten. In geval wordt overgeschakeld naar een mondeling examen, wordt dit aan de studenten meegedeeld bij de bekendmaking van het examenrooster van de tweede examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors,VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F.,2024,Intersentia uitgevers,16de editie |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie. |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master in de rechten | Verplicht | 270 | 10,0 | 270 | 10,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student kent de bronnen van Belgisch en Europees recht, de belangrijkste instellingen en hun onderlinge verhouding.
|
|
|
Beginselen en regels van het algemene deel van materieel strafrecht (misdrijf, strafuitsluiting, bestraffing...).
Kernbegrippen en de structuur van het Belgische strafprocesrecht (instelling strafvordering en rol van het openbaar ministerie, positie van het slachtoffer, beginselen van uitoefening en verval van de strafvordering, typologieën van het strafrechtelijk onderzoek; bevoegdheid en organisatie van de vonnisgerechten...).
Straftoemeting, rechtsmiddelen en afhandeling buiten proces.
Basisbegrippen van het Europees en internationaal strafrecht.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
|
|
Andere: | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord |
|
|
|
|
|
Extra info | Meerkeuzevragen met giscorrectie van 0,25 bij fout antwoord.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Tweede examenkans is qua modaliteiten in beginsel gelijk aan de eerste kans.
Daarvan kan worden afgeweken indien voor het examen slechts enkele deelnemers ingeschreven zijn. In dat geval wordt een volledig mondeling examen georganiseerd. Mogelijke vraagvorm(en) bij zulk mondeling examen zijn: open vragen, korte casus of meerkeuzevragen mondeling toe te lichten. In geval wordt overgeschakeld naar een mondeling examen, wordt dit aan de studenten meegedeeld bij de bekendmaking van het examenrooster van de tweede examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors,VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F.,2024,Intersentia uitgevers,16de editie |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
VRG Codex, Wolters Kluwer, recentste editie. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|