| Onderwijstaal : Nederlands |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 1ste bachelorjaar in de handelswetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De bachelor handelswetenschappen identificeert stakeholders en hun belangen en houdt hiermee rekening bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder Awareness)
| | | - DC
| De student begrijpt het begrip "stakeholders" en is in staat deze te identificeren voor een gegeven organisatie. | | | - DC
| De student kan bij het analyseren van een (fictief of reëel) managementvraagstuk detecteren wat de invloed van en op stakeholders van deze managementvraag is. | - EC
| De bachelor handelswetenschappen houdt rekening met de regionale en (inter)nationale beleids- en bedrijfscontext bij het nemen van beslissingen. (Stakeholder Awareness) | | | - DC
| De student kan een omgevingsanalyse maken en kritisch beargumenteren. | | | - DC
| De student begrijpt hoe de (inter)nationale omgeving waarin een organisatie functioneert een invloed heeft op deze organisatie en visa versa en kan dit op een onderbouwde manier toelichten. | | | - DC
| De student kent de uitdagingen die gepaard gaan met als organisatie functioneren in een internationale context. | - EC
| De bachelor handelswetenschappen is zich bewust van ethische en duurzaamheidsaspecten bij de bedrijfsvoering. (Stakeholder Awareness)
| | | - DC
| De student begrijpt de belangrijkste theoretische inzichten rond MVO en kan deze toepassen op reële en fictieve praktijkvoorbeelden | | | - DC
| De student begrijpt de basis van "ethisch ondernemen" en kan op een kritisch onderbouwde manier een analyse maken van (potentiële) ethische dilemma's. | - EC
| De bachelor handelswetenschappen kan academische inzichten uit organisatie- en managementwetenschappen en relevante ondersteunende en/of aanverwante wetenschappen toepassen bij het analyseren van managementvraagstukken. (Probleemoplossend vermogen) | | | - DC
| De student kan de theoretische inzichten die opgedaan worden in de hoorcolleges toepassen op (fictieve of reële) praktijkvoorbeelden. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Er worden geen begincompetenties vereist.
|
|
|
|
De cursus geeft een inleidend beeld van organisaties en management. De nadruk ligt op de basismanagementfuncties: plannen, organiseren, leidinggeven en controleren. Deze managementfuncties worden vanuit een humaan/gedragsmatig, en een mechanisch/economisch perspectief besproken. Bedrijfskunde is geen exacte wetenschap, het bestaat uit vele benaderingen, theorieën en perspectieven die tezamen een goed beeld geven van de rijkheid en complexiteit van het vak bedrijfskunde. In essentie is deze cursus zuiver theoretisch van aard, maar door een rijke illustratie van praktijkvoorbeelden en toepassingen zal de relevantie van deze theorieën in de dagelijkse managementpraktijk worden geaccentueerd. Gastlezingen kunnen georganiseerd worden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | 100% schriftelijk gesloten boek examen |
|
|
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Slides van de theorie en toepassingen, extra materiaal gedeeld via Blackboard.
Indien gastlezingen plaatsvinden, dient de student persoonlijke notities bij te houden. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelorjaar in de informatica | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor beschikt over een breed referentiekader waardoor hij/zij de eigen kennis en vaardigheden van het vakgebied voortdurend kan actualiseren. | | | - DC
| De student begrijpt en beheerst de belangrijkste theoretische inzichten rond management en bedrijfskunde en kan deze toepassen op (fictieve en reële) praktijkvoorbeelden. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
|
Er worden geen begincompetenties vereist.
|
|
|
|
De cursus geeft een inleidend beeld van organisaties en management. De nadruk ligt op de basismanagementfuncties: plannen, organiseren, leidinggeven en controleren. Deze managementfuncties worden vanuit een humaan/gedragsmatig, en een mechanisch/economisch perspectief besproken. Bedrijfskunde is geen exacte wetenschap, het bestaat uit vele benaderingen, theorieën en perspectieven die tezamen een goed beeld geven van de rijkheid en complexiteit van het vak bedrijfskunde. In essentie is deze cursus zuiver theoretisch van aard, maar door een rijke illustratie van praktijkvoorbeelden en toepassingen zal de relevantie van deze theorieën in de dagelijkse managementpraktijk worden geaccentueerd. Gastlezingen kunnen georganiseerd worden.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00 Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | 100% schriftelijk gesloten boek examen |
|
|
|
|
|
| Verplicht studiemateriaal |
| |
Slides van de theorie en toepassingen, extra materiaal gedeeld via Blackboard.
Indien gastlezingen plaatsvinden, dient de student persoonlijke notities bij te houden. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|