Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Ontwerpen 4 (4762)
|
20.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Ontwerpen 4B (3919)
|
10.0 stptn |
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
Advies
Als je Bouwkunde in je studietraject opneemt, raden we je sterk aan dit samen op te nemen met 2366 Masterproef / Project (samen = in je studieprogramma van hetzelfde academiejaar)
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de masterjaar in de architectuur | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De student heeft kennis over materialen, constructieve samenhang, comfort, berekenings- en simulatiemethodes en uitvoeringswijzen en kan deze kennis doordacht en innoverend inzetten en verantwoorden in het ontwerp en ontwerpproces. | - EC
| De student kan de eigen ontwerppraktijk en ontwerpmethodes onderzoeken, evalueren en verbeteren. | - EC
| De student kan ontwerpen en onderzoeken met zin voor verbeelding, kunstzinnigheid, intuïtie en emotie en met ruimtelijke intelligentie, zonder hierbij de bouwtechnische, architectuurwetenschappelijke en menswetenschappelijke aspecten uit het oog te verliezen. | - EC
| De student kan een persoonlijk concept uitwerken tot een ontwerp en dit communiceren als creatieve synthese. | - EC
| De student kan een architecturaal concept, ontwerp, ontwerpproces en onderzoeksdata inzichtelijk maken, doelgericht communiceren en ruimtelijk visualiseren op basis van een grondige beheersing van de beeldende media, zowel handmatig als digitaal, en dit zowel voor een breed als voor een gespecialiseerd publiek. | - EC
| De student kan projectmatig en resultaatgericht werken in een realistische omgeving met oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. | - EC
| De student heeft kennis over en inzicht in de procedurele, juridische, deontologische en economische aspecten van architectuur en stedenbouw. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het afstudeerproject moet naast het architectonische en stedenbouwkundige ook op bouwkundig, constructief en installatietechnisch vlak verstandig en correct ontworpen zijn. In het opleidingsonderdeel "Bouwkunde" komen deze laatste 2 onderdelen aan bod. De student zal de geziene leerstof van voorgaande jaren moeten toepassen op zijn masterproject en zal hierbij tevens beroep kunnen doen op de nodige begeleiding. Centraal daarbij staat een goed doordacht geïntegreerd bouwconcept hetgeen alle aspecten van de bouw omvat (architectuur, gevels, structuur, functie, brand, akoestiek, materialen, energiegebruik, kwaliteit van het binnenmilieu, etc ...). Een geïntegreerd bouwconcept wordt gedefiniëerd als een concept dat bestaat uit drie overlappende deelconcepten: het architectonische, het constructieve en het energetisch/milieutechnisch (ecologisch) bouwconcept.
Bij het uitwerken van het geïntegreerd bouwconcept als drager voor duurzame architectuur wordt speciaal aandacht besteed aan reflecties met betrekking tot circulariteit.
Enerzijds dienen kennis van stabiliteitstechnische aspecten in het afstudeerproject geïntegreerd te worden op drie niveaus:
- Macro-niveau: Toegepast constructief systeem (skeletbouw, massiefbouw, vormactief, vectoractief,)
- Meso-niveau: Krachtswerking in de structuur; lastendaling via vloerplaten, dakplaten, wanden, muren, de balken en kolommen naar de fundering (plaatfundering, zoolfundering, fundering op palen, )
- Micro-niveau: bouwtechnische details (knopen, verbindingen), belangrijk is dat hierbij aandacht besteed wordt aan het constructieve aspect. De student dient in staat te zijn architectureale, bouwfysische, stabiliteitstechnische en constructieve aspecten te verenigen in een maakbare details.
Anderzijds wordt de student geacht aspecten van duurzaamheid en technische installaties mee te nemen in zijn/haar afstudeerproject:
- Afstemming van het bouwkundig en architecturaal concept op de technische installaties in één integraal concept
- Optimalisatie van passieve en actieve maatregelen voor de klimatisering van het gebouw
- Concept en maatregelen om het gebouw (bijna) energieneutraal te maken
- De wijze waarop gebruikersaspecten worden meegenomen en hoe het totale integrale concept hierop is afgestemd
- Daar waar nodig en in overleg met de begeleider ondersteunende berekeningen en motivering
- Mate waarin duurzaamheid in het ontwerp wordt betrokken op het vlak van het materiaal-, energie- en waterbeheer
- Presentatie van het integrale concept inclusief motivatie van keuzes en vastlegging van de beslismomenten in het ontwerpproces
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding op afspraak in de ontwerpstudio ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Seminarie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Mondeling examen | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Bij minstens 10/20 op het deel duurzaamheid en technische installaties of het deel draagstructuur in de eerste examenkans kan de student er voor opteren dit resultaat over te dragen naar de tweede examenkans |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | De student stelt een logboek op met de door hem/haar onderzochte items met betrekking tot de bouwtechnische aspecten van het afstudeerproject. Dit kan onder andere bestaan uit volgende zaken: artikels, berekeningen, technische fiches, verslagen van bezoeken, ... |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De evaluatie in de tweede examenkans verloopt als volgt: 1. verslag - 50% - Technische installaties: verslag. Bij minstens 10/20 op het deel duurzaamheid en technische installaties in de eerste examenkans kan de student er voor opteren dit resultaat over te dragen naar de tweede examenkans. 2. verslag - 50% - Draagstructuur: plannen met stabiliteitsconcept en details, eventueel aangevuld met handberekeningen en berekeningsnota's ter staving. Bij minstens 10/20 op het deel draagstructuur in de eerste examenkans kan de student er voor opteren dit resultaat over te dragen naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
aanvullend studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld op Blackboard |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|