Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Sterkteleer (4087)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| BK 1.3 De student heeft kennis van de principes van structuurmechanica. | | | - BC
| De student moet een aantal formules m.b.t. de structuurmechanica kunnen formuleren en afleiden. | | | - BC
| De student kan basisstellingen m.b.t. de structuurmechanica afleiden. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| BK 2.4 De student heeft inzicht in de principes van structuurmechanica. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de snedekrachten en vervormingen van isostatische en hyperstatische structuren. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.13 De student kan de krachtwerking in constructies analyseren. | | | - BC
| De student kan de vervormingen en snedekrachten van een hyperstatische structuur analyseren via handberekeningen en eenvoudige analysesoftware. | | | - BC
| De student kent de verschillende types van ondersteuningen en verbindingen (in- en uitwendige scharnieren, inklemmingen, rolopleggingen, ...) en hun invloed op de krachtswerking in een constructie. | | | - BC
| De student kan via invloedslijnen de invloed van de positie van belastingen op de snede- en reactiekrachten analyseren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student hanteert de elementaire doorsnedegrootheden (lineair oppervlakte, traagheidsmoment, weerstandsmoment tegen buiging, statisch oppervlaktetraagheidsmoment, doorsnedeoppervlak) en materiaalparameters (elasticiteits- en glijmodulus) correct. | | | - BC
| De student past de basisregels voor het opstellen van een vrijlichaamsschema en het berekenen van een mechanisch evenwicht correct toe. | | | - BC
| De student hanteert SI-eenheden van de grootheden. | | | - BC
| De student past op een correcte manier de tekenconventies toe. | | - DC
| 6.14 De student kan spanningen en vervormingen in constructies berekenen. | | | - BC
| De student kan hoofdspanningen en maximale schuifspanningen berekenen in isostatische en hyperstatische structuren. | | | - BC
| De student kan spanningen combineren via verschillende grensspanningscriteria (von Mises, Tresca, Mohr-Coulomb, Rankine, ...). | | | - BC
| De student kan vervormingen berekenen in isostatische en hyperstatische structuren via integratie van momentenlijn en m.b.v. integralen van Mohr. | | - DC
| BK 6.1 De student kan courante bouwkundige constructies en constructie-elementen in verschillende materialen ontwerpen en berekenen. | | | - BC
| De student kan de snedekrachten en vervormingen berekenen in isostatische en hyperstatische balken en raamwerken. | | | - BC
| De student kan de snedekrachten berekenen in isostatische vakwerkstructuren. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student kan de reactiekrachten, snedekrachten en vervormingen van een structuur toetsen en kritisch beoordelen. | | | - BC
| De student kan reflecteren over de invloed van randvoorwaarden (rolopleggingen, scharnieren, inklemmingen) en stijfheidsverhoudingen in een raamwerkstructuur. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Situering binnen curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Materialen- en constructieleer. Het bouwt verder op Sterkteleer en is de basis voor Structuurmechanica 2, Structuurmechanica 3 en de opleidingsonderdelen m.b.t. het dimensioneren van constructieonderdelen.
|
|
|
In het opleidingsonderdeel Structuurmechanica 1 worden de begrippen die behandeld werden in het opleidingsonderdeel Sterkteleer, toegepast op specifieke structuren in de bouwkunde. Een andere stap die gezet wordt is deze van het oplossen van isostatische systemen naar het oplossen van hyperstatische systemen. Worden behandeld in Structuurmechanica 1:
- isostatische balken: bepaling van de snedekrachten (herhaling uit Sterkteleer),
- isostatische balken: invloedslijnen,
- hyperstatische balken: bepaling van de graad van hyperstaticiteit,
- hyperstatische balken: bepaling van de snedekrachten via een toegevoegd isostatisch stelsel (superpositie- of krachtenmethode),
- bepaling van de vervormingen via de integratie van de momentenlijn, voor isostatische balken (herhaling uit Sterkteleer) en hyperstatische balken,
- bepaling van de vervormingen via de integralen van Mohr voor isostatische en hyperstatische balken,
- stellingen van Clapeyron en Pasternak,
- hyperstatische raamwerken met al dan niet vooraf gekende knooppuntsverplaatsingen: bepaling van de snedekrachten via de vereffeningsmethode van Cross,
- gebruik van structuuranalysesoftware (Ftool),
- knik van structuurelementen,
- spanningstransformatieformules en cirkel van Mohr,
- grensspanningscriteria (Rankine, Hill, von Mises, Mohr-Coulomb, ...).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De studenten mogen gebruik maken van een formularium dat ter beschikking wordt gesteld door de opleiding. Het gebruik van het grafisch en/of symbolisch rekentoestel is toegestaan op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. Een niet-leeg geheugen wordt als examenfraude aanzien. |
|
|
|
Extra info | Schriftelijk examen van de theorie (30%) en oefeningen (60%). Permanente evaluatie van een of meerdere huiswerkopdrachten (10%). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Schriftelijk examen van de theorie (30%) en oefeningen (60%). Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans: de PE-punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Geen overdracht van (deel)punten naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Aanvullend leermateriaal: elektronisch leerplatform. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek
De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het kader van dienstverlening. Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem (bv. het voorspellen en analyseren van een overmatige doorbuiging van een ligger). Relatie met het werkveld
De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de structuurmechanica bij het ontwerp en beoordeling van elke bouwkundige constructie. Zonder gedetailleerde berekeningen te maken, kan de ingenieur toch aangeven waar zwakke plekken in een constructie kunnen optreden.
Duurzaamheidsaspecten
Binnen het domein van de structuurmechanica leert de student constructies op een efficiënte manier ontwerpen. D.w.z. dat er met zo weinig mogelijk materiaal nog steeds voldaan kan worden aan de gestelde eisen op vlak van sterkte, stabiliteit en stijfheid. Vanuit die optiek wordt bijgedragen aan een materiaalefficiëntere en dus duurzamere constructie. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Bouwkunde: pba bouw - deel 1 | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Situering binnen curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Materialen- en constructieleer. Het bouwt verder op Sterkteleer en is de basis voor Structuurmechanica 2, Structuurmechanica 3 en de opleidingsonderdelen m.b.t. het dimensioneren van constructieonderdelen.
|
|
|
In het opleidingsonderdeel Structuurmechanica 1 worden de begrippen die behandeld werden in het opleidingsonderdeel Sterkteleer, toegepast op specifieke structuren in de bouwkunde. Een andere stap die gezet wordt is deze van het oplossen van isostatische systemen naar het oplossen van hyperstatische systemen. Worden behandeld in Structuurmechanica 1:
- isostatische balken: bepaling van de snedekrachten (herhaling uit Sterkteleer),
- isostatische balken: invloedslijnen,
- hyperstatische balken: bepaling van de graad van hyperstaticiteit,
- hyperstatische balken: bepaling van de snedekrachten via een toegevoegd isostatisch stelsel (superpositie- of krachtenmethode),
- bepaling van de vervormingen via de integratie van de momentenlijn, voor isostatische balken (herhaling uit Sterkteleer) en hyperstatische balken,
- bepaling van de vervormingen via de integralen van Mohr voor isostatische en hyperstatische balken,
- stellingen van Clapeyron en Pasternak,
- hyperstatische raamwerken met al dan niet vooraf gekende knooppuntsverplaatsingen: bepaling van de snedekrachten via de vereffeningsmethode van Cross,
- gebruik van structuuranalysesoftware (Ftool),
- knik van structuurelementen,
- spanningstransformatieformules en cirkel van Mohr,
- grensspanningscriteria (Rankine, Hill, von Mises, Mohr-Coulomb, ...).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De studenten mogen gebruik maken van een formularium dat ter beschikking wordt gesteld door de opleiding. Het gebruik van het grafisch en/of symbolisch rekentoestel is toegestaan op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. Een niet-leeg geheugen wordt als examenfraude aanzien. |
|
|
|
Extra info | Schriftelijk examen van de theorie (30%) en oefeningen (60%). Permanente evaluatie van een huiswerkopdracht (10%). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Schriftelijk examen van de theorie (30%) en oefeningen (60%). Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans: de PE-punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Geen overdracht van (deel)punten naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Aanvullend leermateriaal: elektronisch leerplatform. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek
De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het kader van dienstverlening. Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem (bv. het voorspellen en analyseren van een overmatige doorbuiging van een ligger). Relatie met het werkveld
De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de structuurmechanica bij het ontwerp en beoordeling van elke bouwkundige constructie. Zonder gedetailleerde berekeningen te maken, kan de ingenieur toch aangeven waar zwakke plekken in een constructie kunnen optreden.
Duurzaamheidsaspecten
Binnen het domein van de structuurmechanica leert de student constructies op een efficiënte manier ontwerpen. D.w.z. dat er met zo weinig mogelijk materiaal nog steeds voldaan kan worden aan de gestelde eisen op vlak van sterkte, stabiliteit en stijfheid. Vanuit die optiek wordt bijgedragen aan een materiaalefficiëntere en dus duurzamere constructie. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|