Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT | Verplicht | 108 | 4,0 | 81 | 3,0 | 27 | 1,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | | - BC
| LLL: De student staat kritisch tegenover de gevolgde seminaries in het kader van Levenslang leren. | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| LLL: De student staat kritisch tegenover de gevolgde seminaries in het kader van levenslang leren. | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| LLL: De student stelt een overzichtelijk en to-the-point portfolio op die beoordeeld wordt door het onderwijsmanagementteam van de master in de industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. | | - DC
| DC-M11 - handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| LLL: De student toont aan dat hij verantwoordelijkheid kan opnemen in een organisatie (bv. rondleiden van nieuwe studenten tijdens een infodag). | | - DC
| DC-M12 geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de besproken topics tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | | - BC
| LLL: De student toont leergierigheid en geeft blijk van een houding tot levenslang leren. De student draagt op een professionele manier bij aan de organisatie. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van software en analoge en digitale systemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en -methodes van de besproken topics van bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan de de aangeleerde begrippen, methodes efficiënt toepassen (analyseren en oplossen) binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M3- kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| LLL: De student verkent op eigen initiatief de mogelijkheden voor levenslang leren en plant zelfstandig zijn 'vormende' activiteiten. | | - DC
| DC-M4 - kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| LLL: De student zoekt de nodige informatie voor potentiële activiteiten in het kader van levenslang leren zelfstandig op. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | | - BC
| LLL: De student staat kritisch tegenover de gevolgde seminaries in het kader van Levenslang leren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Bedrijfsmanagement (3 SP)
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
Levenslang leren (1 SP):
Het doel van het onderdeel 'levenslang Leren' is de student aan te zetten om actief te participeren in de organisatie, zijn talenten te ontwikkelen. Dit kan via lesondersteunende activiteiten, door participatie aan raden, fora, innovatiekampen of infodagen, door organisatie van activiteiten (bv. de masterreis), door extra opdrachten, door het volgen van seminaries en door tal van andere opleidingsgebonden activiteiten die zijn ingenieursattitude vorm geven.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
Levenslang leren ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Een eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een pass op het portfolio van levenslang leren (periode 2) is noodzakelijk om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Bij een pass op het portfolio van levenslang leren (periode 2) krijgt de student het cijfer van het examen van periode 1 als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Bij een fail op het portfolio van levenslang leren (periode 2) krijgt de student een fail als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | Het examen van periode 1 bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Periode 2 Studiepunten 1,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | portfolio ter verantwoording van 30u 'inzet' met een pass/fail beoordeling |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een pass op het portfolio van levenslang leren (periode 2) is noodzakelijk om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Bij een pass op het portfolio van levenslang leren (periode 2) krijgt de student het cijfer van het examen van periode 1 als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Bij een fail op het portfolio van levenslang leren (periode 2) krijgt de student een fail als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | Het OMT stelt een lijst met goedgekeurde activiteiten op of keurt individuele activiteiten goed. Het reeds opgebouwde portfolio mag steeds verder aangevuld worden (naar 2e examenkans toe of vanuit een vorig academiejaar). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het reeds opgebouwde portfolio mag steeds verder aangevuld worden. Bij niet afleggen van een deelevaluatie (bedrijfsmanagement of levenslang leren) in 2e examenkans blijft de score/evaluatie uit de 1e examenkans behouden. Een pass op het portfolio van levenslang leren (periode 2) wordt automatisch overgedragen naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: elektromechanica | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | - DC
| DC-M12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de besproken topics tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | - EC
| EC3 - De Master in de industriële wetenschappen: elektromechanica heeft kennis van, inzicht en vaardigheid in denkkaders, analysemethodes en beslissingstools binnen bedrijfs- en productiemanagement, kwaliteit, gegevensbeheer en projectmatig werken en kan actief participeren in de organisatie. | | - DC
| DC-M1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC-M2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij /zij kan de aangeleerde methodes, begrippen efficiënt toepassen (analyseren en oplossen) binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC-M6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: bouwkunde | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de besproken topics tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde beoordeelt en maakt een verantwoorde selectie van kwalitatieve ontwerp en -uitvoeringsmethoden rekening houdend met budget, duurzaamheid, veiligheid, ergonomische aspecten en innovatieve technologieën. | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij /zij kan de aangeleerde methodes, begrippen efficiënt toepassen (analyseren en oplossen) binnen een onzeker context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: chemie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | - DC
| DC12 - De student geeft blijk van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges van bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie beheerst een geheel van chemische technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en methodes van de diverse besproken topics tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan de aangeleerde begrippen en methodes efficiënt toepassen (analyseren en oplossen) binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie problematiek van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | - DC
| DC12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de begrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie beheerst een geheel van nucleaire technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan de aangeleerde methodes, begrippen efficiënt toepassen - analyseren en oplossen - binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie problematiek van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: energie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: energie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zijn kan deze gericht en efficiënt toepassen-analyseren en oplossen - binnen een onzeker context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | - EC
| EC3 - De Master in de industriële wetenschappen: energie heeft kennis van, inzicht en vaardigheid in denkkaders, analysemethodes en beslissingstools binnen bedrijfs- en productiemanagement, kwaliteit, gegevensbeheer en projectmatig werken en kan actief participeren in de organisatie | | - DC
| DC-M1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC-M2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan de aangeleerde begrippen e methodes efficiënt toepassen - analyseren en oplossen - binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC-M6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch. |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit een meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| master in de industriële wetenschappen: informatica | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De master in de industriële wetenschappen informatica kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. [people, data literacy and essential software skills] | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student bezit kennis van en inzicht in de basisbegrippen en -methodes van de besproken topics tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. Hij/zij kan deze gericht en efficiënt toepassen - analyseren en oplossen- binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | - EC
| EC2 - De master in de industriële wetenschappen informatica beheerst een geheel van kennis en vaardigheden omtrent het ontwerpen van geïntegreerde, resilient softwaresystemen en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent. [systeemdenken] | | - DC
| DC-M1 - heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student bezit kennis van de begrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. | | - DC
| DC-M2 - heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen en methodes van de besproken topics toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij /zij kan de aangeleerde methodes, begrippen efficiënt toepassen (analyseren en oplossen) binnen een onzekere context, ter ondersteuning van beleidsbeslissingen. | | - DC
| DC-M5 - kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan in (grotere) casestudies, de relevante informatie halen voor het oplossen van een probleem en kan de correcte methode toepassen. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student kan de nodige gegevens uit een opdracht logisch selecteren, structureren en toepassen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch beoordelen. | | - DC
| DC-M8 - kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, principes dubbel boekhouden, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Eenvoudig rekentoestel, geen grafisch |
|
|
|
Extra info | Het examen bestaat uit meerkeuzevragen met giscorrectie, (eventueel) aangevuld met enkele open vragen/oefeningen. Meer info tijdens de hoorcolleges en op Toledo. Onderwerpen van eventuele gastcolleges kunnen ook geëvalueerd worden bij het examen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
| 2de bachelorjaar in de informatica | Keuze | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | | | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor informatica kan een probleem uit de praktijk als informaticaprobleem modelleren en analyseren, de eigen creativiteit aanwenden om deelproblemen op te lossen en de gevonden oplossingen te combineren tot een oplossing voor het oorspronkelijke probleem. | | - DC
| De student kan de aangeleerde begrippen, methodes van bedrijfsmanagement toepassen en berekenen in nieuwe voorbeelden, beslissingsprocessen. Hij/zij kan het bekomen resultaat voldoende kritisch interpreteren. | - EC
| De afgestudeerde bachelor beschikt over een breed referentiekader waardoor hij/zij de eigen kennis en vaardigheden van het vakgebied voortdurend kan actualiseren. | | - DC
| De student begrijpt en beheerst de belangrijkste theoretische inzichten rond management en bedrijfskunde en kan deze toepassen op (fictieve en reële) praktijkvoorbeelden. | - EC
| De afgestudeerde bachelor informatica kan in teamverband werken aan een project van matige complexiteit. Hierbij zijn niet alleen vakinhoudelijke aspecten van belang maar ook communicatieve en sociale vaardigheden en het kunnen maken van goede taakafspraken. | | - DC
| De student bezit kennis van de basisbegrippen en -methodes van de diverse topics die besproken werden tijdens de (gast)colleges bedrijfsmanagement. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Basiskennis van:
- vennootschappen (en belastingen)
- relevante en niet-relevante kosten voor besluitvorming.
- kosten-volume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse, contributiemarge,...
- bepalen van productkosten: allocatie van de indirecte kosten
- investeringsbeslissingen.
- boekhouden: balans, resultatenrekening, principes dubbel boekhouden, financiële analyse.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcolleges gecombineerd met blended ✔
|
|
|
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Enkel een eenvoudig rekentoestel, geen grafisch. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
PowerPoint presentatie en ander studiemateriaal zal via Toledo ter beschikking gesteld worden, eventueel aangevuld met aanbevolen literatuur. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Management accounting,Ann Jorissen,zevende,Van Inn,9789045549453
- Cost accounting,Ann Jorissen,negende,Van Inn,9789045557533
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Dit opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse ecoonomische aspecten/problemen waarmee hij/zijn kan geconfronteerd worden in het werkveld en bereidt de student voor om met de nodige economische basiskennis meer gegronde beslissingen te kunnen nemen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|