Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Bestuursrecht (3845)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste masterjaar in de rechten | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: kan de verschillende belanghebbenden en hun specifieke belangen in een complexe probleemstelling identificeren en deze integreren in zijn eigen redenering en aanpak. | | - DC
| De student kan in een conflictsituatie waarbij een overheid betrokken is, bepalen welke actoren een rol spelen in het conflict en welke de invloed is van hun respectieve posities op de verschillende te maken juridische keuzes. De student is in staat bij het kiezen van een oplossingsstrategie de passende betekenis te geven aan de in dit domein onvermijdelijke spanning tussen het algemeen en het particulier belang. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is zich bewust van het belang van onderhandeling en bemiddeling; heeft inzicht in diverse onderhandelings- en bemiddelingstechnieken en weet de basistechnieken adequaat toe te passen. | | - DC
| De student kan bij de beoordeling van een conflictsituatie waarin een overheid betrokken is, adequaat inschatten of en in welke mate het kiezen van een methode van alternatieve geschillenoplossing zowel juridisch als feitelijk mogelijk en zinvol is. De student kan daarbij ook inschatten wat de gevolgen zijn voor de openstaande rechterlijke beroepen. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: toont een kritische attitude en is in staat het recht en de verschillende juridische standpunten in kaart te brengen, kritisch te benaderen en zo te komen tot een eigen juridisch onderbouwd oordeel. | | - DC
| De student kent de twistpunten in rechtsleer en rechtspraak met betrekking tot de behandelde leerstukken van rechtsbescherming tegen de overheid en kan de verschillende visies duiden en met elkaar confronteren. De student is in staat om kritisch om te gaan met de voormelde leerstukken en een gemotiveerd standpunt in te nemen zowel vanuit een abstract-wetenschappelijk oogpunt, als met het oog op de behartiging van de belangen van een betrokken partij in de juridische praktijk. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemene competentie: is in staat om de verschillende elementen en de relevante rechtsregels in een complexe probleemstelling te detecteren en een of meerdere adequate oplossingsstrategieën te selecteren, zijn keuze te verantwoorden en de gekozen oplossingstrategie(ën) toe te passen. | | - DC
| De student is in staat mogelijke procedureproblemen te identificeren, te plaatsen en op te lossen en kan daarbij zo nodig pragmatisch en probleemoplossend aan de slag gaan met de toepasselijke regelgeving en de openstaande rechtsbeschermingsmechanismen. | | - DC
| De student kan in een conflictsituatie waarbij een overheid betrokken is, de verschillende betrokken actoren adviseren omtrent de meest geschikte procedureweg om het probleem aan te pakken en op te lossen waarbij ook rekening wordt gehouden met alternatieven op de procedure bij een rechtscollege. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft volgende algemeen wetenschappelijke onderzoekscompetentie: kan wetgevingen, rechtspraak, rechtsleer en andere juridische teksten analyseren, interpreteren en verantwoord aanwenden. | | - DC
| De student kan de relevante juridische teksten correct interpreteren, kritisch benaderen en autonoom aanwenden bij het zoeken naar een geschikte oplossing voor een probleem van rechtsbescherming tegen de overheid. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: hij heeft een inleidende en uitdiepende wetenschappelijk-disciplinaire kennis van en inzicht in de leerstukken en systematiek van de rechtsgebieden behorende tot de truncus communis van de masteropleiding, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. Hij kan deze kennis, inzichten en systematiek(en) toepassen, mede vanuit Europees en rechtsvergelijkend perspectief. | | - DC
| De student kan de centrale begrippen in de behandelde leerstukken van rechtsbescherming tegen de overheid uitleggen en plaatsen, kan deze leerstukken toepassen in een casus, correct duiden in de huidige stand van het recht en kan kritisch stelling innemen omtrent het nut van voorgestelde of overwogen evoluties. | | - DC
| De student ziet de verbanden tussen de verschillende behandelde leerstukken en kan deze benutten voor het bepalen van de gepaste procedurele stappen bij conflicten met de overheid. | - EC
| De afgestudeerde master in de rechten heeft de volgende wetenschappelijk-disciplinaire kennis: heeft inzicht in de recente maatschappelijke ontwikkelingen en het wetenschappelijk onderzoek in het vakgebied. | | - DC
| De student kan maatschappelijke en actuele discussies omtrent rechtsbescherming tegen de overheid, zoals bijv. omtrent de omvang van het ingrijpen van de bestuursrechter op het beleid, ontwikkelingen en voorgenomen wijzigingen van de werking van de diverse (bestuurs)rechtscolleges, plaatsen in hun juridische context en kan hieromtrent de nodige juridisch-wetenschappelijke duiding vinden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan de basisbeginselen van de algemene bestuursrechtelijke begrippen die aan bod zijn gekomen tijdens het OPO bestuursrecht (3845), zoals onder meer de administratieve rechtshandeling, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, het begrip administratieve overheid, de exceptie van onwettigheid, uitleggen, kaderen en toepassen in een concrete opgave. De student is in staat om een schending van hogere rechtsregels te herkennen en kan ook (een schending van) verschillende algemene beginselen van behoorlijk bestuur identificeren en beoordelen in het kader van een concrete opgave of casus.
|
De student kan op algemene wijze de respectievelijke bevoegdheden van de hoven en rechtbanken, bestuursrechtscolleges en het Grondwettelijk Hof van elkaar onderscheiden.
|
De student is in staat om zich de inhoud van vonnissen en arresten van de (hoogste) rechtscolleges in onze rechtsorde eigen te maken en deze rechtspraak vlot door te nemen en te analyseren.
|
|
|
Het opleidingsonderdeel Rechtsbescherming tegen de Overheid maakt de studenten wegwijs in het kluwen van rechtsbeschermingsmogelijkheden en -mechanismen tegen het optreden van de verschillende organen van de overheid
Tijdens het opleidingsonderdeel wordt in de eerste plaats aandacht besteed aan de bescherming van de burger tegen het optreden van bestuurlijke overheden. Hierbij wordt zowel de preventieve rechtsbescherming behandeld, als de rechtsbescherming achteraf. Vanuit de algemene notie overheid wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende overheden waarmee de burger in aanraking kan komen en wordt nagegaan op welke wijze de burger zijn rechten kan vrijwaren ten aanzien van die overheden. Er wordt ingegaan op het onderscheid en verhouding tussen eventuele klachtenprocedures, administratieve beroepen en gerechtelijke of jurisdictionele beroepen en op de bevoegdheidsverdeling tussen de gewone hoven en rechtbanken en de administratieve rechtscolleges. Voor beide soorten jurisdicties wordt nagegaan welk rechtsherstel zij de burger kunnen bieden. Binnen dit onderdeel neemt de studie van de administratieve rechtscolleges en in het bijzonder de Raad van State, als hoogste administratief rechtscollege, een belangrijke plaats in. Zowel de organisatie en de bevoegdheid daarvan, als de procesvoering voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, komen uitgebreid aan bod. Specifiek voor de bestuursrechtspraak wordt ook aandacht besteed aan het recht op eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter evenals bij de specifieke rol van de bestuursrechter en de instrumenten waarover de bestuursrechter beschikt en op welke grenzen hij stuit bij het verlenen van rechtsbescherming.
Voorts bestaat het tweede luik van het vak uit de rechtsbescherming tegen het optreden van wetgevende overheidsorganen. Daarbij wordt de aandacht in hoofdzaak gericht op de positie van het Grondwettelijk Hof, de mogelijke procedures en de gevolgen van de arresten van het Hof.
Het vak beoogt de studenten eveneens vertrouwd te maken met de inhoud, de methode en de benadering die de bestuursrechtspraak en de grondwettelijke rechtspraak typeren. De studenten zullen daartoe dan ook aan de slag gaan met rechtspraak van de Raad van State en andere administratieve rechtscolleges (zoals de Raad voor Vergunningsbetwistingen), van het Grondwettelijk Hof en – in de mate ze verband houden met rechtsbescherming ten aanzien van een overheid – ook van de burgerlijke hoven en rechtbanken.
Het opleidingsonderdeel sluit aan en bouwt voort op de basiskennis die tijdens de bacheloropleiding werd opgedaan tijdens de lessen van de vakken Staatsrecht (1e bachelor), Bestuursrecht (3e bachelor) en Gerechtelijk recht (3e bachelor). Er wordt een beroep gedaan op die basiskennis en deze zal verder worden uitgediept bij het behandelen van de leerstukken die aan bod zullen komen tijdens de contactmomenten van het opleidingsonderdeel.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 6,00
|
Extra info | Op de eventuele meerkeuzevragen zal geen giscorrectie worden toegepast.
De docent bepaalt in overleg met het Onderwijsmanagementteam en de studentenadministratie de planning en de examenvorm voor een eventueel inhaalexamen. De examenvorm kan afwijken van de examenvorm die werd gebruikt tijdens de reguliere examenperiode. De planning en examenvorm worden aan de student meegedeeld nadat de aanvraag van een inhaalexamen is goedgekeurd. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | In principe is de evaluatie in 2e kans identiek aan de evaluatie bij 1e kans (schriftelijk examen, gesloten boek met dezelfde vraagvormen). Afhankelijk van het aantal deelnemers kan de evaluatievorm bij de tweede kans uitzonderlijk gewijzigd worden naar een mondeling examen. De wijziging van examenvorm wordt aangekondigd bij de bekendmaking van het examenrooster van 2e kans. De examenvragen zullen in dit geval open vragen, reflectieopdrachten, stellingen en casussen zijn. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het Blokboek 2024-2025 wordt via de Campusboekhandel of via Blackboard ter beschikking gesteld. Het bevat de praktische toelichting, de verplichte literatuur (rechtsleer, rechtspraak, wetgeving, ...) en de opgaven (zowel voor de hoorcolleges als voor de onderwijsgroepbijeenkomsten).
Het Onderwijsteam verwijst tijdens de lessen of via Blackboard naar eventuele bijkomende literatuur en (actuele) rechtspraak van de Raad van State, de Raad voor Vergunningsbetwistingen, het Grondwettelijk Hof of andere (bestuurs)rechtscolleges. Deze rechtspraak wordt in voorkomend geval ter beschikking gesteld via Blackboard of kan via de geijkte kanalen worden opgezocht door de studenten.
Ook voorziet het Onderwijsteam in een aanvullende wetgevingsbundel bij de VRG-codex die beschikbaar zal worden gesteld via de Campusboekhandel. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Aanvullende literatuur via Blackboard. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|