Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakel IW Bouwkunde: pba bouw - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: optie duurzame procestechnologie of farma en fijnchemie - deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: optie voeding en packaging of kunststoffen en packaging deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: pba agro- en biotechnologie voor optie voeding en packaging deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Chemie: pba chemie afstudeerrichting procestechnologie voor alle opties deel 2 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektronica-ICT - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Energie - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW informatica - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Nucleaire technologie - gemeenschappelijk - deel 1 | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.6 De student kent de basisbegrippen van mechanica en fysica. | | | - BC
| formuleert definities van kinematische grootheden voor puntmassa's en starre lichamen in het vlak, en van dynamische grootheden voor puntmassa's en starre lichamen in het vlak, en benoemt eenheden van deze grootheden. | | | - BC
| formuleert kinematische en dynamische wetmatigheden voor puntmassa's en starre lichamen in het vlak. | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.6 De student heeft inzicht in de basisbegrippen van mechanica en fysica. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de kinematische grootheden en in het onderling verband tussen de verschillende formuleringen van de wetten van Newton (kracht en versnelling, arbeid en energie en stoot en impuls) en kan op basis van dit inzicht een geschikte aanpak kiezen voor het oplossen van oefeningen. | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een ''gegeven-gevraagde-formule''-structuur. | | | - BC
| formuleert elke opgave in de structuur 'gegeven-gevraagde-formule'. | | - DC
| 5.10 De student kan toepassingsgerichte opgaven uit de mechanica en de fysica analyseren. | | | - BC
| formuleert elke opgave in de structuur 'gegeven-gevraagde-formule'. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren.
| | | - BC
| kiest op basis van zijn inzicht (1) in de kinematische grootheden en wetmatigheden voor puntmassa's en starre lichamen in het vlak, en (2) in de verschillende formuleringen van de wetten van Newton voor puntmassa's en starre lichamen in het vlak (kracht en versnelling, arbeid en energie, en stoot en impuls) een geschikte aanpak voor het oplossen van oefeningen. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| volgt het stappenplan (analyseprocedure) dat hoort bij de gekozen oplossingsmethode. | | - DC
| 6.11 De student kan toepassingsgerichte opgaven uit de mechanica en de fysica oplossen.
| | | - BC
| lost oefeningen op door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van mechanische wetten en wiskundige technieken. | | | - BC
| past de basisregels voor het opstellen van een vrijlichaamsschema correct toe. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| kijkt kritisch naar bekomen resultaten van oefeningen en zoekt verklaringen voor mogelijke afwijkingen van de verwachte waarde. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen.
| | | - BC
| neemt bij resultaten die sterk afwijkend zijn van de verwachte waarde zelf initiatief om de oplossingsstrategie van oefeningen te herevalueren. | - EC
| EC9 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| werkt op een correcte, gestructureerde en ordelijke manier de oefeningen uit. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| maakt een correct vrijlichaamsschema met krachten en momenten op de puntmassa en het starre lichaam. | - EC
| EC12 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| maximaliseert zijn leertraject op basis van de aangeboden feedback op huiswerktaken en zelfstandig gemaakte oefeningen. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| levert de huiswerktaken tijdig in. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft kennis en inzicht uit de wiskunde, onder andere over functies, afgeleiden, integralen, trigonometrie, oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen.
|
|
|
Algemene omschrijving
Naast het inhoudelijke aspect stelt dit opleidingsonderdeel zich tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen bij de studenten. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.
Inhoud hoorcollege en oefeningen
Volgende onderwerpen komen aan bod:
- Algemene inleiding
- Kinematica van puntmassa's
- Wetten van Newton voor puntmassa's
- Arbeid en energie voor puntmassa's
- Stoot en impuls voor puntmassa's
- Kinematica van starre lichamen (vlakke beweging)
- Wetten van Newton voor starre lichamen (vlakke beweging)
- Arbeid en energie voor starre lichamen (vlakke beweging)
- Stoot en impuls voor starre lichamen (vlakke beweging)
Inhoud labo
Niet van toepassing
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk examen mogen de studenten een formularium en een rekenmachine gebruiken op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. |
|
|
|
Extra info | Schriftelijk, gesloten boek examen met oefeningen. Het gebruik van een grafisch rekentoestel is toegestaan op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het cijfer op de huiswerktaken uit examenperiode 1 wordt behouden voor examenperiode 2, hiervoor is geen herkansing mogelijk. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Dynamica,Russell C. Hibbeler,15e editie,Pearson,9781800068926,Dit handboek bevat een code voor de elektronische leeromgeving 'mastering engineering' die de student verplicht dient te gebruiken voor de evaluatie van dit opleidingsonderdeel. |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Natuurkunde deel 1: Mechanica en thermodynamica,Douglas C. Giancoli,4e herziene editie,Pearson,9789043028653
- Physics for Scientists and Engineers,John Jewett, Raymond Serway,8,Cengage,9781439048467
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum: dit OPO over mechanica behoort tot de leerlijn mechanica-fysica. Het vormt de basis voor andere leerdomeinen na de polyvalente basis zoals sterkteleer, structuurmechanica, en mechanisch ontwerp.
Relatie met werkveld: de meeste machines, voertuigen en gereedschappen die we gebruiken zijn ontworpen door ingenieurs. De bewegingen van deze machines of de onderdelen ervan worden beschreven door de basiswetten van de mechanica. Inzicht in de mechanica is daardoor belangrijk voor elke ingenieur.
Relatie met onderzoek: in dit opleidingsonderdeel wordt er gewerkt aan twee belangrijke onderzoekscompetenties, het formuleren van een probleemstelling en het vermogen tot kritische reflectie.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|