Klinisch redeneren en communicatie bij complexe musculoskeletale aandoeningen (3592) | | Contactpersoon : | Prof. dr. Lotte JANSSENS |
| Onderwijstaal : Nederlands |
| Examencontract: niet mogelijk |
|
Volgtijdelijkheid
|
| |
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 2de master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen | Verplicht | 162 | 6,0 | 81 | 81 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| | | Eindcompetenties |
- EC
| 1. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan op autonome wijze (met behulp van technologie) een (contra-)indicatie stellen voor kinesitherapie door het uitvoeren van een screening en op geïntegreerd niveau een kinesitherapeutische diagnose stellen voor complexe problemen, uitgaande van de hulpvraag, de doelgerichte anamnese en het klinisch kinesitherapeutisch onderzoek. | | | - DC
| De student kan in complexe domeinspecifieke situaties bevindingen uit anamnese en onderzoek klinisch beredeneren en interpreteren om zo een kinesitherapeutische diagnose en prognose te formuleren. | | | | - BC
| De student beredeneert en interpreteert de bevindingen uit anamnese en onderzoek in complexe domeinspecifieke situaties. | - EC
| 2. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan op geïntegreerd niveau op basis van een kinesitherapeutische diagnose voor complexe problemen, in overleg met de patiënt/cliënt, behandeldoelen en een preventie- en behandelingsplan opstellen, uitvoeren (met behulp van technologie) en de klinische effectiviteit evalueren. | | | - DC
| De student kan op basis van een kinesitherapeutische diagnose patiëntgerichte behandeldoelen en een behandelingsplan opstellen in complexe domeinspecifieke situaties. | | | | - BC
| De student stelt in complexe domeinspecifieke situaties behandeldoelen en een behandelplan op, op basis van de kinesitherapeutische diagnose. | | | | - BC
| De student kan een patiëntgericht behandelplan opstellen met definiëring van specifieke, individuele behandeldoelen in complexe domeinspecifieke situaties. | | | - DC
| De student kan de klinische effectiviteit van zijn/haar behandeling evalueren en de behandeling bijsturen waar nodig in complexe domeinspecifieke situaties. | | | | - BC
| De student evalueert in complexe domeinspecifieke situaties de klinische effectiviteit van zijn/haar behandeling en stuurt waar nodig bij. | | | - DC
| De student kan in complexe domeinspecifieke situaties het behandelplan aanpassen i.f.v. de resultaten en doelstelling van de patiënt. | | | | - BC
| De student past het behandelplan aan i.f.v. de resultaten en doelstelling van de patiënt, aangebracht via casuïstiek. | - EC
| 3. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan met respect voor de identiteit/privacy van de patiënt / cliënt, op gepaste wijze schriftelijk en mondeling communiceren met alle belanghebbenden. | | | - DC
| De student kan reflecteren over zijn eigen leerproces aangaande zijn/haar communicatievaardigheden. | | | | - BC
| De student herkent en benoemt eigen sterktes en zwaktes met betrekking tot eerder geleerde communicatievaardigheden binnen de stagecontext. | | | | - BC
| De student reflecteert samen met medestudenten binnen de intervisiecontext over eigen sterktes en zwaktes met betrekking tot eerder geleerde communicatievaardigheden. | - EC
| 7. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie handelt vanuit een coachende, educatieve ingesteldheid met respect voor de autonomie en het beslissingsrecht van de patiënt/cliënt en doet aan preventiebeleid. | | | - DC
| De student kan risicovol gedrag en levensstijl in kaart brengen door het analyseren van het gezondheidsgedrag van de patiënt/cliënt. | | | | - BC
| De student brengt risicovol gedrag en levensstijl in kaart door het analyseren van het gezondheidsgedrag van de patiënt in de stagecontext. | | | - DC
| De student kan mensen motiveren tot gedragsverandering. | | | | - BC
| De student stimuleert mensen tot gedragsverandering via motiverende gespreksvoering. | - EC
| 9. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan een kritische synthese maken van internationale wetenschappelijke en vakliteratuur met impact op het evidence-based handelen. | | | - DC
| De student kan op een kritisch, wetenschappelijk onderbouwde manier wetenschappelijke en internationale peerreviewed literatuur opzoeken en beoordelen. | | | | - BC
| De student kan op een kritisch, wetenschappelijk onderbouwde manier wetenschappelijke en internationale peerreviewed literatuur opzoeken en beoordelen. | | | - DC
| De student kan internationale wetenschappelijke en vakliteratuur beoordelen met het oog op het evidence-based handelen voor de (eigen) klinische praktijk | | | | - BC
| De student kan resultaten van literatuur interpreteren volgens ernst van aandoening en klinische relevantie. | | | - DC
| De student handelt op een wetenschappelijk onderbouwde manier | | | | - BC
| De student maakt wetenschappelijk onderbouwde keuzes in functie van diagnostiek en behandeling aan de hand van aangereikte literatuur. | - EC
| 11. De master in revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan de kwaliteit van het eigen functioneren kritisch evalueren en optimaliseren vanuit de attitude van zelfsturend handelen en levenslang leren. | | | - DC
| De student toont een reflectieve beroepshouding (overdenkt keuzes en beslissingen zorgvuldig, zowel inhoudelijk, procesmatig en moreel-ethisch in relatie tot de beroepscode en beroepswaarden). | | | | - BC
| De student heeft zin voor initiatief. | | | | - BC
| De student straalt zelfvertrouwen uit. |
|
| | EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
- De student kan - voor courante problemen en op basisniveau - in functie van preventief of curatief handelen evidence based en op ethisch verantwoorde wijze een anamnese en klinisch onderzoek opstellen, uitvoeren (inclusief in de algemene klinisch stagecontext) en hieromtrent klinisch redeneren mbt musculoskeletale aandoeningen van de lumbale wervelkolom, thoracale wervelkolom, (hoog-)cervicale wervelkolom, bovenste lidmaat en onderste lidmaat.
- De student kan een (contra-)indicatie stellen voor kinesitherapie door het uitvoeren van een screening en gericht doorverwijzen.
- De student kan uitgaande van de hulpvraag van de gesimuleerde patiënt met musculoskeletale aandoeningen, professioneel communiceren naar de patiënt (met inbegrip van het uitvoeren van een doelgerichte anamnese).
- De student kan biomechanische principes toepassen in de specifieke sportcontext.
|
|
|
|
Het eerste onderdeel van dit vak start met een aantal webinars waarin algemene principes en richtlijnen worden gedoceerd voor klinisch redeneren en communicatie bij complexe patienten met musculoskeletale problemen (bv. met betrekking tot screening, therapietrouw). Verder vindt in dit onderdeel een practicum plaats rond complexe communicatieve vaardigheden. Tenslotte zullen in dit onderdeel verschillende klinische video-casussen worden aangereikt van patienten met complexe musculoskeletale problemen. Hierbij zal niet enkel het klinisch redeneren binnen het musculoskeletale onderzoek en behandeling centraal staan, maar zullen eveneens (interdisciplinaire) communicatietechnieken aan bod komen in functie van psychosociale componenten van het onderzoek en de behandeling. Studenten zullen de casi (in kleine groep) voorbereiden zodat ze nadien kunnen deelnemen aan de groepsdiscussie die gemodereerd wordt door een tutor voor elk van de casussen.
Voor het tweede onderdeel van dit vak dient de student een klinische case study te selecteren op de Verdiepende klinische stage. De student selecteert een casus waarvan zijn/haar collega-studenten kunnen leren: een zeer complexe patient, een onopgelost probleem, een onverwachte behandeluitkomst, etc. De case study wordt op de laatste dag van een stageperiode gepresenteerd en bediscussieerd met de medestudenten. Elke student dient hieraan deel te nemen. Deze presentaties en discussies in groep worden gemodereerd door een lid van het onderwijsteam.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
| Evaluatievorm | |
|
| Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
|
| Mondeling examen | 80 % |
|
|
| Andere: | Casus, gesloten boek |
|
|
|
|
|
| Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
| Voorwaarden | Een student die ongewettigd afwezig is op één of meerdere momenten van de permanente evaluatie (terugkomdagen stage = tweede onderdeel), krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel N - niet alle evaluatieonderdelen afgelegd. |
|
|
|
| Gevolg | Een student die ongewettigd afwezig is op één of meerdere momenten van de permanente evaluatie (terugkomdagen stage = tweede onderdeel), krijgt als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel N - niet alle evaluatieonderdelen afgelegd. |
|
|
|
Tweede examenkans
| Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
| Toelichting evaluatievorm | De permanente evaluatie is verschillend van de eerste examenkans. Hiervoor wordt een vervangopdracht aangeboden.
De evaluatie tijdens de examenperiode verloopt gelijkaardig aan de eerste examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
| 2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
| Legende |
| SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|