Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Biologie van de cel (3370)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de biologie | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Biologie heeft een grondige kennis en inzicht verworven in de levende wereld op moleculair, cellulair , functioneel, organismaal, populatie en ecosysteemniveau. | - EC
| EC 2: De bachelor Biologie heeft inzicht in de processen die de grondslag vormen van de evolutie van het leven. Hij/zij kan nieuwe kennis verzameld op de verschillende biologische niveaus integreren in de evolutietheorie. | - EC
| EC 3: De bachelor Biologie houdt rekening met de noodzaak van de inter- en multidisciplinaire benadering om de levende wereld in al zijn aspecten te onderzoeken. Hij/zij heeft daartoe een grondige kennis en inzicht in andere relevante wetenschappelijke disciplines (chemie, fysica, geologie), | - EC
| EC 4: De bachelor Biologie kan mathematische en/of statistische begrippen en modellen correct inzetten voor het benaderen, oplossen en analyseren van eenvoudige biologische problemen en gegevensverzamelingen om tot een gefundeerde conclusie te komen. | - EC
| EC 5: De bachelor Biologie kan met inzicht metingen verrichten en observeren waarbij hij/zij de hoogst mogelijke precisie nastreeft en integer handelt in zijn/haar observaties en metingen. | - EC
| EC 7: De bachelor Biologie kan onder begeleiding onderzoeksmethodes en interpretaties kritisch evalueren en de intrinsieke onzekerheden en beperkingen plaatsen.
| - EC
| EC 8: De bachelor Biologie kan mondeling en schriftelijk rapporteren en presenteren in het Nederlands en het Engels. Hij/zij kan communiceren over het vakgebied met vakgenoten en niet-vakgenoten. | - EC
| EC 11: De bachelor Biologie gedraagt zich volgens de ethische, morele, filosofische, wettelijke en veiligheidsaspecten van zijn wetenschapsdiscipline. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) maakt kennis met de methoden van de genomica en de DNA technologie.
- De student(e) verwerft basisvaardigheden met betrekking tot DNA technologie.
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
- De student(e) kan het historisch kader schetsen waarin de evolutieleer is gegroeid.
- Hij/zij kent de rol van de genetica in het ontstaan van het modern evolutionair onderzoek.
- De student(e) kent het begrip populatie en verwerft inzicht in de genetische opbouw van een populatie in evolutionaire stasis. In dit verband kent hij/zij de wet van Hardy Weinberg.
- De student(e) kent de verschillende mechanismen die leiden tot evolutie van populaties, kan die beschrijven, en kan die toepassen op vraagstukken in verband met populatiegenetica.
- De student(e) verstaat het grote belang van het begrip soort in de biologie en begrijpt het problematisch karakter ervan.
- Hij/zij kent de belangrijkste soortsbegrippen en weet die te evalueren. Hij/zij begrijpt wat er in dit verband bedoeld wordt met het begrip pluralisme en weet dit te evalueren.
- De student(e) weet wat speciatie (soortsvorming) is en kent de mechanismen die tot speciatie kunnen leiden.
- De student(e) kent de begrippen tokogenie en fylogenie.
- De student(e) weet wat bedoeld wordt met gradualisme en punctuated equilibrium en kan beide vergelijken en bespreken.
- De student(e) heeft inzicht in de evolutie van macromoleculen.
- De student(e) kent het begrip substitutiesnelheid en weet dat deze op verschillende niveaus kan variëren en kan het begrip moleculaire klok toelichten.
- De student(e) kent de algemene opbouw van de Tree of Life en kent de belangrijkste taxa en hun verwantschappen.
|
|
|
|
|
|
|
Computervaardigheden via begeleide zelfstudie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
|
Mondeling examen | 70 % |
|
|
Andere: | Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen is verplicht. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op 1 of meer praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als eindresultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology with dutch glossary,Reece et al,Laatste editie,Pearson education |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Cursustekst Genetica, Evolutie & de Tree of Life
- Handleiding practica en werkzittingen
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
- De powerpointpresentaties van de colleges (op Blackboard).
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Principles of Population Genetics,D.L. Hartl; A.G. Clark,4,Sinauer,9780878933082,bij voorkeur laatste uitgave
- Evolution,Douglas J. Futuyma,3,Sinauer,9781605351155,bij voorkeur laatste uitgave
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Website: http://tolweb.org/tree/ |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen keuzetraject REKI met vakdidactiek biologie | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 5.1 De educatieve master is een domeinexpert GZW: de EM heeft inzicht in de bouw en het functioneren van het menselijk lichaam in ziekte en gezondheid (op moleculair, cellulair, orgaan- en organisme-niveau). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student(e) heeft kennis van de structuur van macromoleculen (nucleïnezuren en eiwitten) (OPO Biologie van de Cel; Chemie voor levenswetenschappen 1)
- De student(e) kent de verschillende celstructuren en organellen (OPO Biologie van de Cel)
- De student(e) heeft een goede kennis van de celcyclus en de mitose (OPO Biologie van de Cel)
|
|
|
- De student(e) verwerft inzicht in de chromosomale basis van de erfelijkheid en is in staat om ze toe te passen in vraagstukken in verband met niet Mendeliaanse overerving.
- De student(e) kent de moleculaire basis van de genetica: de structuur, replicatie en herstel van DNA en kent de basismethoden van DNA technologie.
- De student(e) kent het verband tussen fenotype en genotype, hij (zij) kent de basismechanismen van transcriptie, RNA processing en translatie.
- De student(e) kent de basisbeginselen van de regulatie van de genexpressie en de organisatie van het eukaryote genoom.
- De student(e) kan de prokaryota genetica vergelijken met eukaryote organelgenetica.
- De student(e) heeft inzicht in de replicatie van virussen.
- De student(e) kent de basisbeginselen omtrent de informatie van genomen, en de ontwikkeling ervan in de evolutie.
- De student(e) maakt kennis met de methoden van de genomica en de DNA technologie.
- De student(e) verwerft basisvaardigheden met betrekking tot DNA technologie.
- De student(e) beheerst basistechnieken om de genetische databanken te exploreren.
- De student(e) kan het historisch kader schetsen waarin de evolutieleer is gegroeid.
- Hij/zij kent de rol van de genetica in het ontstaan van het modern evolutionair onderzoek.
- De student(e) kent het begrip populatie en verwerft inzicht in de genetische opbouw van een populatie in evolutionaire stasis. In dit verband kent hij/zij de wet van Hardy Weinberg.
- De student(e) kent de verschillende mechanismen die leiden tot evolutie van populaties, kan die beschrijven, en kan die toepassen op vraagstukken in verband met populatiegenetica.
- De student(e) verstaat het grote belang van het begrip soort in de biologie en begrijpt het problematisch karakter ervan.
- Hij/zij kent de belangrijkste soortsbegrippen en weet die te evalueren. Hij/zij begrijpt wat er in dit verband bedoeld wordt met het begrip pluralisme en weet dit te evalueren.
- De student(e) weet wat speciatie (soortsvorming) is en kent de mechanismen die tot speciatie kunnen leiden.
- De student(e) kent de begrippen tokogenie en fylogenie.
- De student(e) weet wat bedoeld wordt met gradualisme en punctuated equilibrium en kan beide vergelijken en bespreken.
- De student(e) heeft inzicht in de evolutie van macromoleculen.
- De student(e) kent het begrip substitutiesnelheid en weet dat deze op verschillende niveaus kan variëren en kan het begrip moleculaire klok toelichten.
- De student(e) kent de algemene opbouw van de Tree of Life en kent de belangrijkste taxa en hun verwantschappen.
|
|
|
|
|
|
|
Computervaardigheden via begeleide zelfstudie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Kleine projecten in groep, met mondelinge rapportering. ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
|
Mondeling examen | 70 % |
|
Andere: | Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het bijwonen van de praktische oefeningen is verplicht. |
|
|
|
Gevolg | De student(e) die ongewettigd afwezig is op 1 of meer praktische oefeningen, krijgt voor het opleidingsonderdeel als eindresultaat een "N: examenonderdeel niet volledig afgelegd: ongewettigd afwezig voor onderde(e)len van de evaluatie". |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Biology with dutch glossary,Reece et al,Laatste editie,Pearson education |
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Cursustekst Genetica, Evolutie & de Tree of Life
- Handleiding practica en werkzittingen
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
- De powerpointpresentaties van de colleges (op Blackboard).
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Principles of Population Genetics,D.L. Hartl; A.G. Clark,4,Sinauer,9780878933082,bij voorkeur laatste uitgave
- Evolution,Douglas J. Futuyma,3,Sinauer,9781605351155,bij voorkeur laatste uitgave
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Website: http://tolweb.org/tree/ |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|