Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Energie beheersystemen (4530)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: energie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: energie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student moet zijn project in een verslag samenvatten en mondeling kunnen verdedigen. | | - DC
| DC-M12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | - EC
| EC5 - De Master in de industriële wetenschappen: energie heeft gespecialiseerde kennis en inzicht in principes en toepassingen binnen energie- en vermogensystemen en kan hierin niet-vertrouwde, complexe ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren, en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor dataverwerving en implementatie en met behulp met geavanceerde tools, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen | | - DC
| DC-M1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. | | - DC
| DC-M8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student toont deze competentie in de uitvoering van het project. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Student heeft basiskennis van processen en apparaten voor thermische en elektrische energieconversie.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel wordt een ontwerp gemaakt van energiesysteem voor gebruik in een gebouw (woning, appartement, kantoor, productiehal), een wijk/bedrijventerrein of in een industrieel productieproces. Een energiesysteem bestaat typisch uit thermische en elektrische componenten.
Deze ontwerpopdracht bestaat uit
- concept van het energiesysteem
- dimensionering van componenten
- modellering, simulatie, regeling onder werkingscondities
- schema's & wetgeving/normering nodig voor overgang tot implementatie.
- economische haalbaarheid
|
|
|
|
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
Andere: | Bevat mondelinge verdediging projectverslag waarbij het achterliggend begrip wordt getoetst |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studiemateriaal wordt via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 5.2. De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks en/of innovatiecomponent. | - EC
| 5.3 De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor de specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Student heeft basiskennis van processen en apparaten voor thermische en elektrische energieconversie.
|
|
|
In dit opleidingsonderdeel wordt een ontwerp gemaakt van energiesysteem voor gebruik in een gebouw (woning, appartement, kantoor, productiehal), een wijk/bedrijventerrein of in een industrieel productieproces. Een energiesysteem bestaat typisch uit thermische en elektrische componenten.
Deze ontwerpopdracht bestaat uit
- concept van het energiesysteem
- dimensionering van componenten
- modellering, simulatie, regeling onder werkingscondities
- schema's & wetgeving/normering nodig voor overgang tot implementatie.
- economische haalbaarheid
|
|
|
|
|
|
|
Project ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 100 % |
|
|
Andere: | Bevat mondelinge verdediging projectverslag waarbij het achterliggend begrip wordt getoetst |
|
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Studiemateriaal wordt via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|