Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.14 De student heeft kennis van de algemene begrippen, concepten en formules met betrekking tot ondernemen en algemene economie. | | | - BC
| De student kan de 9 componenten van het businessmodelcanvas van Ostwalder duidelijk definiëren en beschrijven, met bijzondere aandacht voor de klantwaardepropositie. | | | - BC
| De student kent zowel de werking van de diverse micro-economische marktvormen als de werking van de macro-economische goederenmarkt en de link met de micro-economische geldmarkt, met bijhorende begrippen formules en figuren. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.13 De student heeft inzicht in de algemene begrippen, concepten en formules met betrekking tot ondernemen en algemene economie. | | | - BC
| De student kan de onderlinge verbanden tussen de 9 componenten van het businessmodelcanvas beschrijven en visualiseren (holistische kijk/360°). | | | - BC
| De student heeft inzicht in de prijs- en hoeveelheidsbepalingen bij de diverse marktvormen, de factoren die hierop een invloed kunnen hebben en heeft inzicht in de verbanden tussen de diversen marktvariabelen, zowel op macro- als micro-economisch vlak. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student kan zelf en binnen een team een businesscanvasmodel opstellen. | | | - BC
| De student kan een macro- en micro-economisch evenwicht wiskundig berekenen en grafisch weergeven, evenals effecten van veranderingen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan de relevante informatie vinden die nodig is om de componenten van het businessmodel te onderbouwen. | | | - BC
| De student kan de relevante info identificeren die nodig is om een micro- en/of macro-economisch probleem op te lossen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| De student kan de kritische facetten identificeren en definiëren die bijdragen tot het bedrijfsmatig realiseren van het product of dienst: het businessmodel. | | | - BC
| De student kan vanuit een krantenartikel, fictieve of actuele gegevens een micro-of macro-economisch probleem analyseren. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan een bepaald probleem opsplitsen in zowel micro- als macro-economische problemen. | | | - BC
| De student kan goed plaatsen tot welk onderdeel van het business model een bepaald inzicht hoort. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student kan een technisch ontwerp (conceptfase) vertalen in zeer concrete waarde voor de klant. | | | - BC
| De student kan de implementatiegevolgen van bepaalde strategische keuzes bij het businessmodel goed inschatten. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student kan in de vorm van een rapport een kritische reflectie geven op alle aspecten van het businessmodel project. | | | - BC
| De student kan opmerkingen van de docent en medestudenten (challengers van zijn idee) op een doordachte manier meenemen ter verbetering van zijn project. | | | - BC
| De student kan bij de analyse van een probleem duidelijk weergeven welke vereenvoudigingen/veronderstellingen gemaakt worden. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan beknopt en goed gestructureerd schriftelijk communiceren over projectresultaten. | | | - BC
| De student kan op een beknopte en chronologische manier alle verbanden,... neerschrijven. | | | - BC
| De student kan micro- en macro-economische problemen correct en gestructureerd neerschrijven. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan beknopt en goed gestructureerd mondeling communiceren over projectresultaten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student kan inzichten (in tekst geformuleerd) in een visueel schema plaatsen en verbanden in het schema aangeven. | | | - BC
| De student kan micro- en macro-economisch problemen/situaties/gebeurtenissen grafisch of schematisch weergeven. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student toont dat hij in teamverband kan werken aan het rapport door samen aan een oplossing voor een probleemcontext te werken en ieders rol te rapporteren in een logboek. | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de gevolgen van marktmacht op consument en maatschappij. | | - DC
| 11.3 De student heeft inzicht in en houdt rekening met de maatschappelijke relevantie en consequenties in het realiseren van een opdracht. | | | - BC
| De student heeft oog voor maatschappelijke en duurzame waarden, naast de puur commerciële waarde van een product. | | | - BC
| De student kan aangeleerde inzichten uit de micro- en macro-economie niet alleen linken aan elkaar, maar ook aan de actualiteit. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de nood aan overheidsoptreden voor bepaalde maatschappelijke problemen en kan de efficëntie ervan beoordelen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student kan professioneel en op eigen initiatief handelen, toont een grote inzet en werkkracht, respecteert deadlines en past de principes van een efficiënt time management toe. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- Business modelling: de studenten hebben de eerste twee opleidingsjaren de nodige technische kennis en vaardigheden vergaard om een bepaald product te kunnen ontwerpen en produceren of een bepaalde dienst te kunnen leveren.
- Economie: geen begincompetenties vereist.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel bouwen we op twee niveaus aan de economische empathie van de ingenieur.
Business modelling
Op het eerste niveau staat het technische product centraal. Echter, in een bedrijf en op de markt is het product geen doel, maar een middel om waarde te genereren. Hoe die waarde bedrijfsintern en marktextern wordt gecreëerd, kan worden gevat door een "business model canvas" en een "value proposition canvas".
Economie
Op het tweede niveau introduceren we enkele macro- en micro-economische processen die een basis vormen voor het economisch denken (op niveau van sector of land).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Andere: | De paper wordt in zijn geheel gequoteerd, van opstart tot eindrapport en toelichting. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
|
Andere: | Economie: Meerkeuzevragen met giscorrectie (eventueel aangevuld met enkele open vragen/oefeningen). Meer info tijdens hoorcolleges. Geen grafische rekentoestellen toegelaten. |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het deel business modelling en economie telt elk voor 50% van het eindresultaat. De student dient echter op beide delen (business modelling en economie) een tolereerbaar resultaat (min. 8/20) te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel in zijn geheel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximum 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Er worden geen (deel)cijfers overgedragen naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of beide) delen een niet-tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximum 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde en dient het deel waarop hij geen tolereerbaar cijfer heeft gehaald te hernemen via een tweedekansexamen. |
|
|
|
Extra info | Business modelling (50%): groepspaper (max. 5 personen) waarin waardepropositiecanvas en business model canvas voor het eigen product wordt uitgewerkt en toegelicht volgens het protocol van Osterwalder aangevuld met een presentatie van de paper. Bij die presentatie kan gebruik gemaakt worden van een jury.
Economie (50%): schriftelijk, gesloten boek examen bestaande uit meerkeuzevragen met giscorrectie (eventueel aangevuld met enkele open vragen/oefeningen). Meer info tijdens de hoorcolleges. Geen grafische rekentoestellen toegelaten. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien het opleidingsonderdeel niet kan getolereerd worden, dient alleen het onderdeel (Business modelling en/of economie) hernomen te worden in tweedekans waarop de student niet geslaagd is. Het concrete verloop van het tweedekansexamen wordt hieronder beschreven.
* Business modelling: indien een groep (individu) niet geslaagd is na de eerste kans, wordt een individuele schrijfopdracht voorzien als tweede kans.
* Economie: schriftelijk, gesloten boek examen bestaande uit meerkeuzevragen met giscorrectie, eventueel aangevuld met enkele open vragen en/of oefeningen. Geen grafische rekentoestellen toegelaten.
Er worden geen (deel)cijfers overgedragen naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Business modelling: meer info tijdens eerste hoorcollege.
Economie: PowerPoint presentaties of ander studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld op Toledo |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Value Proposition Design: how to create products and services customers want,Alexander Osterwalder, Yves Pigneur, Gregory Bernarda, Alan Smith, Trish Papadakos,2014,Wiley,9781118968055
- Business Model Generation: A Handbook for Visionaries, Game Changers, and Challengers,Alexander Osterwalder, Yves Pigneur,2010,Vakmedianet Management,9780470876411,Beschikbaar als e-book: https://ebookcentral-proquest-com.bib-proxy.uhasselt.be/lib/ubhasselt/detail.action?docID=581476&pq-origsite=summon
- Marketing voor ondernemers- Gids voor starters en bedrijven met groeiambities,Marc Logman,Garant uitgevers nv,9789044128130
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Meer informatie over de aanbevolen literatuur wordt gegeven tijdens de eerste hoorcolleges Business Modelling.
Situering binnen het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Het opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse economische aspecten waarmee hij/zij kan geconfronteerd worden, waardoor de student met de nodige economische basiskennis meer gefundeerde beslissingen kan nemen op de arbeidsmarkt. |
|
|
|
|
|
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - chemie | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Overgangscurriculum | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.14 De student heeft kennis van de algemene begrippen, concepten en formules met betrekking tot ondernemen en algemene economie. | | | - BC
| De student kan de 9 componenten van het businessmodelcanvas van Ostwalder duidelijk definiëren en beschrijven, met bijzondere aandacht voor de klantwaardepropositie. | | | - BC
| De student kent zowel de werking van de diverse micro-economische marktvormen als de werking van de macro-economische goederenmarkt en de link met de micro-economische geldmarkt, met bijhorende begrippen formules en figuren. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.13 De student heeft inzicht in de algemene begrippen, concepten en formules met betrekking tot ondernemen en algemene economie. | | | - BC
| De student kan de onderlinge verbanden tussen de 9 componenten van het businessmodelcanvas beschrijven en visualiseren (holistische kijk/360°). | | | - BC
| De student heeft inzicht in de prijs- en hoeveelheidsbepalingen bij de diverse marktvormen, de factoren die hierop een invloed kunnen hebben en heeft inzicht in de verbanden tussen de diversen marktvariabelen,
zowel op macro- als micro-economisch vlak. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| De student kan zelf en binnen een team een businesscanvasmodel opstellen. | | | - BC
| De student kan een macro- en micro-economisch evenwicht wiskundig berekenen en grafisch weergeven,
evenals effecten van veranderingen. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan de relevante informatie vinden die nodig is om de componenten van het businessmodel te onderbouwen. | | | - BC
| De student kan de relevante info identificeren die nodig is om een micro- en/of macro-economisch probleem op te lossen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| De student kan de kritische facetten identificeren en definiëren die bijdragen tot het bedrijfsmatig realiseren van het product of dienst: het businessmodel. | | | - BC
| De student kan vanuit een krantenartikel, fictieve of actuele gegevens een micro-of macro-economisch probleem analyseren. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan een bepaald probleem opsplitsen in zowel micro- als macro-economische problemen. | | | - BC
| De student kan goed plaatsen tot welk onderdeel van het business model een bepaald inzicht hoort. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student kan een technisch ontwerp (conceptfase) vertalen in zeer concrete waarde voor de klant. | | | - BC
| De student kan de implementatiegevolgen van bepaalde strategische keuzes bij het businessmodel goed inschatten. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student kan in de vorm van een rapport een kritische reflectie geven op alle aspecten van het businessmodel project. | | | - BC
| De student kan opmerkingen van de docent en medestudenten (challengers van zijn idee) op een doordachte manier meenemen ter verbetering van zijn project. | | | - BC
| De student kan bij de analyse van een probleem duidelijk weergeven welke vereenvoudigingen/veronderstellingen gemaakt worden. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan beknopt en goed gestructureerd schriftelijk communiceren over projectresultaten. | | | - BC
| De student kan op een beknopte en chronologische manier alle verbanden,... neerschrijven. | | | - BC
| De student kan micro- en macro-economische problemen correct en gestructureerd neerschrijven. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan beknopt en goed gestructureerd mondeling communiceren over projectresultaten. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student kan inzichten (in tekst geformuleerd) in een visueel schema plaatsen en verbanden in het schema aangeven. | | | - BC
| De student kan micro- en macro-economisch problemen/situaties/gebeurtenissen grafisch of schematisch weergeven. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student toont dat hij in teamverband kan werken aan het rapport door samen aan een oplossing voor een probleemcontext te werken en ieders rol te rapporteren in een logboek. | - EC
| EC11 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan bij het realiseren van een opdracht verantwoord denken en handelen rekening houdend met de maatschappelijke en internationale waarden, relaties en consequenties. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | - DC
| 11.2 De student heeft inzicht en houdt rekening met de belangen van verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de gevolgen van marktmacht op consument en maatschappij. | | - DC
| 11.3 De student heeft inzicht in en houdt rekening met de maatschappelijke relevantie en consequenties in het realiseren van een opdracht. | | | - BC
| De student heeft oog voor maatschappelijke en duurzame waarden, naast de puur commerciële waarde van een product. | | | - BC
| De student kan aangeleerde inzichten uit de micro- en macro-economie niet alleen linken aan elkaar, maar ook aan de actualiteit. | | | - BC
| De student heeft inzicht in de nood aan overheidsoptreden voor bepaalde maatschappelijke problemen en kan de efficëntie ervan beoordelen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student kan professioneel en op eigen initiatief handelen, toont een grote inzet en werkkracht, respecteert deadlines en past de principes van een efficiënt time management toe. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- Business modelling: de studenten hebben de eerste twee opleidingsjaren de nodige technische kennis en vaardigheden vergaard om een bepaald product te kunnen ontwerpen en produceren of een bepaalde dienst te kunnen leveren.
- Economie: geen begincompetenties vereist.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel bouwen we op twee niveaus aan de economische empathie van de ingenieur.
Business modelling
Op het eerste niveau staat het technische product centraal. Echter, in een bedrijf en op de markt is het product geen doel, maar een middel om waarde te genereren. Hoe die waarde bedrijfsintern en marktextern wordt gecreëerd, kan worden gevat door een "business model canvas" en een "value proposition canvas".
Economie
Op het tweede niveau introduceren we enkele macro- en micro-economische processen die een basis vormen voor het economisch denken (op niveau van sector of land).
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Andere: | De paper wordt in zijn geheel gequoteerd, van opstart tot eindrapport en toelichting. |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
|
Andere: | Economie: Meerkeuzevragen met giscorrectie (eventueel aangevuld met enkele open vragen/oefeningen). Meer info tijdens hoorcolleges. Geen grafische rekentoestellen toegelaten. |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Het deel business modelling en economie telt elk voor 50% van het eindresultaat. De student dient echter op beide delen (business modelling en economie) een tolereerbaar resultaat (min. 8/20) te behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel in zijn geheel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een niet-tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximum 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Er worden geen (deel)cijfers overgedragen naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op een (of beide) delen een niet-tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier maximum 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde en dient het deel waarop hij geen tolereerbaar cijfer heeft gehaald te hernemen via een tweedekansexamen. |
|
|
|
Extra info | Business modelling (50%): groepspaper (max. 5 personen) waarin waardepropositiecanvas en business model canvas voor het eigen product wordt uitgewerkt en toegelicht volgens het protocol van Osterwalder aangevuld met een presentatie van de paper. Bij die presentatie kan gebruik gemaakt worden van een jury.
Economie (50%): schriftelijk, gesloten boek examen bestaande uit meerkeuzevragen met giscorrectie (eventueel aangevuld met enkele open vragen/oefeningen). Meer info tijdens de hoorcolleges. Geen grafische rekentoestellen toegelaten. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Indien het opleidingsonderdeel niet kan getolereerd worden, dient alleen het onderdeel (Business modelling en/of economie) hernomen te worden in tweedekans waarop de student niet geslaagd is. Het concrete verloop van het tweedekansexamen wordt hieronder beschreven.
* Business modelling: indien een groep (individu) niet geslaagd is na de eerste kans, wordt een individuele schrijfopdracht voorzien als tweede kans.
* Economie: schriftelijk, gesloten boek examen bestaande uit meerkeuzevragen met giscorrectie, eventueel aangevuld met enkele open vragen en/of oefeningen. Geen grafische rekentoestellen toegelaten.
Er worden geen (deel)cijfers overgedragen naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Business modelling: meer info tijdens eerste hoorcollege.
Economie: PowerPoint presentaties of ander studiemateriaal wordt ter beschikking gesteld op Toledo |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Value Proposition Design: how to create products and services customers want,Alexander Osterwalder, Yves Pigneur, Gregory Bernarda, Alan Smith, Trish Papadakos,2014,Wiley,9781118968055
- Business Model Generation: A Handbook for Visionaries, Game Changers, and Challengers,Alexander Osterwalder, Yves Pigneur,2010,Vakmedianet Management,9780470876411,Beschikbaar als e-book: https://ebookcentral-proquest-com.bib-proxy.uhasselt.be/lib/ubhasselt/detail.action?docID=581476&pq-origsite=summon
- Marketing voor ondernemers- Gids voor starters en bedrijven met groeiambities,Marc Logman,Garant uitgevers nv,9789044128130
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Meer informatie over de aanbevolen literatuur wordt gegeven tijdens de eerste hoorcolleges Business Modelling.
Situering binnen het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ondernemen en Maatschappij.
Relatie met werkveld
Het opleidingsonderdeel laat de student kennismaken met diverse economische aspecten waarmee hij/zij kan geconfronteerd worden, waardoor de student met de nodige economische basiskennis meer gefundeerde beslissingen kan nemen op de arbeidsmarkt. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|