Het hoofddoel van het opleidingsonderdeel Biomoleculen is het aanbrengen van een chemisch fundament voor de studie Biomedische Wetenschappen. Het deel "Chemische bouwstenen" haakt in op het laagste, maar fundamenteel organisatieniveau (atoom- en molecuulstructuur en eigenschappen) en laat studenten kennis maken met enkele basisprincipes van de chemie, haar werking en benadering. In het onderdeel "Organische chemie" worden de basisconcepten van de koolstofchemie aangebracht. In het deel "Biomoleculaire chemie" wordt de organische basiskennis toegepast op de belangrijkste klassen van biomoleculen (lipiden, suikers, proteïnen en nucleïnezuren).

- De student heeft inzicht in de opbouw van atomen. De student kent de verschillende bindingstypes in moleculen en heeft inzicht in de ruimtelijke structuur van moleculen en metaalioncomplexen. De student kan de valentiebindingstheorie toepassen op moleculen en metaalioncomplexen. De student kan het oxidatiegetal en de formele lading van een atoom en dipoolmomenten van moleculen bepalen. De student kan chemische reacties uitbalanceren, en opbrengsten en overschotten berekenen. De student kent de ideale gaswet en kan deze gebruiken in chemische reacties. De student kent de verschillende concentratiebegrippen (mol, molariteit, molaliteit, normaliteit, gewicht-volume %, gewicht-gewicht %) en kan deze gebruiken in berekeningen.

- De student begrijpt de concepten vierwaardigheid (van koolstof), functionele groepen, klassen van verbindingen en hun nomenclatuur, geometrie, (stereo)isomerie, delokalisatie, aromaticiteit, tautomerie en organische reactiviteit. De student kan bovenstaande concepten toepassen (in oefeningen) op eenvoudige organische verbindingen. De student kan het evenwicht tussen de lineaire en cyclische structuur van monosachariden tekenen en het conformationeel evenwicht van de cyclische vorm bespreken. De student kan eenvoudige organische verbindingen rangschikken naar zuurheid/basiciteit. De student kan eenvoudige organische verbindingen rangschikken naar hun vermogen om te reageren in een nucleofiele substitutiereactie. De student kan de afzonderlijke reactiestappen (mechanistisch) toelichten voor een aantal eenvoudige organische reacties.

- De student kan de opgedane organische basiskennis toepassen op de belangrijkste klassen van biomoleculen (lipiden, suikers, aminozuren + proteïnen, nucleïnezuren). De student kent de chemische structuur van de verschillende biomoleculen, kan deze correct weergeven en kan de structuur linken aan de (biologische) functies van de biomoleculen. De student kan het belang van zwakke, niet-covalente interacties illustreren voor elk van deze klassen. De student kent de voornaamste reacties van de verschillende biomoleculen. De student begrijpt de concepten mutarotatie en de reducerende eigenschappen van suikers. De student kent de technieken ionenuitwisselingschromatografie, papierchromatografie, Edman-degradatie en (gel)elektroforese. De student kan bovenstaande concepten en technieken uitleggen en toepassen op specifieke biomoleculen. De student kan de biosynthese van proteïnen toelichten. De student kan de chemische structuur van de verschillende celcomponenten correleren aan de leerstof aangebracht tijdens het parallelle opleidingsonderdeel Celbiologie.