Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
De student heeft tot op heden alle opleidingsonderdelen opgenomen in volgend studieprogramma om het onderliggende bachelordiploma te kunnen behalen
|
|
|
bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde
|
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Verplicht | 243 | 9,0 | 60 | 183 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.1 De student kan een relevante onderzoeksvraag opstellen. | | | - BC
| De student kan een wetenschappelijke probleemstelling formuleren. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan op basis van aangereikte en zelf verzamelde literatuur een literatuurstudie uitvoeren. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| De student refereert op correcte wijze naar gebruikte wetenschappelijke bronnen in zijn schriftelijke en mondelinge communicatie. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student kan proeven plannen en uitvoeren in een wetenschappelijk labo, de resultaten hiervan vergelijken met resultaten van computermodellen en/of eerdere experimenten en, in voorkomend geval, deze in verband brengen met fysische en mechanische eigenschappen van een bouwmateriaal. | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| De student kan de gevonden informatie analyseren en kritisch verwerken, een synthese maken en hierover rapporteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student selecteert de meest geschikte oplossingsmethode(s) in functie van de probleemstelling en randvoorwaarden, gebaseerd op een wetenschappelijke argumentatie. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student voert de gekozen oplossingsmethode correct uit. | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| De student lost probleemstellingen op en beantwoordt alle onderzoeksvragen op gepaste wijze. | | - DC
| BK 6.1 De student kan courante bouwkundige constructies en constructie-elementen in verschillende materialen ontwerpen en berekenen. | | | - BC
| Afhankelijk van het onderwerp ontwerpt en berekent de student de benodigde constructie-elementen op de juiste manier. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student beheerst de beschikbare literatuur goed en kan de bevindingen van zijn onderzoek vergelijken met die in de literatuur. | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student kan zijn project verbeteren gebaseerd op de kritische reflectie van de docenten en medestudenten (peer evaluation). | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan projectmatig werken en hierover rapporteren in een logboek. | | | - BC
| De student kan over het verrichte onderzoek rapporteren in een Engelstalige wetenschappelijke paper. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan over het verrichte onderzoek rapporteren op een mondelinge juryverdediging. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student gebruikt moderne digitale tools om zijn projectcommunicatie te verduidelijken. | | | - BC
| De student visualiseert zijn project in een wetenschappelijke poster. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De student kan in teamverband een onderzoeksproject binnen het vakgebied van bouwkunde plannen en uitvoeren. | | | - BC
| De student kan zijn project verbeteren gebaseerd op de kritische reflectie van de docenten en medestudenten (peer evaluation). | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student neemt actief deel aan het onderzoek en is aanwezig/responsief zowel tijdens de contactmomenten als de eindpresentatie. | | - DC
| 10.3 De student heeft oog voor en draagt bij tot een constructieve sfeer en samenwerking (proces). | | | - BC
| De student kan de tussentijdse deadlines met betrekking tot het uit te voeren project respecteren. | | - DC
| 10.4 De student kan samenwerken binnen een multidisciplinair team. | | | - BC
| De student kan in teamverband zijn onderzoeksproject tot een goed einde brengen en kan volledige onderzoeksresultaten voorleggen. | | | - BC
| De student kan de finale deadline met betrekking tot het uit te voeren project respecteren. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student toont aan dat hij het onderzoekstopic beheerst door gefundeerde antwoorden te geven op gedetailleerde vragen. | | | - BC
| De student kan zijn project verbeteren gebaseerd op de kritische reflectie van de docenten en medestudenten (peer evaluation). |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ingenieursvaardigheden. Het maakt gebruik van de kennis en vaardigheden opgedaan in alle andere opleidingsonderdelen van de bacheloropleiding (of voorbereidingsprogramma).
|
|
|
COMMUNICATIE (2 SP)
Het aandeel communicatie bestaat enerzijds uit ondersteuning bij de tekstuele en grafische output en anderzijds uit 4 workshops rond gespreksvaardigheden, samenwerkingscompetenties, onderhandelen en visuele communicatie.
BACHELORPROJECT (7 SP)
Het 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' vormt het sluitstuk van de academische bacheloropleiding en is dan ook een belangrijke schakel in het leerdomein Ingenieursvaardigheden: 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde volgt op het opleidingsonderdeel Research Engineering Skills, en gaat vooraf aan de Masterproef. Het bachelorproject kadert in de onderzoeksdomeinen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en brengt de student de competenties bij van een beginnend onderzoeker.
In het bachelorproject krijgt de student in groep een bouwkundig probleem (bv. scheurvorming in metselwerkstructuren) voorgeschoteld dat hij op een wetenschappelijke manier dient te kaderen en uit te werken. Rond het voorgestelde probleem dient eerst relevante informatie verzameld te worden in wetenschappelijke literatuur. Nadien worden eigen berekeningen gemaakt, experimenten uitgevoerd en/of een vergelijkende studie gemaakt met de in de vakliteratuur en praktijk gevonden oplossingen. Verschillen en gelijkenissen worden kritisch besproken en neergeschreven in een wetenschappelijk artikel.
Het artikel wordt geschreven in het Engels. Tot slot wordt het gedane onderzoek voorgesteld tijdens een presentatie in het Engels voor een jury van specialisten. De onderzoeksgroep zal een aantal onderzoekstopics aanreiken waaruit de studenten kunnen kiezen.
ADMINISTRATIE
Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info in het 'elektronisch leerplatform'.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Rollenspel (simulatie) ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
|
Andere: | wetenschappelijke poster |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 23 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 22 % |
|
Andere: | COMMUNICATIE (2 SP): Semester 1: mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen. Semester 2: evaluatie van de tekstuele, grafische en mondelinge output. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. 2. Een student moet geslaagd zijn (>= 10/20) op het onderdeel Bachelorproject (7SP) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1. Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. 2. Een student die voor het onderdeel Bachelorproject (7SP) niet slaagt (<10/20), krijgt als eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel maximaal 9/20. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens de onderwijsperiode verwijst naar de procesevaluatie.
Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen.
Overdracht van cijfer naar volgend academiejaar van deel communicatie (2 SP): Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van het deel communicatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch het deel communicatie te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden, dienen het deel communicatie opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Deel communicatie (2 SP): Enkel tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output (semester 2). De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen (semester 1) en voor de mondelinge output (semester 2). |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW, alleen voor voorbereidend programma |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het elektronisch leerplatform dient als basis voor het verstrekken van het benodigde studiemateriaal (leidraad met duidelijke omschrijving van de opdracht, Powerpointpresentaties, vakliteratuur, ...). |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld Sommige onderwerpen in samenwerking met de bouwsector worden begeleid door zowel een begeleider van het respectievelijke bedrijf, als een onderzoeker van de opleiding.
Relatie met onderzoek De bachelorproef kadert binnen de onderzoekslijnen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en wordt afgestemd door onderzoekers van de opleiding. De studenten kiezen binnen welke van de onderzoekslijnen ze dit opleidingsonderdeel wensen uit te voeren (bv. numerieke modellering van schade aan constructies, trillingen, experimenteel onderzoek van metselwerkstructuren, numerieke modellering, enz.). In de sessies begeleide kennisverwerking komen de onderzoekstopics van CERG vanzelfsprekend aan bod. Via een literatuurstudie van wetenschappelijke artikels (waaronder publicaties van de onderzoeksgroep zelf) worden de studenten op de hoogte gebracht van de recentste ontwikkelingen in het vakgebied.
Duurzaamheidsaspecten Afhankelijk van de aard van het voorgestelde onderwerp voor de bachelorproef, kan duurzaamheid in meerdere ervan in verschillende vormen en mate worden opgenomen. |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen bouwkunde | Verplicht | 243 | 9,0 | 60 | 183 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
|
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ingenieursvaardigheden. Het maakt gebruik van de kennis en vaardigheden opgedaan in alle andere opleidingsonderdelen van de bacheloropleiding (of voorbereidingsprogramma).
|
|
|
COMMUNICATIE (2 SP)
Het aandeel communicatie bestaat enerzijds uit ondersteuning bij de tekstuele en grafische output en anderzijds uit 4 workshops rond gespreksvaardigheden, samenwerkingscompetenties, onderhandelen en visuele communicatie.
BACHELORPROJECT (7 SP)
Het 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' vormt het sluitstuk van de academische bacheloropleiding en is dan ook een belangrijke schakel in het leerdomein Ingenieursvaardigheden: 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde volgt op het opleidingsonderdeel Research Engineering Skills, en gaat vooraf aan de Masterproef. Het bachelorproject kadert in de onderzoeksdomeinen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en brengt de student de competenties bij van een beginnend onderzoeker.
In het bachelorproject krijgt de student in groep een bouwkundig probleem (bv. scheurvorming in metselwerkstructuren) voorgeschoteld dat hij op een wetenschappelijke manier dient te kaderen en uit te werken. Rond het voorgestelde probleem dient eerst relevante informatie verzameld te worden in wetenschappelijke literatuur. Nadien worden eigen berekeningen gemaakt, experimenten uitgevoerd en/of een vergelijkende studie gemaakt met de in de vakliteratuur en praktijk gevonden oplossingen. Verschillen en gelijkenissen worden kritisch besproken en neergeschreven in een wetenschappelijk artikel.
Het artikel wordt geschreven in het Engels. Tot slot wordt het gedane onderzoek voorgesteld tijdens een presentatie in het Engels voor een jury van specialisten. De onderzoeksgroep zal een aantal onderzoekstopics aanreiken waaruit de studenten kunnen kiezen.
ADMINISTRATIE
Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info in het 'elektronisch leerplatform'.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Rollenspel (simulatie) ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
|
Andere: | wetenschappelijke poster |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 23 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 22 % |
|
Andere: | COMMUNICATIE (2SP): Semester 1: mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen. Semester 2: evaluatie van de tekstuele, grafische en mondelinge output. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. 2. Een student moet geslaagd zijn (>= 10/20) op het onderdeel Bachelorproject (7SP) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1. Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. 2. Een student die voor het onderdeel Bachelorproject (7SP) niet slaagt (<10/20), krijgt als eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel maximaal 9/20. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens de onderwijsperiode verwijst naar de procesevaluatie.
Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen.
Overdracht van cijfer naar volgend academiejaar van deel communicatie (2 SP): Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van het deel communicatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch het deel communicatie te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden, dienen het deel communicatie opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Deel communicatie (2 SP): Enkel tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output (semester 2). De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen (semester 1) en voor de mondelinge output (semester 2). |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW, alleen voor voorbereidend programma |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het elektronisch leerplatform dient als basis voor het verstrekken van het benodigde studiemateriaal (leidraad met duidelijke omschrijving van de opdracht, Powerpointpresentaties, vakliteratuur, ...). |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld Sommige onderwerpen in samenwerking met de bouwsector worden begeleid door zowel een begeleider van het respectievelijke bedrijf, als een onderzoeker van de opleiding.
Relatie met onderzoek De bachelorproef kadert binnen de onderzoekslijnen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en wordt afgestemd door onderzoekers van de opleiding. De studenten kiezen binnen welke van de onderzoekslijnen ze dit opleidingsonderdeel wensen uit te voeren (bv. numerieke modellering van schade aan constructies, trillingen, experimenteel onderzoek van metselwerkstructuren, numerieke modellering, enz.). In de sessies begeleide kennisverwerking komen de onderzoekstopics van CERG vanzelfsprekend aan bod. Via een literatuurstudie van wetenschappelijke artikels (waaronder publicaties van de onderzoeksgroep zelf) worden de studenten op de hoogte gebracht van de recentste ontwikkelingen in het vakgebied.
Duurzaamheidsaspecten Afhankelijk van de aard van het voorgestelde onderwerp voor de bachelorproef, kan duurzaamheid in meerdere ervan in verschillende vormen en mate worden opgenomen. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Bouwkunde: pba bouw - deel 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 60 | 183 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
|
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Ingenieursvaardigheden.
|
|
|
COMMUNICATIE (2 SP)
Het aandeel communicatie bestaat enerzijds uit ondersteuning bij de tekstuele en grafische output en anderzijds uit 4 workshops rond gespreksvaardigheden, samenwerkingscompetenties, onderhandelen en visuele communicatie.
BACHELORPROJECT (7 SP)
Het 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' vormt het sluitstuk van de academische bacheloropleiding en is dan ook een belangrijke schakel in het leerdomein Ingenieursvaardigheden: 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde volgt op het opleidingsonderdeel Research Engineering Skills, en gaat vooraf aan de Masterproef. Het bachelorproject kadert in de onderzoeksdomeinen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en brengt de student de competenties bij van een beginnend onderzoeker.
In het bachelorproject krijgt de student in groep een bouwkundig probleem (bv. scheurvorming in metselwerkstructuren) voorgeschoteld dat hij op een wetenschappelijke manier dient te kaderen en uit te werken. Rond het voorgestelde probleem dient eerst relevante informatie verzameld te worden in wetenschappelijke literatuur. Nadien worden eigen berekeningen gemaakt, experimenten uitgevoerd en/of een vergelijkende studie gemaakt met de in de vakliteratuur en praktijk gevonden oplossingen. Verschillen en gelijkenissen worden kritisch besproken en neergeschreven in een wetenschappelijk artikel.
Het artikel wordt geschreven in het Engels. Tot slot wordt het gedane onderzoek voorgesteld tijdens een presentatie in het Engels voor een jury van specialisten. De onderzoeksgroep zal een aantal onderzoekstopics aanreiken waaruit de studenten kunnen kiezen.
ADMINISTRATIE
Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van 'Bachelorproject INGenieur - Bouwkunde' is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info in het 'elektronisch leerplatform'.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Rollenspel (simulatie) ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
|
Andere: | wetenschappelijke poster |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 23 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 15 % |
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 22 % |
|
Andere: | COMMUNICATIE (2 SP): Semester 1: mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen. Semester 2: evaluatie van de tekstuele, grafische en mondelinge output. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Een student dient minstens deel te nemen aan alle onderdelen van de permanente evaluatie. 2. Een student moet geslaagd zijn (>= 10/20) op het onderdeel Bachelorproject (7SP) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1. Indien een student niet deelneemt aan een (of meerdere) onderdelen van de permanente evaluatie, krijgt hij wel een eindresultaat (in afwijking van de examenregeling). Hij ontvangt een 0 voor het onderdeel waaraan hij niet deelnam. 2. Een student die voor het onderdeel Bachelorproject (7SP) niet slaagt (<10/20), krijgt als eindresultaat op het volledige opleidingsonderdeel maximaal 9/20. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens de onderwijsperiode verwijst naar de procesevaluatie.
Voor alle onderdelen van de permanente evaluatie is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden, die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend, kunnen hierop daarom geen beroep doen.
Overdracht van cijfer naar volgend academiejaar van deel communicatie (2 SP): Overdracht van cijfer van de permanente evaluatie van het deel communicatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch het deel communicatie te hernemen, maar hij moet dit dan expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens het eerste contactmoment. Studenten die minder dan 12/20 behaalden, dienen het deel communicatie opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens het eerste contactmoment navraag te doen naar het behaalde punt op de permanente evaluatie van het vorig academiejaar. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Deel communicatie (2 SP): Enkel tweede examenkans voor de tekstuele en grafische output (semester 2). De punten van de eerste examenkans blijven behouden voor de mondelinge/schriftelijke evaluaties tijdens de contacturen (semester 1) en voor de mondelinge output (semester 2). |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
Vademecum IIW,Wim Deferme, Bart Dreesen, Karine Evers, Jeroen Lievens, Bram Vandoren,978VADEMECUMIIW, alleen voor voorbereidend programma |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het elektronisch leerplatform dient als basis voor het verstrekken van het benodigde studiemateriaal (leidraad met duidelijke omschrijving van de opdracht, Powerpointpresentaties, vakliteratuur, ...). |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld Sommige onderwerpen in samenwerking met de bouwsector worden begeleid door zowel een begeleider van het respectievelijke bedrijf, als een onderzoeker van de opleiding.
Relatie met onderzoek De bachelorproef kadert binnen de onderzoekslijnen van de Construction Engineering Research Group (CERG) en wordt afgestemd door onderzoekers van de opleiding. De studenten kiezen binnen welke van de onderzoekslijnen ze dit opleidingsonderdeel wensen uit te voeren (bv. numerieke modellering van schade aan constructies, trillingen, experimenteel onderzoek van metselwerkstructuren, numerieke modellering, enz.). In de sessies begeleide kennisverwerking komen de onderzoekstopics van CERG vanzelfsprekend aan bod. Via een literatuurstudie van wetenschappelijke artikels (waaronder publicaties van de onderzoeksgroep zelf) worden de studenten op de hoogte gebracht van de recentste ontwikkelingen in het vakgebied.
Duurzaamheidsaspecten Afhankelijk van de aard van het voorgestelde onderwerp voor de bachelorproef, kan duurzaamheid in meerdere ervan in verschillende vormen en mate worden opgenomen. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|