Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Basisbegrippen in de wiskunde (4544)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (3376)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Basisbegrippen in de wiskunde (4544)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (4543)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de wiskunde | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | | - DC
| 1.3: De bachelor wiskunde heeft grondige basiskennis en inzicht in analyse | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | | - DC
| 3.1: De bachelor wiskunde beheerst de wiskundige notatie | | - DC
| 3.4: De bachelor wiskunde kan de gevolgen (implicaties) van abstracte redeneringen overzien | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen. | | - DC
| 4.1: De bachelor wiskunde kan een wiskundig bewijs of argument begrijpen en beoordelen op juistheid | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven. | | - DC
| 5.1: De bachelor wiskunde kan rekenkundige methoden (bijvoorbeeld integreren, afleiden van functies, variatie van parameters, hypothese toetsing, … ) toepassen om eenvoudige wiskundige problemen op te lossen | - EC
| EC 6: De bachelor Wiskunde kan de reeds verworven kennis integreren in nieuwe wiskundige onderwerpen. Hij/zij begrijpt de samenhang tussen onderwerpen. | | - DC
| 6.1: De bachelor wiskunde herkent gemeenschappelijke wiskundige en logische beginselen in diverse wiskundige deelgebieden | - EC
| EC 7: De bachelor Wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige basisteksten begrijpend lezen. | | - DC
| 7.2: De bachelor wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige Engelstalige basisteksten begrijpend lezen | - EC
| EC 13: De bachelor Wiskunde is vertrouwd met Engelstalige vakliteratuur. | | - DC
| 13.1: De bachelor wiskunde kent naast de Nederlandse, ook de Engelse benamingen voor verschillende wiskundige concepten |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
2. De student kan eenvoudige lineaire stelsels oplossen en kent de begrippen determinant, eigenwaarde en eigenvectoren.
3. De student beheerst het werken met reële getallen, cartesische- en poolcoördinaten in het vlak, reële functies in één reële veranderlijke en hun grafieken, basiseigenschappen van elementaire functies.
4. De student beheerst het werken met lineaire en kwadratische vergelijkingen in het reële vlak en in de drie-dimensionale ruimte en kent de begrippen vector, afstand (zelfs in de n-ruimte).
5. De student begrijpt de begrippen limiet en continuïteit, inclusief eenvoudige eigenschappen (o.a. tussenwaardestelling) en kan limieten berekenen gebruik makend van de formele rekenregels en van belangrijke technieken zoals de regels van l'Hôpital, Taylorbenadering, afschatting.
6. De student kent de notie van afgeleide van orde 1 en hogere orde en begrijpt de betekenis van de middelwaardestelling en kan deze gebruiken. De student kent de formele rekenregels van het afleiden, inclusief de kettingregel.
7. De student kan de afgeleiden gebruiken in het zoeken van extrema, in het tekenen van grafieken en in het benaderen van functies
8. De student kent de notie van (bepaalde en onbepaaalde) integraal en een aantal belangrijke technieken voor het berekenen van integralen en kan deze toepassen.
9. De student kent de Taylor benaderingen van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen.
|
|
|
1. Basisbegrippen van analytische meetkunde in een reële 3-ruimte: scalair product, vectorieel product, vergelijkingen van rechten, vlakken en kwadrieken. niveau-oppervlak, parametrisch oppervlak, (gladde) parameterkromme, vlakken, booglengte, kromming, Frenet-Serret coordinatenstelsel.
2. Reële functies in meerdere reële veranderlijken: limiet en continuïteit (intuitief), inclusief eenvoudige eigenschappen, partiële afgeleide van willekeurige orde en toepassingen (raakvlakken, normalen, gradiënten, richtingsafgeleiden, afgeleiden van impliciet gedefinieerde functies), differentieerbaarheid.
3. Taylor benaderingen, van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen bij lineaire benaderingen.
4. Dubbele integralen: definitie, eigenschappen en technieken om deze integralen te berekenen voor elementaire of reguliere domeinen.
5. Extreme waarden bij problemen zonder of met nevenvoorwaarden, multiplicatoren van Lagrange.
|
|
|
|
|
|
|
Contactmoment ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Calculus: A Complete Course,Robert A. Adams, Christopher Essex,10th Edition,Pearson,9780135732588 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Leidraad (wordt op blackboard beschikbaar gesteld) |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
slides (beschikbaar op blackboard) |
|
|
|
|
|
| 1ste bachelorjaar in de fysica | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Fysica kent de voornaamste theorieën van de fysica zoals de kwantummechanica, de (speciale) relativiteitstheorie, de elektrodynamica, de statistische fysica en de klassieke mechanica en kan deze toepassen in een aantal belangrijke domeinen uit de fysica. | - EC
| EC 3: De bachelor Fysica kan modellen en technieken uit de fysica en andere wetenschappelijke domeinen gebruiken voor het oplossen van multidisciplinaire problemen. | - EC
| EC 7: De bachelor Fysica kan de in de fysica gebruikte wiskundige methodes toepassen en beschikt over een goede rekenvaardigheid, met inbegrip van computationele technieken en programmeervaardigheden. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
2. De student kan eenvoudige lineaire stelsels oplossen en kent de begrippen determinant, eigenwaarde en eigenvectoren.
3. De student beheerst het werken met reële getallen, cartesische- en poolcoördinaten in het vlak, reële functies in één reële veranderlijke en hun grafieken, basiseigenschappen van elementaire functies.
4. De student beheerst het werken met lineaire en kwadratische vergelijkingen in het reële vlak en in de drie-dimensionale ruimte en kent de begrippen vector, afstand (zelfs in de n-ruimte).
5. De student begrijpt de begrippen limiet en continuïteit, inclusief eenvoudige eigenschappen (o.a. tussenwaardestelling) en kan limieten berekenen gebruik makend van de formele rekenregels en van belangrijke technieken zoals de regels van l'Hôpital, Taylorbenadering, afschatting.
6. De student kent de notie van afgeleide van orde 1 en hogere orde en begrijpt de betekenis van de middelwaardestelling en kan deze gebruiken. De student kent de formele rekenregels van het afleiden, inclusief de kettingregel.
7. De student kan de afgeleiden gebruiken in het zoeken van extrema, in het tekenen van grafieken en in het benaderen van functies
8. De student kent de notie van (bepaalde en onbepaaalde) integraal en een aantal belangrijke technieken voor het berekenen van integralen en kan deze toepassen.
9. De student kent de Taylor benaderingen van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen.
|
|
|
1. Basisbegrippen van analytische meetkunde in een reële 3-ruimte: scalair product, vectorieel product, vergelijkingen van rechten, vlakken en kwadrieken. niveau-oppervlak, parametrisch oppervlak, (gladde) parameterkromme, vlakken, booglengte, kromming, Frenet-Serret coordinatenstelsel.
2. Reële functies in meerdere reële veranderlijken: limiet en continuïteit (intuitief), inclusief eenvoudige eigenschappen, partiële afgeleide van willekeurige orde en toepassingen (raakvlakken, normalen, gradiënten, richtingsafgeleiden, afgeleiden van impliciet gedefinieerde functies), differentieerbaarheid.
3. Taylor benaderingen, van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen bij lineaire benaderingen.
4. Dubbele integralen: definitie, eigenschappen en technieken om deze integralen te berekenen voor elementaire of reguliere domeinen.
5. Extreme waarden bij problemen zonder of met nevenvoorwaarden, multiplicatoren van Lagrange.
|
|
|
|
|
|
|
Contactmoment ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Calculus: A Complete Course,Robert A. Adams, Christopher Essex,10th Edition,Pearson,9780135732588 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Leidraad (wordt op blackboard beschikbaar gesteld) |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
slides (beschikbaar op blackboard) |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de economie cluster wiskunde | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
2. De student kan eenvoudige lineaire stelsels oplossen en kent de begrippen determinant, eigenwaarde en eigenvectoren.
3. De student beheerst het werken met reële getallen, cartesische- en poolcoördinaten in het vlak, reële functies in één reële veranderlijke en hun grafieken, basiseigenschappen van elementaire functies.
4. De student beheerst het werken met lineaire en kwadratische vergelijkingen in het reële vlak en in de drie-dimensionale ruimte en kent de begrippen vector, afstand (zelfs in de n-ruimte).
5. De student begrijpt de begrippen limiet en continuïteit, inclusief eenvoudige eigenschappen (o.a. tussenwaardestelling) en kan limieten berekenen gebruik makend van de formele rekenregels en van belangrijke technieken zoals de regels van l'Hôpital, Taylorbenadering, afschatting.
6. De student kent de notie van afgeleide van orde 1 en hogere orde en begrijpt de betekenis van de middelwaardestelling en kan deze gebruiken. De student kent de formele rekenregels van het afleiden, inclusief de kettingregel.
7. De student kan de afgeleiden gebruiken in het zoeken van extrema, in het tekenen van grafieken en in het benaderen van functies
8. De student kent de notie van (bepaalde en onbepaaalde) integraal en een aantal belangrijke technieken voor het berekenen van integralen en kan deze toepassen.
9. De student kent de Taylor benaderingen van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen.
|
|
|
1. Basisbegrippen van analytische meetkunde in een reële 3-ruimte: scalair product, vectorieel product, vergelijkingen van rechten, vlakken en kwadrieken. niveau-oppervlak, parametrisch oppervlak, (gladde) parameterkromme, vlakken, booglengte, kromming, Frenet-Serret coordinatenstelsel.
2. Reële functies in meerdere reële veranderlijken: limiet en continuïteit (intuitief), inclusief eenvoudige eigenschappen, partiële afgeleide van willekeurige orde en toepassingen (raakvlakken, normalen, gradiënten, richtingsafgeleiden, afgeleiden van impliciet gedefinieerde functies), differentieerbaarheid.
3. Taylor benaderingen, van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen bij lineaire benaderingen.
4. Dubbele integralen: definitie, eigenschappen en technieken om deze integralen te berekenen voor elementaire of reguliere domeinen.
5. Extreme waarden bij problemen zonder of met nevenvoorwaarden, multiplicatoren van Lagrange.
|
|
|
|
|
|
|
Contactmoment ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Calculus: A Complete Course,Robert A. Adams, Christopher Essex,10th Edition,Pearson,9780135732588 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Leidraad (wordt op blackboard beschikbaar gesteld) |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
slides (beschikbaar op blackboard) |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek wiskunde | Keuze | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 5.4 De educatieve master is een domeinexpert WET: de EM heeft gevorderde kennis van en inzicht in de domeindisciplines relevant voor de specifieke vakdidactiek(en). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
1. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
2. De student kan eenvoudige lineaire stelsels oplossen en kent de begrippen determinant, eigenwaarde en eigenvectoren.
3. De student beheerst het werken met reële getallen, cartesische- en poolcoördinaten in het vlak, reële functies in één reële veranderlijke en hun grafieken, basiseigenschappen van elementaire functies.
4. De student beheerst het werken met lineaire en kwadratische vergelijkingen in het reële vlak en in de drie-dimensionale ruimte en kent de begrippen vector, afstand (zelfs in de n-ruimte).
5. De student begrijpt de begrippen limiet en continuïteit, inclusief eenvoudige eigenschappen (o.a. tussenwaardestelling) en kan limieten berekenen gebruik makend van de formele rekenregels en van belangrijke technieken zoals de regels van l'Hôpital, Taylorbenadering, afschatting.
6. De student kent de notie van afgeleide van orde 1 en hogere orde en begrijpt de betekenis van de middelwaardestelling en kan deze gebruiken. De student kent de formele rekenregels van het afleiden, inclusief de kettingregel.
7. De student kan de afgeleiden gebruiken in het zoeken van extrema, in het tekenen van grafieken en in het benaderen van functies
8. De student kent de notie van (bepaalde en onbepaaalde) integraal en een aantal belangrijke technieken voor het berekenen van integralen en kan deze toepassen.
9. De student kent de Taylor benaderingen van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen.
|
|
|
1. Basisbegrippen van analytische meetkunde in een reële 3-ruimte: scalair product, vectorieel product, vergelijkingen van rechten, vlakken en kwadrieken. niveau-oppervlak, parametrisch oppervlak, (gladde) parameterkromme, vlakken, booglengte, kromming, Frenet-Serret coordinatenstelsel.
2. Reële functies in meerdere reële veranderlijken: limiet en continuïteit (intuitief), inclusief eenvoudige eigenschappen, partiële afgeleide van willekeurige orde en toepassingen (raakvlakken, normalen, gradiënten, richtingsafgeleiden, afgeleiden van impliciet gedefinieerde functies), differentieerbaarheid.
3. Taylor benaderingen, van willekeurige orde, inclusief foutafschattingen bij lineaire benaderingen.
4. Dubbele integralen: definitie, eigenschappen en technieken om deze integralen te berekenen voor elementaire of reguliere domeinen.
5. Extreme waarden bij problemen zonder of met nevenvoorwaarden, multiplicatoren van Lagrange.
|
|
|
|
|
|
|
Contactmoment ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Calculus: A Complete Course,Robert A. Adams, Christopher Essex,10th Edition,Pearson,9780135732588 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Leidraad (wordt op blackboard beschikbaar gesteld) |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
slides (beschikbaar op blackboard) |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|