Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Beginselen van het recht (1874)
|
8.0 stptn |
|
|
Verbintenissenrecht (1875)
|
10.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de rechten | Verplicht | 324 | 12,0 | 324 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal-maatschappelijke aspecten in een juridische context. Hij kan deze aspecten laten meewegen bij het richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling en dit al dan niet in teamverband (formeel of informeel). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan op zelfstandige en heldere wijze mondeling en schriftelijk adequaat communiceren over juridische informatie, ideeën, argumenten, problemen en oplossingen. De student maakt hierbij desgevallend gebruik van de meest adequate gespreks- of presentatietechnieken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat zijn eigen aanpak en leerprocessen (in toenemende mate zelfstandig en zelfgestuurd) te plannen en te evalueren en hij doet dit vanuit een ingesteldheid tot levenslang leren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en juridische standpunten naar waarde te schatten, in vraag te stellen en hierover te reflecteren. Hij kan een argumentatie opbouwen en verdedigen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan een eenvoudig juridisch probleem onderkennen, benaderen vanuit het betrokken rechtsgebied en de bijhorende elementen en relevante rechtsregels detecteren. Hij kan een aan bachelorniveau aangepaste casus oplossen door het toepassen van oplossingsstrategieën onder andere vanuit een rechtsvergelijkende benadering. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de Nederlandse, Franse en Engelse (rechts)taal adequaat gebruiken in een juridische context. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan in toenemende mate van zelfstandigheid omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende algemeen-wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgeving, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten en bronnenmateriaal verzamelen, selecteren, analyseren en kritisch verwerken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft juridische (basis)kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de belangrijkste rechtsgebieden behorende tot het nationale, internationale en supranationale recht gekoppeld aan de recente ontwikkelingen en aan het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied en met aandacht voor de maatschappelijke realiteit. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: kan een nationaal rechtsgebied benaderen vanuit een Europees, internationaal en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de rechten heeft volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student heeft een begin gemaakt met Probleem Gestuurd Onderwijs, of Opdracht Gestuurd Onderwijs. De student heeft de vaardigheid om juridische teksten, zowel in het Nederlands als in het Frans, te lezen, te begrijpen en daar vragen bij te stellen. De student is in staat om en bereid tot het voeren van een gesprek met mede-studenten en de docent over de thema's van het opleidingsonderdeel. 2. De student kent en begrijpt de elementaire basisstructuur van de Belgische federale staat, en van de Europese Unie. Hij is vertrouwd met de aard van de rechtsnormen, en de juridische draagwijdte daarvan, die worden uitgevaardigd door de Belgische en de Europese wetgever. 3. De student kan vonnissen en arresten, uitgesproken in het Nederlands, het Frans of het Engels door Belgische of Europese rechtsolleges, begrijpen en op correcte wijze ontleden in: (1) de belangrijkste feitelijke elementen; (2) de relevante rechtsvragen; (3) de toepasselijke rechtsregels; (4) de argumenten van de verschillende partijen; en (5) de juridische beoordeling door het rechtscollege. De student is in staat om deze onderdelen met eigen woorden in het Nederlands samen te vatten. 4. De student kent en begrijpt de juridische basisbegrippen van het algemeen verbintenissenrecht en van het Europees recht. Hij is in staat juridische vraagstukken uit het algemeen verbintenissenrecht en het Europees recht correct te analyseren en toe te lichten, om ze vervolgens toe te passen op rechtsvragen in een arbeids- of socialezekerheidsrechtelijke casus. Voorkennis van het algemeen verbintenissenrecht en van het Europees recht is met andere woorden noodzakelijk om de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel te kunnen bereiken
|
|
|
Het blok Arbeids- en sociale zekerheidsrecht beoogt het verwerven van basiskennis in de materie die de student in staat moet stellen eenvoudige problemen onmiddellijk op te lossen. Verder beoogt het blok de student vertrouwd te maken met de bronnen van het arbeids- en socialezekerheidsrecht en de algemene beginselen, zodat de student ook complexere problemen in de materie kan oplossen, na terugvinden en studie van relevante wetgeving, rechtspraak en rechtsleer. Het vak is ingedeeld in twee onderdelen, te weten een nationaal luik en een Europees/internationaal luik, die beiden weer zijn opgedeeld in arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.
In het deel arbeidsrecht worden onder meer volgende onderwerpen besproken: begrip en toepassingsgebied van het arbeidsrecht, de bronnen van het arbeidsrecht, de arbeidsovereenkomst (aard en soorten, het sluiten van een arbeidsovereenkomst, geldigheidsvereisten, bijzondere bedingen), rechten en plichten van partijen bij de arbeidsovereenkomst, arbeidsreglementering, welzijn op het werk, discriminatie en gelijke behandeling, vrij verkeer van werknemers, schorsing van de arbeidsovereenkomst (vakantie, overmacht, thematische verloven), beëindiging van de arbeidsovereenkomst, herstructurering. Tenslotte wordt er ook aandacht besteed aan de overlegstructuren (vrijheid van vereniging, collectieve arbeidsconflicten, werknemersinspraak).
In het deel sociale zekerheidsrecht worden onder meer volgende thema's behandeld: het begrip sociale zekerheid, de bronnen van het sociale zekerheidsrecht, de administratie en de financiering van de sociale zekerheid, de sociale risico's (ouderdom, overlijden, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, gezinslasten, gezondheidszorg, zorg, behoeftigheid) en de sociale prestaties.
Tenslotte wordt er ook aandacht besteed aan de rechtsbescherming (arbeidsrechtbanken en -hoven, sociale inspectie).
In beide delen (arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht) wordt, afgezien van het Belgische bronnenmateriaal, ook ruime aandacht besteed aan de relevante Europese regelgeving en internationale verdragen. In dit kader worden zowel de Europese regelingen op zich als de implementatie ervan naar Belgisch recht onderzocht. Er is ook telkens ruimte voor een kritische beoordeling en oog voor maatschappelijke evoluties en het juridisch antwoord daarop.
- Begrip en toepassingsgebied van het arbeidsrecht
- Bronnen van het arbeidsrecht
- Arbeidsovereenkomst (aard en soorten; het sluiten ervan; geldigheidsvereisten; bijzondere bedingen; discriminatie en gelijke behandeling; schorsing; beëindiging van de arbeidsovereenkomst)
- Vrij verkeer van werknemers
- Herstructureringen
- Arbeidsreglementering
- Rechten en plichten van werkgever en werknemer
- Welzijn op het werk
- Overlegstructuren (vrijheid van vereniging; collectieve arbeidsconflicten; staking; lock-out; werknemersinspraak; vakbondsafvaardiging; ondernemingsraad; sociale verkiezingen)
- Begrip sociale zekerheid
- Bronnen van het sociale zekerheidsrecht
- Administratie van de sociale zekerheid
- Financiering van de sociale zekerheid
- Sociale risico's (ouderdom; overlijden; arbeidsongeschiktheid; werkloosheid; gezinslasten; gezondheidszorg; zorg; behoeftigheid)
- Sociale prestaties
- Rechtsbescherming
- Arbeidsinspectie
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 12,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Een niet-geannoteerd wetboek en de reader met extra wetgevend materiaal mogen gebruikt worden op het examen. |
|
|
|
Extra info | Er wordt geen giscorrectie toegepast in geval van meerkeuzevragen.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is in principe een schriftelijk gesloten-boek examen. Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden (mondeling met open vragen, casus of meerkeuzevragen). |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Synopsis van het Belgische sociaal recht,P. Humblet, W. Rauws, J. Peeters, R. Janvier; I. De Wilde (red.),meest recente editie,Intersentia, Antwerpen,9789400015920,Bestaat uit 3 delen: individueel arbeidsrecht, collectief arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht
- Europees arbeidsrecht,F.J.L. Pennings en S.S.M. Peters (ed.),meest recente editie,Kluwer Deventer,9789013159271
- Basiswetboek Sociaal Recht,E. Alofs, J. Peeters, D. Cuypers, W. Rauws, E. Timbermont, K. Van den Langenbergh, G. Van Limberghen, A. Van Regenmortel, V. Vervliet,meest recente editie,Kluwer
|
|
|
|
|
|
| master in de rechten (equivalentieprogramma) | Keuze | 324 | 12,0 | 324 | 12,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: onderkent ethische en sociaal maatschappelijke aspecten in een juridische context, kan er kritisch over reflecteren en kan op basis van ethische aspecten en met in acht neming van zijn verantwoordelijkheden als jurist richting geven aan zijn oordeelsvorming. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan in teamverband op een actieve en constructieve manier bijdragen aan een gemeenschappelijke doelstelling in een multidisciplinaire context. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om eigen ideeën, standpunten en oplossingen zowel schriftelijk als mondeling op een adequate manier te communiceren en te presenteren in diverse contexten. Hij is in staat om presentaties te geven en daarbij gebruik te maken van de Engelse en Franse (rechts)taal. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om zijn eigen aanpak en leerprocessen zelfstandig en zelfgestuurd te plannen en te evalueren. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan kritisch en op zelfstandige wijze omgaan met verschillende (digitale) bronnen van het juridische vakgebied, zowel Nederlandstalige, Franstalige als Engelstalige bronnen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk disciplinaire kennis: hij heeft een gespecialiseerde wetenschappelijk disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de gekozen afstudeerrichting van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de voortdurende interactie tussen nationaal, supranationaal en internationaal recht. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft inzicht in de problematiek van eenmaking van het recht, in het bijzonder binnen de Europese context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student heeft een begin gemaakt met Probleem Gestuurd Onderwijs, of Opdracht Gestuurd Onderwijs. De student heeft de vaardigheid om juridische teksten, zowel in het Nederlands als in het Frans, te lezen, te begrijpen en daar vragen bij te stellen. De student is in staat om en bereid tot het voeren van een gesprek met mede-studenten en de docent over de thema's van het opleidingsonderdeel. 2. De student kent en begrijpt de elementaire basisstructuur van de Belgische federale staat, en van de Europese Unie. Hij is vertrouwd met de aard van de rechtsnormen, en de juridische draagwijdte daarvan, die worden uitgevaardigd door de Belgische en de Europese wetgever. 3. De student kan vonnissen en arresten, uitgesproken in het Nederlands, het Frans of het Engels door Belgische of Europese rechtsolleges, begrijpen en op correcte wijze ontleden in: (1) de belangrijkste feitelijke elementen; (2) de relevante rechtsvragen; (3) de toepasselijke rechtsregels; (4) de argumenten van de verschillende partijen; en (5) de juridische beoordeling door het rechtscollege. De student is in staat om deze onderdelen met eigen woorden in het Nederlands samen te vatten. 4. De student kent en begrijpt de juridische basisbegrippen van het algemeen verbintenissenrecht en van het Europees recht. Hij is in staat juridische vraagstukken uit het algemeen verbintenissenrecht en het Europees recht correct te analyseren en toe te lichten, om ze vervolgens toe te passen op rechtsvragen in een arbeids- of socialezekerheidsrechtelijke casus. Voorkennis van het algemeen verbintenissenrecht en van het Europees recht is met andere woorden noodzakelijk om de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel te kunnen bereiken
|
|
|
Het blok Arbeids- en sociale zekerheidsrecht beoogt het verwerven van basiskennis in de materie die de student in staat moet stellen eenvoudige problemen onmiddellijk op te lossen. Verder beoogt het blok de student vertrouwd te maken met de bronnen van het arbeids- en socialezekerheidsrecht en de algemene beginselen, zodat de student ook complexere problemen in de materie kan oplossen, na terugvinden en studie van relevante wetgeving, rechtspraak en rechtsleer. Het vak is ingedeeld in twee onderdelen, te weten een nationaal luik en een Europees/internationaal luik, die beiden weer zijn opgedeeld in arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.
In het deel arbeidsrecht worden onder meer volgende onderwerpen besproken: begrip en toepassingsgebied van het arbeidsrecht, de bronnen van het arbeidsrecht, de arbeidsovereenkomst (aard en soorten, het sluiten van een arbeidsovereenkomst, geldigheidsvereisten, bijzondere bedingen), rechten en plichten van partijen bij de arbeidsovereenkomst, arbeidsreglementering, welzijn op het werk, discriminatie en gelijke behandeling, vrij verkeer van werknemers, schorsing van de arbeidsovereenkomst (vakantie, overmacht, thematische verloven), beëindiging van de arbeidsovereenkomst, herstructurering. Tenslotte wordt er ook aandacht besteed aan de overlegstructuren (vrijheid van vereniging, collectieve arbeidsconflicten, werknemersinspraak).
In het deel sociale zekerheidsrecht worden onder meer volgende thema's behandeld: het begrip sociale zekerheid, de bronnen van het sociale zekerheidsrecht, de administratie en de financiering van de sociale zekerheid, de sociale risico's (ouderdom, overlijden, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, gezinslasten, gezondheidszorg, zorg, behoeftigheid) en de sociale prestaties.
Tenslotte wordt er ook aandacht besteed aan de rechtsbescherming (arbeidsrechtbanken en -hoven, sociale inspectie).
In beide delen (arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht) wordt, afgezien van het Belgische bronnenmateriaal, ook ruime aandacht besteed aan de relevante Europese regelgeving en internationale verdragen. In dit kader worden zowel de Europese regelingen op zich als de implementatie ervan naar Belgisch recht onderzocht. Er is ook telkens ruimte voor een kritische beoordeling en oog voor maatschappelijke evoluties en het juridisch antwoord daarop.
- Begrip en toepassingsgebied van het arbeidsrecht
- Bronnen van het arbeidsrecht
- Arbeidsovereenkomst (aard en soorten; het sluiten ervan; geldigheidsvereisten; bijzondere bedingen; discriminatie en gelijke behandeling; schorsing; beëindiging van de arbeidsovereenkomst)
- Vrij verkeer van werknemers
- Herstructureringen
- Arbeidsreglementering
- Rechten en plichten van werkgever en werknemer
- Welzijn op het werk
- Overlegstructuren (vrijheid van vereniging; collectieve arbeidsconflicten; staking; lock-out; werknemersinspraak; vakbondsafvaardiging; ondernemingsraad; sociale verkiezingen)
- Begrip sociale zekerheid
- Bronnen van het sociale zekerheidsrecht
- Administratie van de sociale zekerheid
- Financiering van de sociale zekerheid
- Sociale risico's (ouderdom; overlijden; arbeidsongeschiktheid; werkloosheid; gezinslasten; gezondheidszorg; zorg; behoeftigheid)
- Sociale prestaties
- Rechtsbescherming
- Arbeidsinspectie
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 12,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Een niet-geannoteerd wetboek en de reader met extra wetgevend materiaal mogen gebruikt worden op het examen. |
|
|
|
Extra info | Er wordt geen giscorrectie toegepast in geval van meerkeuzevragen.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is in principe een schriftelijk gesloten-boek examen. Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans gewijzigd worden (mondeling met open vragen, casus of meerkeuzevragen). |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Synopsis van het Belgische sociaal recht,P. Humblet, W. Rauws, J. Peeters, R. Janvier; I. De Wilde (red.),meest recente editie,Intersentia, Antwerpen,9789400015920,Bestaat uit 3 delen: individueel arbeidsrecht, collectief arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht
- Europees arbeidsrecht,F.J.L. Pennings en S.S.M. Peters (ed.),meest recente editie,Kluwer Deventer,9789013159271
- Basiswetboek Sociaal Recht,E. Alofs, J. Peeters, D. Cuypers, W. Rauws, E. Timbermont, K. Van den Langenbergh, G. Van Limberghen, A. Van Regenmortel, V. Vervliet,meest recente editie,Kluwer
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|