Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
Advies
Geadviseerd wordt voldoende kennis in het domein waarin de student(e) een eindproject wil schrijven.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de wiskunde | Verplicht | 270 | 10,0 | 135 | 135 | 10,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...). | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen. | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven. | | - DC
| 5.1: De bachelor wiskunde kan rekenkundige methoden (bijvoorbeeld integreren, afleiden van functies, variatie van parameters, hypothese toetsing, … ) toepassen om eenvoudige wiskundige problemen op te lossen | | - DC
| 5.2: De bachelor wiskunde kan wiskundige theorieën toepassen om eenvoudige wiskundige problemen te analyseren | | - DC
| 5.3: De bachelor wiskunde kan door gebruik te maken van verschillende bewijstechnieken (bijvoorbeeld: direct/axiomatisch bewijs, inductie, ongerijmde, contrapositie, tegenvoorbeeld, oneindige afdaling) binnen de geleerde stof zelfstandig een bewijs en een wiskundig juiste argumentatie opstellen en opschrijven | - EC
| EC 6: De bachelor Wiskunde kan de reeds verworven kennis integreren in nieuwe wiskundige onderwerpen. Hij/zij begrijpt de samenhang tussen onderwerpen. | | - DC
| 6.1: De bachelor wiskunde herkent gemeenschappelijke wiskundige en logische beginselen in diverse wiskundige deelgebieden | | - DC
| 6.2: De bachelor wiskunde kan in vogelvlucht diverse wiskundige onderwerpen en deelgebieden overzien | | - DC
| 6.3: De bachelor wiskunde begrijpt de samenhang tussen verschillende onderwerpen | | - DC
| 6.4: De bachelor wiskunde kan geleerde beginselen in het ene onderwerp integreren in een ander, nieuw onderwerp | - EC
| EC 7: De bachelor Wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige basisteksten begrijpend lezen. | | - DC
| 7.1: De bachelor wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige Nederlandstalige basisteksten begrijpend lezen | | - DC
| 7.2: De bachelor wiskunde kan zelfstandig nieuwe wiskundige Engelstalige basisteksten begrijpend lezen | - EC
| EC 8: De bachelor Wiskunde heeft enige vaardigheid in modelleren. | | - DC
| 8.1: De bachelor wiskunde kan (beschrijvende) statistische methoden gebruiken om statistische variabelen en betrouwbaarheidsintervallen te schatten uit data | | - DC
| 8.2: A graduate of the Bachelor of Mathematics programme understands simple physics principles and models | | - DC
| 8.3: A graduate of the Bachelor of Mathematics programme can create a simple model for a natural science phenomenon or technological application | - EC
| EC 10: De bachelor Wiskunde heeft kennis van een aantal toepassingen van wiskunde.
| | - DC
| 10.1: De bachelor wiskunde heeft kennis van toepassingen uit de natuurwetenschappen | | - DC
| 10.2: De bachelor wiskunde heeft kennis van data-analyse | - EC
| EC 13: De bachelor Wiskunde is vertrouwd met Engelstalige vakliteratuur. | | - DC
| 13.2: De bachelor wiskunde komt in contact met internationale vakliteratuur uit diverse gebieden van de wiskunde | - EC
| EC 14: De bachelor Wiskunde heeft een kritische ingesteldheid en een onderzoekshouding.
| | - DC
| 14.1: De bachelor wiskunde denkt kritisch na over verworven informatie | | - DC
| 14.2: De bachelor wiskunde is gedreven om verworven informatie te onderzoeken op waarheid en verdere implicaties | - EC
| EC 15: De bachelor Wiskunde kan zelf (of in groep) een beperkte studie uitvoeren over een wiskundig onderwerp, d.w.z. wetenschappelijke bronnen kritisch hanteren, zelf de studie uitvoeren, rapporteren (ook in LaTex) en prsenteren. | | - DC
| 15.1: De bachelor wiskunde kan zelf of groepsgewijs een beperkte studie uitvoeren over een wiskundig onderwerp | | - DC
| 15.2: De bachelor wiskunde kan wetenschappelijke bronnen kritisch hanteren en op waarde schatten | | - DC
| 15.3: De bachelor wiskunde kan schriftelijk (in Latex) rapporteren over de resultaten van een gedane studie | | - DC
| 15.4: De bachelor wiskunde kan mondeling presenteren over de resultaten van een gedane studie | - EC
| EC 16: De bachelor Wiskunde is in staat te plannen, hij/zij heeft inzicht in zijn leerproces en kan dit evalueren en bijsturen. | | - DC
| 16.1: De bachelor wiskunde kan een planning maken van zijn/haar studie en activiteiten | | - DC
| 16.2: De bachelor wiskunde heeft inzicht in zijn/haar leerproces door zelfevaluatie | | - DC
| 16.3: De bachelor wiskunde kan zijn/haar leerproces bijsturen indien nodig | - EC
| EC17: De bachelor wiskunde heeft aandacht voor ethisch handelen in het kader van eigen onderzoek. (o.a. plagiaat, correct presenteren van resultaten) en gaat vertrouwelijk om met verkregen informatie. | | - DC
| 17.1: De bachelor wiskunde heeft aandacht voor ethisch handelen in het kader van eigen onderzoek (o.a. plagiaat, correct presenteren van resultaten, intellectueel eigendom, bronvermelding) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student(e) wordt geacht voldoende kennis te hebben van het domein waarin hij/zij een eindproject wil schrijven.
|
|
|
Per twee (uitzonderlijk drie) studenten wordt in teamverband aan een eindproject (bachelor) gewerkt. In samenspraak met de voorzitter van de examencommissie en de promotoren, verdelen de studenten onderling de door de promotoren voorgestelde onderwerpen en stellen de teams samen. Ter uitwerking van het project stellen de studenten een LaTeX document samen van 25 à 30 bladzijden. Ten laatste de elfde week van het tweede semester bezorgt elk team het voltooid manuscript aan de voorzitter van de examencommissie. Op een vooraf vastgestelde dag tijdens de twaalfde of dertiende week van het tweede semester verdedigt elk team haar project gedurende twintig minuten in een openbare zitting.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Studenten kunnen een voldoende (>= 10/20) op het eindrapport overdragen naar de tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Studenten kunnen een voldoende (>= 10/20) op de mondelinge verdediging overdragen naar de tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
Andere: | Procesevaluatie. Het cijfer van dit onderdeel is een weergave van de organisatie, vooruitgang, regelmatigheid en stiptheid van de werkzaamheden, zelfstandigheid, teamwork, communicatie met de begeleider, en de tussentijdse presentatie. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Studenten kunnen een voldoende (>= 10/20) op de procesevaluatie overdragen naar de tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Deelname aan alle onderdelen van de evaluatie is verplicht. Het bijwonen van de eindpresentatie van alle medestudenten is eveneens verplicht. 2. Voor ieder onderdeel dient de student(e) tenminste 8/20 te behalen. 3. Voor alle onderdelen tezamen dient de student(e) tenminste 10/20 als eindresultaat te behalen. |
|
|
|
Gevolg | 1. De student(e) die niet heeft deelgenomen aan een of meerdere onderdelen van de evaluatie krijgt als eindresultaat een `N` op het opleidingsonderdeel. 2. De student(e) die minder dan 8/20 behaalt op een of meerdere onderdelen van de evaluatie krijgt als eindresultaat `fail`. 3. De student(e) die minder dan 10/20 voor alle onderdelen tezamen heeft behaald, krijgt als eindresultaat ´fail´. Dit opleidingsonderdeel is uitgesloten van automatische tolerantieregeling (examenregeling, artikel 4.7, lid 2). |
|
|
|
Extra info | De beoordeling van het eindproject bestaat uit een beoordeling van de tekst, de mondelinge presentatie (publieke verdediging) en het proces. De begeleider van het project doet een eerste voorstel van beoordeling op basis van het geschreven rapport. De eindbeoordeling gebeurt in overleg met de tweede lezer van het geschreven rapport en het gehele team aan promotoren, begeleiders en andere aanwezige ZAP-leden van de vakgroep die de presentatie hebben bijgewoond. Indien er een externe begeleider is, zal er ook een ZAP lid van de UHasselt als interne begeleider fungeren. De deelcijfers gelden in beginsel voor de hele groep, maar kunnen afwijken indien deze niet zouden stroken met de individuele bijdragen van het groepslid. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het eindrapport (60% van de punten) kan herwerkt worden en er kan een nieuwe presentatie worden gehouden (25% van de punten). De procesevaluatie kan niet hernomen worden. De student(e) kan de scores voor ieder onderdeel van de evaluatie overdragen naar de tweede zittijd voor zover het cijfer van het betreffende onderdeel/onderdelen minstens 10/20 bedraagt. |
|
|
|
|
|
|
|
| exchange wiskunde | Keuze | 270 | 10,0 | | 270 | 10,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student(e) wordt geacht voldoende kennis te hebben van het domein waarin hij/zij een eindproject wil schrijven.
|
|
|
Per twee (uitzonderlijk drie) studenten wordt in teamverband aan een eindproject (bachelor) gewerkt. In samenspraak met de voorzitter van de examencommissie en de promotoren, verdelen de studenten onderling de door de promotoren voorgestelde onderwerpen en stellen de teams samen. Ter uitwerking van het project stellen de studenten een LaTeX document samen van 25 à 30 bladzijden. Ten laatste de elfde week van het tweede semester bezorgt elk team het voltooid manuscript aan de voorzitter van de examencommissie. Op een vooraf vastgestelde dag tijdens de twaalfde of dertiende week van het tweede semester verdedigt elk team haar project gedurende twintig minuten in een openbare zitting.
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 10,00
Evaluatievorm | |
|
Ander examen | 100 % |
|
Andere: | De beoordeling van het eindproject bestaat uit een beoordeling van de tekst, de mondelinge presentatie (publieke verdediging) en de procesevaluatie. De begeleider van het project doet een eerste voorstel van beoordeling op basis van het geschreven rapport. De eindbeoordeling gebeurt in overleg met de ZAP coordinatoren van de vakgroepen wiskunde die de verdediging bijgewoond hebben. Indien er een externe begeleider is, zal er ook een ZAP lid van de UHasselt als interne begeleider fungeren. |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Dit opleidingsonderdeel is uitgesloten van automatische compensatieregeling |
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|