Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Biofysica (3609)
|
4.0 stptn |
|
|
Biomoleculen (3606)
|
7.0 stptn |
|
|
Celbiologie (3408)
|
8.0 stptn |
|
|
Celfysiologie (3414)
|
10.0 stptn |
|
|
Chemische homeostase (3415)
|
4.0 stptn |
|
|
Functionele anatomie (3607)
|
4.0 stptn |
|
|
Functionele histologie (3608)
|
6.0 stptn |
|
|
Genetica en genomica (3410)
|
10.0 stptn |
|
|
Vaardigheidsonderwijs (3416)
|
3.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Statistiek in genetica (3411)
|
4.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Alle risico’s waardoor de fysieke/mentale gezondheid van de student, medestudent, personeelsleden of andere derden (bv. patiënten, stagegevers, …) in gevaar wordt gebracht. Hieronder wordt ook begrepen: een ernstig risico dat de student schade aan machines/apparatuur in het kader van de opleiding aan UHasselt/tUL aanbrengt die de continuïteit van het onderwijs of onderzoek zou belemmeren.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelorjaar in de biomedische wetenschappen | Verplicht | 84 | 3,0 | 84 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1. De bachelor biomedische wetenschappen is een kritische wetenschapper die zich bewust is van zijn maatschappelijke rol in de verbetering van de gezondheidszorg en van zijn/haar brugfunctie tussen de verschillende partners in de gezondheidszorg op niveau van preventie, diagnose en therapie van ziekten. Leerlijn 1:Maatschappelijke relevantie - stakeholder awareness, maatschappelijk handelen | - EC
| EC 3. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft inzicht in de relatie tussen leefmilieu en gezondheid, met speciale aandacht voor preventie in de gezondheidszorg. Leerlijn 3: Interactie gezondheid/omgeving | - EC
| EC 6. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft kennis van veelgebruikte experimentele modellen gangbaar in het biomedisch onderzoek en kan een aantal daarvan onder begeleiding toepassen. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 7. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan onderzoeksgegevens analyseren en interpreteren. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 8. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan literatuuronderzoek uitvoeren en op basis hiervan een aanzet geven tot verder onderzoek, eigen meetresultaten kritisch vergelijken met resultaten van anderen en een remediëring van een eenvoudig experimentele proefopzet voorstellen. Leerlijn 5: Wetenschappelijk denken en handelen (Praktische onderzoeksvaardigheden en dataverwerking) | - EC
| EC 9. De bachelor in de biomedische wetenschappen kan biomedische ethische kwesties benoemen, kent de problemen in verband met (on)ethisch onderzoeksgedrag en heeft aandacht voor plagiaat in het eigen handelen. Leerlijn 6: Ethisch denken en integer handelen | - EC
| EC 13. De bachelor in de biomedische wetenschappen heeft aandacht voor de internationale dimensie van het vakgebied. Hij/zij kan omgaan met internationale wetenschappelijke literatuur, kan mondeling en schriftelijk communiceren in het Engels. Leerlijn 10: Internationale dimensie |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Kennis en inzicht in de epidemiologie zijn van fundamenteel belang voor iedereen die beroepshalve met gezondheid te maken heeft. Dit is in de eerste plaats nodig om medische vakliteratuur kritisch te kunnen lezen. De hoofddoelstelling van dit vak is het verwerven van de kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het kritisch beoordelen en opzetten van de methodologische aspecten van gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Terwijl in het vak Biostatistiek de nadruk ligt op het gebruik van statistische methodes om gegevens te analyseren, zal de nadruk hier liggen op de keuze van het studiedesign en het interpreteren van associatiematen die worden gebruikt in de epidemiologie.
Inhoudelijke onderwerpen:
1. Geschiedenis van de epidemiologie 2. Epidemiologische methoden en technieken met inbegrip van biomerkers Voorbeelden van confounding en correctie via regressietechnieken en stratificatie, causaal interpreteren. Recente ontwikkelingen in de moleculaire biologie kunnen epidemiologisch worden ingezet om eventuele vroegtijdige gezondheidseffecten op te sporen. De moleculaire epidemiologie kan worden beschouwd als een combinatie van laboratoriummetingen die de blootstelling en/of vroegtijdige effecten bepalen en epidemiologische methoden om de verkregen resultaten in een representatieve steekproef van een bevolking statistisch te analyseren. Door de inzet van biomerkers in de epidemiologie kan een hypothese in een epidemiologische context op een meer fundamenteel niveau worden getoetst. Het concept van het gebruik van biomerkers zal in een aantal lessen worden gegeven met aandacht voor genetische susceptibiliteit en gene-environment interacties. Tenslotte zal aandacht besteed worden aan verschillende disciplines binnen de epidemiologie: infectie-epidemiologie, spatiale epidemiologie, voedingsepidemiologie, en milieu-epidemiologie.
De student moet volgende aspecten beheersen na het blok:
I.belangrijke ontwikkelingen doorheen de geschiedenis van epidemiologisch onderzoek kunnen kaderen
II.basale ziektefrequentiematen en associatiematen voor het verband tussen ziektedeterminanten en ziekteverschijnselen kunnen interpreteren, waaronder relatieve risicos en attributieve risicos
III.de opzet van cohortonderzoek, patiënt-controle onderzoek, en een nested case-cotrol onderzoek kennen en daarbij rekening houden met ethische aspecten
IV.Studiedesigns kennen om acute effecten op aandoeningen (triggers) te kunnen bestuderen
V.Het begrip ecologische valkuil kunnen duiden
VI.Het kunnen causaal interpreteren van verbanden tussen risicofactoren en gezondheid op een kritische wijze
VII.begrippen confounding en effect-modificatie kunnen duiden
VIII.Weten hoe biologische metingen, genetische variatie en externe factoren in epidemiologisch onderzoek geïntegreerd kunnen worden binnen verschillende disciplines van epidemiologisch onderzoek (infectie-epidemiologie, spatiale epidemiologie, voedingsepidemiologie, en milieu-epidemiologie)
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00 Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
|
|
|
| schakelprogramma master biomedische wetenschappen | Verplicht | 84 | 3,0 | 84 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Kennis en inzicht in de epidemiologie zijn van fundamenteel belang voor iedereen die beroepshalve met gezondheid te maken heeft. Dit is in de eerste plaats nodig om medische vakliteratuur kritisch te kunnen lezen. De hoofddoelstelling van dit vak is het verwerven van de kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het kritisch beoordelen en opzetten van de methodologische aspecten van gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Terwijl in het vak Biostatistiek de nadruk ligt op het gebruik van statistische methodes om gegevens te analyseren, zal de nadruk hier liggen op de keuze van het studiedesign en het interpreteren van associatiematen die worden gebruikt in de epidemiologie.
Inhoudelijke onderwerpen:
1. Geschiedenis van de epidemiologie 2. Epidemiologische methoden en technieken met inbegrip van biomerkers Voorbeelden van confounding en correctie via regressietechnieken en stratificatie, causaal interpreteren. Recente ontwikkelingen in de moleculaire biologie kunnen epidemiologisch worden ingezet om eventuele vroegtijdige gezondheidseffecten op te sporen. De moleculaire epidemiologie kan worden beschouwd als een combinatie van laboratoriummetingen die de blootstelling en/of vroegtijdige effecten bepalen en epidemiologische methoden om de verkregen resultaten in een representatieve steekproef van een bevolking statistisch te analyseren. Door de inzet van biomerkers in de epidemiologie kan een hypothese in een epidemiologische context op een meer fundamenteel niveau worden getoetst. Het concept van het gebruik van biomerkers zal in een aantal lessen worden gegeven met aandacht voor genetische susceptibiliteit en gene-environment interacties. Tenslotte zal aandacht besteed worden aan verschillende disciplines binnen de epidemiologie: infectie-epidemiologie, spatiale epidemiologie, voedingsepidemiologie, en milieu-epidemiologie.
De student moet volgende aspecten beheersen na het blok:
I.belangrijke ontwikkelingen doorheen de geschiedenis van epidemiologisch onderzoek kunnen kaderen
II.basale ziektefrequentiematen en associatiematen voor het verband tussen ziektedeterminanten en ziekteverschijnselen kunnen interpreteren, waaronder relatieve risicos en attributieve risicos
III.de opzet van cohortonderzoek, patiënt-controle onderzoek, en een nested case-cotrol onderzoek kennen en daarbij rekening houden met ethische aspecten
IV.Studiedesigns kennen om acute effecten op aandoeningen (triggers) te kunnen bestuderen
V.Het begrip ecologische valkuil kunnen duiden
VI.Het kunnen causaal interpreteren van verbanden tussen risicofactoren en gezondheid op een kritische wijze
VII.begrippen confounding en effect-modificatie kunnen duiden
VIII.Weten hoe biologische metingen, genetische variatie en externe factoren in epidemiologisch onderzoek geïntegreerd kunnen worden binnen verschillende disciplines van epidemiologisch onderzoek (infectie-epidemiologie, spatiale epidemiologie, voedingsepidemiologie, en milieu-epidemiologie)
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|