Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Biofysica (3609)
|
4.0 stptn |
|
|
Biomoleculen (3606)
|
7.0 stptn |
|
|
Celbiologie (3408)
|
8.0 stptn |
|
|
Celfysiologie (3414)
|
10.0 stptn |
|
|
Chemische homeostase (3415)
|
4.0 stptn |
|
|
Functionele anatomie (3607)
|
4.0 stptn |
|
|
Functionele histologie (3608)
|
6.0 stptn |
|
|
Genetica en genomica (3410)
|
10.0 stptn |
|
|
Vaardigheidsonderwijs (3416)
|
3.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Moleculaire genetica en epigenetica (3617)
|
3.0 stptn |
|
|
Statistiek in genetica (3411)
|
4.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Alle risico’s waardoor de fysieke/mentale gezondheid van de student, medestudent, personeelsleden of andere derden (bv. patiënten, stagegevers, …) in gevaar wordt gebracht. Hieronder wordt ook begrepen: een ernstig risico dat de student schade aan machines/apparatuur in het kader van de opleiding aan UHasselt/tUL aanbrengt die de continuïteit van het onderwijs of onderzoek zou belemmeren.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de biomedische wetenschappen | Verplicht | 140 | 5,0 | 140 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 4. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft inzicht in de mechanismen van de pathologie op het niveau van molecule tot organisme met het oog op diagnose en therapie. Leerlijn 4:Kennis in pathologie toepassen op basiskennis levenswetenschappen | - EC
| EC 6. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft kennis van veelgebruikte experimentele modellen gangbaar in het biomedisch onderzoek en kan een aantal daarvan onder begeleiding toepassen. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 7. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan onderzoeksgegevens analyseren en interpreteren. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 8. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan literatuuronderzoek uitvoeren en op basis hiervan een aanzet geven tot verder onderzoek, eigen meetresultaten kritisch vergelijken met resultaten van anderen en een remediëring van een eenvoudig experimentele proefopzet voorstellen. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 12. De bachelor in de biomedische wetenschappen is in staat om de eigen leerprocessen te plannen, te evalueren en te sturen (zelfreflectie). Leerlijn 9: Zelfsturend handelen en leren (zelfreflectie en kwaliteitscontrole) |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Moleculaire genetica en epigenetica
Binnen het opleidingsonderdeel Bio-informatica wordt er voortgebouwd op de kennis uit Moleculaire genetica en epigenetica.
-
De student kan de volgende begrippen beschrijven, toelichten en begrijpen in een bredere context: DNA en proteïne opbouw, genregulatie, epigenetische mechanismen en NGS technologie;
-
De student kan genstructuur en de verschillende stappen in de genexpressie onderscheiden en beschrijven;
-
De student kan aan de slag met de volgende online tools: sequenties, annotaties, sequentie formats (bv FASTA) en opzoekwerk te verrichten via Pubmed, Mesh termen, BLAST.
|
|
|
De student
-
zijn bewustwording en zelfredzaamheid omtrent bioinformatica en toepassingen verhogen.
-
kent de huidige samenwerkingsverbanden tussen de databanken GenBank, Entrez, BLAST, OMIM, CDD, Gene en Structure.
-
heeft kennis van diverse formaten (GenBank, fasta en RAW) en begrip van annotaties.
-
leert de basis van (multiple) sequentie-alignering te gebruiken en de biologische relevantie ervan te interpreteren.
-
neemt kennis van diverse online analyseprogramma’s die hem toelaten sequenties te analyseren en kan dit toepassen aan de hand van specifieke zoekopdrachten.
-
kan gebruik maken van de geïntegreerde databank-bevragingssystemen aan de hand van zoekopdrachten.
-
kent het begrip van een patroon, een profiel, een domein in een eiwit
-
kent de concepten die belangrijk zijn bij het design van sequentie-specifieke PCR-primers en kan dit toepassen bij specifieke opdrachten.
-
kan de aangebrachte bio databases, zoekmachines en tools gecombineerd toepassen aan de hand van typische onderzoeksvraagstellingen voor eiwit- en nucleïnezuuranalyses.
-
Heeft begrip in de hiërarchie van biologische data en kan ontologieën, biologische paden en netwerken identificeren.
-
Heeft begrip in recente ontwikkelingen in het gebruik van innovatieve bio-informatica tools
-
Kan werken in een team en zich houden aan vooropgelegde afspraken en planningen
-
Kan feedback geven op het groepsproces en sterktes en verbeterpunten identificeren
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Andere: | het groepswerk omvat ook peer evaluatie gebruik makend van het programma Buddy Check |
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 15 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Andere: | Presentatie van het projectwerk en open vragen hierover. Het groepswerk omvat ook peer evaluatie gebruik makend van het programma Buddy Check |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Voor schriftelijk examen en groepswerk wordt er verwacht op ieder onderdeel een tolereerbaar cijfer te behalen (8/20) Van elke student wordt er voldoende individuele inbreng verwacht. Dit wordt geëvalueerd aan de hand van een buddycheck. |
|
|
|
Gevolg | 1. Wie groepswerk niet indient, krijgt als eindresultaat een "N-ongewettigde afwezigheid". 2. Een student die op een (of meerdere) onderdelen van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier "F(fail)". Dit eindcijfer is niet-tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt. Dit eindcijfer is tolereerbaar. Bv. 8/20 + 16/20 = 12/20 (geslaagd) 3. Een student bij wie de bijdrage van het groepswerk mogelijk beduidend kleiner is dan bij de rest van de groepsleden, zal het stappenproces inzake meeliftgedrag doorlopen zoals beschreven op Blackboard. Gedurende de looptijd van deze procedure krijgt de student tijdelijk een X score (geen examencijfer beschikbaar) voor het OPO. Indien meeliftgedrag wordt vastgesteld, zal de student in de eerste examenperiode een F (fail) krijgen als eindbeoordeling en moet een vervangopdracht uitgevoerd worden in de tweede examenperiode. De resultaten van de andere evaluatie-onderdelen kunnen worden behouden in tweede zittijd indien de student hierop reeds een slaagcijfer of tolereerbare voldoende behaalde. |
|
|
|
Extra info | Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peer-evaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peer-evaluatie wordt verder uiteengezet op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het stappenproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Opdrachten en casusmateriaal wordt op BB beschikbaar gesteld.
Reader en Tutorials en online informatie via BB. |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master biomedische wetenschappen | Verplicht | 140 | 5,0 | 140 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student
-
zijn bewustwording en zelfredzaamheid omtrent bioinformatica en toepassingen verhogen.
-
kent de huidige samenwerkingsverbanden tussen de databanken GenBank, Entrez, BLAST, OMIM, CDD, Gene en Structure.
-
heeft kennis van diverse formaten (GenBank, fasta en RAW) en begrip van annotaties.
-
leert de basis van (multiple) sequentie-alignering te gebruiken en de biologische relevantie ervan te interpreteren.
-
neemt kennis van diverse online analyseprogramma’s die hem toelaten sequenties te analyseren en kan dit toepassen aan de hand van specifieke zoekopdrachten.
-
kan gebruik maken van de geïntegreerde databank-bevragingssystemen aan de hand van zoekopdrachten.
-
kent het begrip van een patroon, een profiel, een domein in een eiwit
-
kent de concepten die belangrijk zijn bij het design van sequentie-specifieke PCR-primers en kan dit toepassen bij specifieke opdrachten.
-
kan de aangebrachte bio databases, zoekmachines en tools gecombineerd toepassen aan de hand van typische onderzoeksvraagstellingen voor eiwit- en nucleïnezuuranalyses.
-
Heeft begrip in de hiërarchie van biologische data en kan ontologieën, biologische paden en netwerken identificeren.
-
Heeft begrip in recente ontwikkelingen in het gebruik van innovatieve bio-informatica tools
-
Kan werken in een team en zich houden aan vooropgelegde afspraken en planningen
-
Kan feedback geven op het groepsproces en sterktes en verbeterpunten identificeren
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Andere: | het project omvat ook peer evaluatie gebruik makend van het programma Buddy Check |
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 40 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
Andere: | Presentatie van het project en open vragen hierover. Het project omvat ook peer evaluatie gebruik makend van het programma Buddy Check |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1. Het practicum (of project/groepswerk) maakt deel uit van het eindresultaat. Projectverslagen moeten steeds ingediend worden. 2. De evaluatie bestaat uit verschillende onderdelen. Voor alle onderdelen van de evaluatie dient minstens een 8/20 behaald te worden om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. 3. Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. |
|
|
|
Gevolg | 1. Wie practicumverslagen niet indient, krijgt als eindresultaat een "N-ongewettigde afwezigheid". 2. Een student die op een (of meerdere) onderdelen van de evaluatie een lager cijfer dan 8/20 behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier "F(fail)". Dit eindcijfer is niet-tolereerbaar. Een student die voor alle onderdelen van de evaluatie minstens een 8/20 scoort, wordt een gewogen gemiddelde van de punten gemaakt. Dit eindcijfer is tolereerbaar. Bv. 8/20 + 16/20 = 12/20 (geslaagd) 3. Een student bij wie de bijdrage van het groepswerk mogelijk beduidend kleiner is dan bij de rest van de groepsleden, zal het stappenproces inzake meeliftgedrag doorlopen zoals beschreven op Blackboard. Gedurende de looptijd van deze procedure krijgt de student tijdelijk een X score (geen examencijfer beschikbaar) voor het OPO. Indien meeliftgedrag wordt vastgesteld, zal de student in de eerste examenperiode een F (fail) krijgen als eindbeoordeling en moet een vervangopdracht uitgevoerd worden in de tweede examenperiode. De resultaten van de andere evaluatie-onderdelen kunnen worden behouden in tweede zittijd indien de student hierop reeds een slaagcijfer of tolereerbare voldoende behaalde. |
|
|
|
Extra info | Bij het project wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peer-evaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peer-evaluatie wordt verder uiteengezet op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het stappenproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Opdrachten en casusmateriaal wordt op BB beschikbaar gesteld.
Reader en Tutorials en online informatie via BB. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|