Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de industriële wetenschappen | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.3 De student kent basisprincipes en bijhorende syntax van programmeertalen. | | | - BC
| kent de voorgestelde concepten en de bijhorende syntax in Java. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.3 De student heeft inzicht in methodologieën om onderhoudbare software te bouwen. | | | - BC
| kiest de juiste soort variabelen (klasse-, object- en lokale variabelen), afhankelijk van het bereik. | | | - BC
| kan het verschil tussen klassen en objecten verklaren en uitleggen. | | | - BC
| kan uitleggen waarom klassen en methodes heel specifieke, wel omschreven verantwoordelijkheden moeten hebben. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| kan de juiste bibliotheken selecteren en de bijhorende API's lezen naargelang de behoeften voor zijn taak. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| verwijst eerlijk en precies naar de originele auteur wanneer hij code van een externe bron gebruikt. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| kan de juiste parameters kiezen voor zijn methodes. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| deelt het probleem op in klassen en methodes met heel specifieke verantwoordelijkheden. | | - DC
| 5.7 De student kan bij de analyse van nieuw te bouwen software aanduiden waar welke herbruikbare en beheersbare softwarecomponenten gebruikt moeten worden. | | | - BC
| kan op de juiste manier erving gebruiken (via implements of extends) en gebruikt geen erving wanneer niet nodig. | | | - BC
| zorgt voor een correcte scheiding van de verantwoordelijkheden met behulp van Model-View-Controller. | | - DC
| 5.12 De student kan de noden voor een beoogd product analyseren en een eisenpakket opstellen. | | | - BC
| kan uit een doorlopende tekst afleiden welke functionaliteit de software moet aanbieden. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | - BC
| definieert nauwgezet de verantwoordelijkheden van en de samenwerking tussen de verschillende klassen, objecten en methodes. | | | - BC
| kan typische informatica-bouwstenen zoals controlestructuren, uitzonderingen, enums, ... selecteren en toepassen. | | - DC
| 6.8 De student kan een passende user interface ontwerpen. | | | - BC
| ontwerpt een handige user interface in JavaFX. | | | - BC
| maakt een goede afweging tussen controls en eigen grafische (deel)views. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | - BC
| gebruikt de hulpmiddelen die de IDE aanbiedt om op een efficiënte manier code te schrijven en bij te werken. | | | - BC
| is kritisch over de opgeleverde resultaten indien generatieve AI (zoals chatGTP of copilot) gebruikt wordt om code te genereren en zorgt er voor dat alleen code gebruikt wordt die volledig begrepen wordt. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| kan sterktes en zwaktes in een gegeven ontwerp benoemen en, indien van toepassing, verbeteren. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| gebruikt de hulpmiddelen van de ontwikkelomgeving en/of de plugin van BlueJ om te evalueren in welke mate zijn/haar code voldoet aan de voorgeschreven codeerconventies en op basis daarvan de code verbeteren. | | | - BC
| kan voor zichzelf uitmaken of hij zich beperkt tot de basis van dit opleidingsonderdeel of wil excelleren door ook de gevorderde aspecten te leren | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| kan een visueel klasse-schema maken (in BlueJ of op papier) en op basis daarvan zijn ontwerp uitleggen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| kan bugs wegwerken door foutmeldingen te interpreteren en de debugger te gebruiken. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| werkt nauwkeurig en zelfstandig zijn taak uit en zoekt waar nodig de nodige extra bibliotheken op om extra functionaliteit gemakkelijk toe te kunnen voegen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student moet vaardig zijn met de computer zoals aangebracht in de module Essentiële computervaardigheden van het opleidingsonderdeel Basic Engineering Skills. Studenten die dat opleidingsonderdeel niet volgen, kunnen dit ook in zelfstudie leren.
De vaardigheden omhelsen oa. mappen kunnen inpakken en uitpakken met programma's zoals 7-zip of rar (o.a. https://www.7-zip.org voor Windows, http://sourceforge.net/projects/p7zip/files/ voor Linux of http://www.kekaosx.com/rar voor Mac.
|
|
|
De focus van dit opleidingsonderdeel ligt op het ontwerpen van software. Dit gaat van de analyse van het probleem over de indeling in klassen en methodes tot de implementatie ervan in Java. Hierdoor gaat er natuurlijk ook aandacht naar de syntax van Java en de ontwikkelingomgeving(en) waarin we die Java-code schrijven, maar de klemtoon, ook in de evaluatie, ligt op het eigenlijke ontwerp: duurzaamheid in de zin dat het ontwerp en de code later gemakkelijk aangepast en/of uitgebreid moeten kunnen worden, is dan ook heel belangrijk.
Dit opleidingsonderdeel volgt de aanpak van Objecten Eerst. We starten dus onmiddellijk met de concepten van de object-geörienteerde wereld en gaan pas daarna dieper in op geavanceerde(re) codeertechnieken.
In het eerste deel werken we met de leeromgeving BlueJ die een directe interactie met klassen en objecten toelaat. We behandelen dan
-
- Het ontwerpen en implementeren van een eenvoudige klasse.
- De samenwerking tussen verschillende klassen en objecten in de vorm van "heeft een" (compositie en verzamelingen) en "is een" (erving).
- Een aantal code-conventies en goede praktijken voor de vormgeving van je code (wat geëvalueerd kan worden via de zelf-ontwikkelde extensie voor BlueJ)
In het tweede deel stappen we over naar een professionele ontwikkelomgeving, met name NetBeans om uitgebreidere toepassingen te ontwikkelen. Hierbij focussen we op
- interactieve, grafische toepassingen: met de SceneBuilder maken we een user interface die bestaat uit controls van de JavaFX user interface toolkit en voegen eigen grafische componenten toe waarop we kunnen interageren via event-handlers om acties via het toetsenbord of de muis op te vangen.
- Het ontwerppatroon MVC (Model-View-Controller) dat de verschillende taken in een interactief programma opsplitst in afzonderlijke klassen met afzonderlijke verantwoordelijkheden neemt een prominente plaats in.
|
Voor studenten die meer dan 17/20 willen halen, zijn er facultatieve modules rond:
- iteratoren en iterable om een sterkere vorm van data abstractie te bekomen
- uitzonderingen (exceptions) om het ideale pad (het happy path) prominenter naar voren te schuiven
- invoer/uitvoer om de vluchtige toestand van het programma weg te schrijven naar schijf (o.a. met JSON en GSON)
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Videotutorials op Toledo ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 33 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 67 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Alle extra studiemateriaal op papier is toegelaten, maar op elk papier waarop iets met de hand geschreven is, moet de naam van de student op staan. Handbeschreven papier zonder naam of met de foute naam worden als examenfraude beschouwd. |
|
|
|
Extra info | Voor de evaluatie tijdens de onderwijsperiode is er een verplichte taak in JavaFX met MVC met vrij onderwerp. Daarnaast kunnen de studenten ook vrijwillig een meer inleidende taak maken die onder bepaalde voorwaarden een bonus oplevert voor de verplichte taak.
Daarnaast is er een systeem om excellentie aan te moedigen zonder dat de lat voor de gemiddelde student hoger wordt gelegd en zonder basis te verwaarlozen.
De concrete uitwerking van beide bonussystemen wordt toegelicht in de lessen.
Fraude bij de taken, zoals het uitwisselen van code van elkaar zonder dat je vermeldt in je broncode, of door het overnemen van code van andere bronnen zonder verwijzing naar die bronnen wordt streng bestraft. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De verdeling tussen evaluatie tijdens de lesperiode en tijdens de examenperiode verandert niet. Ook het concept van het examen wijzigt niet, maar voor studenten die de taak van de permanente evaluatie opnieuw moeten maken, telt het punt van de vrijwillige taak niet meer mee. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Voorbeeldtoepassingen en modeloplossingen worden verspreid via het elektronisch leerplatform.
In principe moet elke student een laptop meebrengen naar de les en hierop BlueJ en NetBeans installeren omdat dit de ontwikkelomgevingen zijn die gebruikt worden in dit opleidingsonderdeel. Beide tools zijn gratis te downloaden, zowel voor Mac, Windows of Linux. Voor BlueJ is er een bijkomend een plugin die feedback geeft over een aantal kwaliteitsaspecten van de ontwikkelede code. Deze wordt verspreid via het elektronisch leerplatform en moet de student ook installeren.
In plaats van NetBeans mag je ook IntelliJ of Visual Studio Code gebruiken, maar dit wordt niet actief ondersteund.
Daarnaast wordt Maven gebruikt als build-tool. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 5.2. De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks en/of innovatiecomponent. | - EC
| 5.3 De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor de specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student moet vaardig zijn met de computer zoals aangebracht in de module Essentiële computervaardigheden van het opleidingsonderdeel Basic Engineering Skills. Studenten die dat opleidingsonderdeel niet volgen, kunnen dit ook in zelfstudie leren.
De vaardigheden omhelsen oa. mappen kunnen inpakken en uitpakken met programma's zoals 7-zip of rar (o.a. https://www.7-zip.org voor Windows, http://sourceforge.net/projects/p7zip/files/ voor Linux of http://www.kekaosx.com/rar voor Mac.
|
|
|
De focus van dit opleidingsonderdeel ligt op het ontwerpen van software. Dit gaat van de analyse van het probleem over de indeling in klassen en methodes tot de implementatie ervan in Java. Hierdoor gaat er natuurlijk ook aandacht naar de syntax van Java en de ontwikkelingomgeving(en) waarin we die Java-code schrijven, maar de klemtoon, ook in de evaluatie, ligt op het eigenlijke ontwerp: duurzaamheid in de zin dat het ontwerp en de code later gemakkelijk aangepast en/of uitgebreid moeten kunnen worden, is dan ook heel belangrijk.
Dit opleidingsonderdeel volgt de aanpak van Objecten Eerst. We starten dus onmiddellijk met de concepten van de object-geörienteerde wereld en gaan pas daarna dieper in op geavanceerde(re) codeertechnieken.
In het eerste deel werken we met de leeromgeving BlueJ die een directe interactie met klassen en objecten toelaat. We behandelen dan
-
- Het ontwerpen en implementeren van een eenvoudige klasse.
- De samenwerking tussen verschillende klassen en objecten in de vorm van "heeft een" (compositie en verzamelingen) en "is een" (erving).
- Een aantal code-conventies en goede praktijken voor de vormgeving van je code (wat geëvalueerd kan worden via de zelf-ontwikkelde extensie voor BlueJ)
In het tweede deel stappen we over naar een professionele ontwikkelomgeving, met name NetBeans om uitgebreidere toepassingen te ontwikkelen. Hierbij focussen we op
- interactieve, grafische toepassingen: met de SceneBuilder maken we een user interface die bestaat uit controls van de JavaFX user interface toolkit en voegen eigen grafische componenten toe waarop we kunnen interageren via event-handlers om acties via het toetsenbord of de muis op te vangen.
- Het ontwerppatroon MVC (Model-View-Controller) dat de verschillende taken in een interactief programma opsplitst in afzonderlijke klassen met afzonderlijke verantwoordelijkheden neemt een prominente plaats in.
|
Voor studenten die meer dan 17/20 willen halen, zijn er facultatieve modules rond:
- iteratoren en iterable om een sterkere vorm van data abstractie te bekomen
- uitzonderingen (exceptions) om het ideale pad (het happy path) prominenter naar voren te schuiven
- invoer/uitvoer om de vluchtige toestand van het programma weg te schrijven naar schijf (o.a. met JSON en GSON)
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Videotutorials op Toledo ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 33 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 67 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Alle extra studiemateriaal op papier is toegelaten, maar op elk papier waarop iets met de hand geschreven is, moet de naam van de student op staan. Handbeschreven papier zonder naam of met de foute naam worden als examenfraude beschouwd. |
|
|
|
Extra info | Voor de evaluatie tijdens de onderwijsperiode is er een verplichte taak in JavaFX met MVC met vrij onderwerp. Daarnaast kunnen de studenten ook vrijwillig een meer inleidende taak maken die onder bepaalde voorwaarden een bonus oplevert voor de verplichte taak.
Daarnaast is er een systeem om excellentie aan te moedigen zonder dat de lat voor de gemiddelde student hoger wordt gelegd en zonder basis te verwaarlozen.
De concrete uitwerking van beide bonussystemen wordt toegelicht in de lessen.
Fraude bij de taken, zoals het uitwisselen van code van elkaar zonder dat je vermeldt in je broncode, of door het overnemen van code van andere bronnen zonder verwijzing naar die bronnen wordt streng bestraft. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De verdeling tussen evaluatie tijdens de lesperiode en tijdens de examenperiode verandert niet. Ook het concept van het examen wijzigt niet, maar voor studenten die de taak van de permanente evaluatie opnieuw moeten maken, telt het punt van de vrijwillige taak niet meer mee. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Voorbeeldtoepassingen en modeloplossingen worden verspreid via het elektronisch leerplatform.
In principe moet elke student een laptop meebrengen naar de les en hierop BlueJ en NetBeans installeren omdat dit de ontwikkelomgevingen zijn die gebruikt worden in dit opleidingsonderdeel. Beide tools zijn gratis te downloaden, zowel voor Mac, Windows of Linux. Voor BlueJ is er een bijkomend een plugin die feedback geeft over een aantal kwaliteitsaspecten van de ontwikkelede code. Deze wordt verspreid via het elektronisch leerplatform en moet de student ook installeren.
In plaats van NetBeans mag je ook IntelliJ of Visual Studio Code gebruiken, maar dit wordt niet actief ondersteund.
Daarnaast wordt Maven gebruikt als build-tool. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|