Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica- optie ontwerp & productie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.8 De student kent de verschillende inwendige materiaalstructuren, materiaaleigenschappen, vormgevingstechnieken en producteigenschappen. | | | - BC
| Tijdens het schriftelijke examen moet de student bewijzen dat hij de juiste empirische data kan gebruiken door keuzes te maken die afhankelijk zijn van materiaal- en producteigenschappen. | | - DC
| 1.9 De student kent de elementaire doorsnedegrootheden en elementaire materiaalparameters. | | | - BC
| Tijdens het mondelinge examen moet de student bewijzen dat hij de de relatie tussen materiaalparameters en het ontwerpen van werktuigbouwkundige opstellingen begrijpt. | | - DC
| EM 1.8 De student heeft gevorderde kennis van de kernbegrippen van de sterkteleer en kennis van de functionele werking van courante machineonderdelen en mechanismen. | | | - BC
| Zowel mondeling als schriftelijk examengedeelte bevraagt expliciet de kennis van zowel machineonderdelen en mechanismen. Deze moeten uitgelegd of berekend worden. | | - DC
| EM 1.9 De student heeft kennis van verspanings- en verbindingstechnieken en de kernbegrippen in ''rapid prototyping - tooling - manufacturing''. | | | - BC
| Lijmen, lassen en boutverbindingen zijn deel van het curriculum en worden zowel in het mondelinge als het schriftelijke gedeelte bevraagd. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.9 De student herkent de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving). | | | - BC
| Deze kennis vormt de basis voor het kunnen evalueren van het schriftelijke examen. Dit wordt bevraagd bij het oplossen van probleemstellingen voor: - Assen - Penverbindingen - Verbindingen as-naaf - Wentellagers - Glijlagers - Overbrengingen - Lijmen - Lassen - Schroefverbindingen | | - DC
| EM 2.10 De student heeft inzicht in de kernbegrippen van de sterkteleer en de functionele werking van courante machineonderdelen en mechanismen. | | | - BC
| Deze kennis vormt de basis voor het kunnen evalueren van mondelinge en het schriftelijke examen. Dit wordt bevraagd bij probleemstellingen voor: - Assen - Penverbindingen - Verbindingen as-naaf - Wentellagers - Glijlagers - Afdichtingen - Overbrengingen - Lijmen - Lassen - Schroefverbindingen | | - DC
| EM 2.11 De student heeft inzicht in de verspanings- en verbindingstechnieken de kernbegrippen van ''rapid prototyping - tooling - manufacturing''. | | | - BC
| Deze kennis vormt de basis voor het kunnen evalueren van mondelinge en het schriftelijke examen. Dit wordt bevraagd bij probleemstellingen voor: - Penverbindingen - Verbindingen as-naaf - Lijmen - Lassen - Schroefverbindingen | | - DC
| EM 2.12 De student heeft inzicht in materiaalkeuze, eigenschappen en toepassingen voor verschillende materiaalgroepen en in meetmethodes voor het opmeten van werkstukken en karakteriseren van materiaaleigenschappen. | | | - BC
| De student moet tijdens de mondelinge en schriftelijke evaluatie kunnen aantonen dat hij de consequenties begrijpt die vasthangen aan materiaalkeuze of aanpassing van materiaaleigenschappen door nabewerkingen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| Tijdens het schriftelijke examen moet de student in een tabellenboek vol met empirische data of data van toeleveranciers de juiste waardes weten te vinden en deze correct toepassen voor het oplossen van de gegeven probleemstelling. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| Zie DC 4.1 en bijbehorende BC | | - DC
| EM 5.4 De student kan een werktuigbouwkundige tekening analyseren. | | | - BC
| Tijdens het schriftelijke examen moet de student uit zijn opdracht met technische tekening, veelal gerelateerd maar niet beperkt tot persverbindingen en lassen, de juiste waardes weten te vinden en deze correct toepassen voor het oplossen van de gegeven probleemstelling. | | - DC
| EM 5.7 De student kan praktijkgerichte casussen naar sterkte en functionele werking analyseren. | | | - BC
| Tijdens het schriftelijke oefeningenexamen wordt getoetst of de student een geschikt machineonderdeel kan selecteren voor een bepaalde toepassing en dat hij/zij deze correct kan dimensioneren en berekenen, en indien nodig gerichte controleberekeningen kan uitvoeren op zijn geselecteerde en berekende onderdeel. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| Van de student wordt verwacht dat hij de aangeleerde oplossingsstramienen kan gebruiken bij het oplossing van de vraagstelling bij het schriftelijke examen. De student moet een keuze kunnen maken uit de verschillende aangereikte methodes en dit correct kunnen toepassen. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| Van de student wordt verwacht dat hij de aangeleerde oplossingsstramienen kan gebruiken bij het oplossing van de vraagstelling bij het schriftelijke examen. De student moet een keuze kunnen maken uit de verschillende aangereikte methodes en dit correct kunnen toepassen. | | - DC
| EM 6.7 De student kan machineonderdelen en mechanismen gepast selecteren, op sterkte berekenen en dimensioneren. | | | - BC
| Deze kennis vormt de basis voor het kunnen evalueren van mondelinge en het schriftelijke examen. Dit wordt bevraagd bij probleemstellingen voor: - Assen - Penverbindingen - Verbindingen as-naaf - Wentellagers - Glijlagers - Afdichtingen - Overbrengingen - Lijmen - Lassen - Schroefverbindingen | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| Bij de schriftelijke bevraging moet de student aantonen dat hij zelf weet welke waarden of data gepast zijn om te gebruiken om tot een correct oplossing te komen. Hij moet dit kunnen inschatten (in bepaalde nodige veronderstellingen) en deze inschattingen bijsturen tijdens het oplossen (al dan niet iteratief). | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| Tijdens het schriftelijke gedeelte van het examen wordt de student geacht zelf veronderstellingen te maken of een "worst case scenario" op te stellen of uit te denken indien hij/zij niet over voldoende gegevens beschikt om het geheel op te lossen. De gemaakte keuzes in deze veronderstellingen moeten verantwoord worden, en nadien moeten deze veronderstellingen ingepast worden in de opdracht om zo tot een conclusie en correct eindresultaat te komen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student:
- begrijpt wat materiaaleigenschappen zijn en kan deze vlot gebruiken in ontwerpberekeningen en in het toepassen van de theorie
- kan mechanische constructies berekenen (statisch, isostatisch, hyperstatisch en dynamisch)
- kan momenten (buiging & torsie) en materiaalspanningen (buiging, trek/druk, torsie, afschuiving en samengestelde spanning) berekenen en gebruiken
- kan aan de hand van het bovenstaande doorbuigingen en constructiegroottes berekenen
- kan omgaan met empirische data (tabellen en grafieken van constructeurs en toeleveranciers) en deze gebruiken voor het berekenen van constructiegroottes
- begrijpt hoe materialen vormgegeven worden en kan deze toepassingen ontleden om te relateren aan empirische data die gebruikt wordt bij het berekenen van constructiegroottes
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel focust op de juiste keuze en de berekening van machineonderdelen, en is daarmee complementair met andere opleidingsonderdelen die gerelateerd zijn aan mechanisch ontwerp.
1. Inleiding 2. Assen 3. Penverbindingen - Verbindingen as-naaf 4 .Wentellagers 5. Glijlagers 6. Afdichtingen 7. Overbrengingen 8. Lijmen 9. Lassen 10. Schroefverbindingen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens afleggen van het oefeningexamen mag enkel gebruik gemaakt worden van de voorgeschreven boeken van Roloff & Matek. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Roloff/Matek Machineonderdelen - Theorieboek,Muhs-Wittel-Becker-Jannasch-Vossiek,6e,Academic Service,9789024428670
- Roloff/Matek Machineonderdelen - Tabellenboek,Muhs-Wittel-Becker-Jannasch-Vossiek,6e,Academic Service,9789024428687
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Roloff / Matek machineonderdelen: formuleboek,Herbert Wittel, Dieter Muhs, Dieter Jannasch, Joachim Voßiek,5,Boom uitgevers,9789039526453 |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie (PPT) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid:
- Steunt op Sterkteleer, Mechanica en Materiaalkunde. Is een basis voor mechanisch ontwerpen.
Relatie met onderzoek: Voor het onderzoek en voor dienstverlening uitgevoerd binnen de opleiding zijn regelmatig op maat gemaakte opstellingen of machines nodig. Bij het ontwerpen van deze machines worden onderdelen gedimensioneerd en deze kunnen dienen als voorbeelden of zelfs opdrachten voor de studenten. Relatie met werkveld: De ingenieur gebruikt de opgedane kennis van dit vak om machineonderdelen volgens de geldende normen te dimensioneren. Deze onderdelen worden veelvuldig gebruikt in tal van industriële toepassingen. De ingenieur kan zich ook snel normen eigen maken voor nieuwe onderdelen en deze ook zelfstandig op de juiste manier dimensioneren.
Onderwijstaal: Nederlands. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 3 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student:
- begrijpt wat materiaaleigenschappen zijn en kan deze vlot gebruiken in ontwerpberekeningen en in het toepassen van de theorie
- kan mechanische constructies berekenen (statisch, isostatisch, hyperstatisch en dynamisch)
- kan momenten (buiging & torsie) en materiaalspanningen (buiging, trek/druk, torsie, afschuiving en samengestelde spanning) berekenen en gebruiken
- kan aan de hand van het bovenstaande doorbuigingen en constructiegroottes berekenen
- kan omgaan met empirische data (tabellen en grafieken van constructeurs en toeleveranciers) en deze gebruiken voor het berekenen van constructiegroottes
- begrijpt hoe materialen vormgegeven worden en kan deze toepassingen ontleden om te relateren aan empirische data die gebruikt wordt bij het berekenen van constructiegroottes
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel focust op de juiste keuze en de berekening van machineonderdelen, en is daarmee complementair met andere opleidingsonderdelen die gerelateerd zijn aan mechanisch ontwerp.
1. Inleiding 2. Assen 3. Penverbindingen - Verbindingen as-naaf 4 .Wentellagers 5. Glijlagers 6. Afdichtingen 7. Overbrengingen 8. Lijmen 9. Lassen 10. Schroefverbindingen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens afleggen van het oefeningexamen mag enkel gebruik gemaakt worden van de voorgeschreven boeken van Roloff & Matek. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
- Roloff/Matek Machineonderdelen - Theorieboek,Muhs-Wittel-Becker-Jannasch-Vossiek,6e,Academic Service,9789024428670
- Roloff/Matek Machineonderdelen - Tabellenboek,Muhs-Wittel-Becker-Jannasch-Vossiek,6e,Academic Service,9789024428687
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Roloff / Matek machineonderdelen: formuleboek,Herbert Wittel, Dieter Muhs, Dieter Jannasch, Joachim Voßiek,5,Boom uitgevers,9789039526453 |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie (PPT) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid:
- Steunt op Sterkteleer, Mechanica en Materiaalkunde. Is een basis voor mechanisch ontwerpen.
Relatie met onderzoek: Voor het onderzoek en voor dienstverlening uitgevoerd binnen de opleiding zijn regelmatig op maat gemaakte opstellingen of machines nodig. Bij het ontwerpen van deze machines worden onderdelen gedimensioneerd en deze kunnen dienen als voorbeelden of zelfs opdrachten voor de studenten. Relatie met werkveld: De ingenieur gebruikt de opgedane kennis van dit vak om machineonderdelen volgens de geldende normen te dimensioneren. Deze onderdelen worden veelvuldig gebruikt in tal van industriële toepassingen. De ingenieur kan zich ook snel normen eigen maken voor nieuwe onderdelen en deze ook zelfstandig op de juiste manier dimensioneren.
Onderwijstaal: Nederlands. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|