|
EC | EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) |
| DC | 1.3 De student kent basisprincipes en bijhorende syntax van programmeertalen. |
| | BC | kent de aangebrachte controlestructuren en bijhorende syntax in Python. |
| DC | 1.10 De student kent de basisprincipes en tekenconventies van technisch tekenen. |
| | BC | kent de tekenconventies voor zowel het tekenen als het opmaken van bouwkundige tekeningen (bv. lijntypes en -diktes, maatlijnen, ... ). |
| | BC | kent de symbolische voorstellingen van de bijhorende bouwtechnische legende (bv noordpijl, arceringen, ). |
| | BC | kent de tekennormen voor het genereren van projecties, doorsneden, bemating en toleranties in bouwkundige tekeningen. |
| DC | 1.11 De student kent de basis van bouwmaterialen, constructieonderdelen en constructies (inclusief gebouwen en civieltechnische constructies). |
| | BC | kent de mogelijke toepassingen van enkele standaard bouwmaterialen, alsook bijhorende constructieve basisprincipes in het kader van een eenvoudige bouwkundige constructie. |
EC | EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) |
| DC | 2.3 De student heeft inzicht in methodologieën om onderhoudbare software te bouwen. |
| | BC | ziet van de aangebrachte Python-bibliotheken zowel het nut als de beperkingen in. |
| | BC | begrijpt het abstractiemechanisme van functies met generieke parameters. |
| DC | 2.10 De student kan technische tekeningen lezen. |
| | BC | kan de symbolische voorstellingen van bouwkundige elementen aanduiden op een technische tekening. |
| | BC | kan de verbanden tussen de verschillende aanzichten in een technische tekening aangeven en correct interpreteren. |
EC | EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) |
| DC | 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. |
| | BC | kan de noodzakelijke formules opzoeken om de gegeven problemen op te lossen. |
| DC | 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen. |
| | BC | kan zelf bouwtechnische meetresultaten verzamelen (bv. oppervlaktes, volumes, oriëntatie, ... ). |
| | BC | kan de aangebrachte Python-bibliotheken en -functies op de juiste manier gebruiken om nieuwe gegevens te genereren en/of ruwe meetresultaten om te zetten naar nog beter bruikbare gegevens. |
| DC | 4.3 De student kan correct refereren. |
| | BC | past de richtlijnen van het vademecum Academische Verslaggeving toe. |
EC | EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) |
| DC | 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. |
| | BC | ontwikkelt een ruimtelijk inzicht in bouwkundige plannen en kan de verzamelde bouwkundige info vertalen. |
| | BC | kan de verbanden tussen de verschillende aanzichten in een technische tekening aangeven en correct interpreteren. |
| | BC | kan een analyse maken die rekening houdt met de onvolledigheid, onnauwkeurigheid en/of onzekerheid van de gegevens en de oplossing. |
| | BC | kan een gegeven grafiek op de juiste manier interpreteren. |
| DC | 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. |
| | BC | kan een ontwerpopgave (2D of 3D) lezen, interpreteren en vertalen naar een correct bouwkundig plan via de aangeleerde technieken en conventies. |
| | BC | kan uit een tekst de aangereikte gegevens en de bijhorende vraagstelling afleiden en vertalen in een concrete opgave. |
| DC | 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. |
| | BC | kan een gepaste grafiek maken bij een gegeven probleem. |
| | BC | kan variaties in een probleem herkennen en vertalen in een generiek model. |
EC | EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) |
| DC | 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. |
| | BC | kan, afhankelijk van het probleem, gepaste oplossingsmethodes benoemen en de beste selecteren. |
| DC | 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. |
| | BC | toont in zijn oplossing de opeenvolgende stappen van de oplossingsmethode. |
| | BC | kan een probleem oplossen in Python door functies voor deelproblemen te ontwikkelen en/of te (her)gebruiken. |
| DC | 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. |
| | BC | kan veranderlijken met gepaste symbolen benoemen en daarmee zijn oplossing doorrekenen. |
| | BC | kan een parametrische oplossing uitwerken met behulp van Python. |
| DC | 6.15 De student kan zijn ontwerp uit de werktuigbouw of bouwkunde staven met technisch verantwoorde tekeningen. |
| | BC | kan een ontwerpopgave (2D of 3D) lezen, interpreteren en vertalen naar een correct bouwkundig plan via de aangeleerde technieken en conventies. |
| | BC | kan uitgaande van een onvolledige 2 dimensionele voorstelling de tekening vervolledigen. |
| | BC | kan vertrekkende van een 3D tekening of voorwerp, de aanzichten (en/of doorsneden) en bemating correct tekenen, zowel op hardcopy als met AutoCAD. |
EC | EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) |
| DC | 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. |
| | BC | is vaardig in het werken met computers en kan niet-triviale, maar essentiële taken efficiënt en gestructureerd uitvoeren met behulp van courante softwarepakketten. |
| | BC | kan het grafisch rekentoestel deskundig gebruiken. |
| | BC | kan Python inzetten als een ingenieurstool om over multidisciplinaire problemen te redeneren en om tot oplossingen te komen. |
| DC | 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. |
| | BC | kan een programma in Python schrijven om een multidisciplinair probleem op te lossen. |
| DC | 7.6 De student kan ontwerpopdrachten uit de werktuigbouw of bouwkunde uitvoeren. |
| | BC | kan de aangeleerde conventies algemeen interpreteren en eigenhandig toepassen voor de opmaak van eender welk (eenvoudig) bouwkundig ontwerp. |
EC | EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) |
| DC | 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. |
| | BC | kan nagaan of zijn berekende oplossing realistisch mogelijk is. |
| DC | 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. |
| | BC | ontwikkelt een kritische kijk en kan hierdoor onvolmaakt- of onvolledigheden op een bouwkundig plan herkennen, analyseren en verbeteren volgens de aangeleerde conventies. |
| | BC | kan aangeven in welke mate zijn gekozen oplossingsmethode snel tot een resultaat geleid heeft. |
| DC | 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. |
| | BC | neemt bij resultaten die sterk afwijkend zijn van de verwachte waarde zelf initiatief om de oplossingsstrategie van oefeningen te herevalueren. |
| | BC | kan de adaptieve leermodules gebruiken om zijn leerproces te sturen. |
| DC | 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. |
| | BC | kan omgaan met te veel en te weinig gegevens in een probleemstelling. |
| | BC | kan de onzekerheid in zijn metingen en/of resultaten benoemen en duiden. |
EC | EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) |
| DC | 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. |
| | BC | werkt op een correcte, gestructureerde en ordelijke manier de oefeningen uit. |
| | BC | beheerst de principes van academische verslaggeving. |
| DC | 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. |
| | BC | begrijpt het belang van de leesbaarheid, correctheid en volledigheid van een plan/tekening . |
| | BC | past de conventies voor het opmaken van een correcte bouwkundige planlayout tekening toe met nadruk op de leesbaarheid, correctheid en volledigheid. |
| | BC | kan m.b.v. grafische vaktaal (coderingen, legendes, arceringen, symbolen, afkortingen ... ) correct communiceren via een bouwkundig plan. |
| | BC | kan eigenhandig een layout opstellen voor een (eenvoudig) bouwkundig/werktuigkundig ontwerp. |
| | BC | kan uitkomsten van berekeningen visualiseren m.b.v. Python. |
EC | EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) |
| DC | 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. |
| | BC | kan de foutmeldingen van de Python-vertolker interpreteren om zo het programma te verbeteren. |
| DC | 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). |
| | BC | zoekt naar handige tekenmethodes zodat de tekeningen (op papier en op CAD) op een efficiënte en ordelijke wijze afgeleverd worden. |
| | BC | heeft de attitude om de aangeleerde bouwtechnische inzichten en methodes als algemene tools te kunnen hanteren. Hierdoor is de student bij een ongekend probleem in staat de relevante kennis te filteren, te vertalen en via analoge afleiding een oplossing te formuleren. |
| | BC | kan een probleem zo modelleren dat de complexiteit om het op te lossen vermindert. |
| | BC | kiest een efficiënte methode om de problemen en/of vraagstukken op te lossen. |