|
EC | EC 3 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan, in functie van een efficiënt verloop van het kinesitherapeutisch handelen en met respect voor de identiteit/privacy van de cliënt, het resultaat van elke fase van het kinesitherapeutisch handelen, schriftelijk en mondeling communiceren, met inbegrip van het dossier. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen leerproces aangaande zijn communicatievaardigheden. |
| | BC | De student past een juiste structuur toe bij het schrijven van een reflectieverslag rekening houdend met het doel ervan. |
| | BC | De student toont inzicht in zijn eigen werkpunten en kan concreet formuleren op welke manier hij hier aan kan werken. |
| DC | De student kan op een adequate en professionele wijze schriftelijk rapporteren. |
| | BC | De student schrijft grammaticaal juist en met een correcte spelling. |
| | BC | De student hanteert een zakelijk en professioneel taalgebruik, afgestemd op de doelgroep. |
| | BC | De student kan een bondige en gestructureerde tekst schrijven. |
| | BC | De student kan op correcte wijze een kinesitherapeutisch dossier invullen. |
| DC | De student kan een presentatie geven. |
| | BC | De student spreekt duidelijk en op een aangenaam tempo. |
| | BC | De student hanteert een professioneel en correct taalgebruik, afgestemd op de doelgroep. |
| | BC | De student hanteert een gepaste non-verbale communicatie (bv. oogcontact, lichaamshouding). |
| | BC | De student voorziet duidelijke, correcte en boeiende visuele ondersteuning. |
| | BC | De student geeft een logisch opgebouwde en gestructureerde presentatie. |
EC | EC 4 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan onder begeleiding functioneren in teamverband binnen een multidisciplinaire context. |
| DC | De student neemt op een democratische manier een actieve rol op binnen het team. |
| | BC | De student kan samen met het team afspraken maken en deze nakomen in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student komt voorbereid naar teambijeenkomsten in een groep van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student draagt bij aan een aangenaam werkklimaat in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student houdt rekening met de opvattingen en meningen van de andere teamleden in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student stelt zich voldoende flexibel op in een groep (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student stelt zich open en eerlijk op t.o.v. de andere teamleden. |
| | BC | De student kan actief luisteren, interpreteren, samenvatten en antwoorden. |
| DC | De student kan in samenwerking met anderen een gemeenschappelijke opdracht uitvoeren. |
| | BC | De student neemt zijn verantwoordelijkheid in het behalen van de gezamenlijke doelstellingen geformuleerd binnen het team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student helpt de andere teamleden in functie van de gezamenlijke opdracht in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student komt taakgerelateerde afspraken binnen het team van medestudenten/professionals tijdig na. |
| | BC | De student deelt zijn kennis met de andere groepsleden en geeft accuraat relevante informatie door in een team (met input) van medestudenten/professionals rekening houdend met de perspectieven van de verschillende teamleden. |
| DC | De student is in staat de verschillende kwaliteiten binnen een groep te detecteren en actief er op in te spelen. |
| | BC | De student heeft kennis van de kwaliteiten van elk groepslid binnen het team (met input) van medestudenten/professionals. |
| | BC | De student bekrachtigt de kwaliteiten van andere groepsleden in een team (met input) van medestudenten/professionals op een inspirerende manier. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen functioneren en het functioneren van de groepsleden binnen het team. |
| | BC | De student detecteert en formuleert sterke en zwakke punten wat betreft de eigen bijdrage in het groepswerk in een team met (input van) medestudenten/professionals. |
| | BC | De student detecteert en formuleert sterke en zwakke punten betreffende de bijdrage van de groepsleden aan het groepswerk in een team (met input) van medestudenten/professionals. |
| DC | De student is zich bewust van de eigen grenzen op gebied van professionele expertise en kan de rol en verantwoordelijkheden van de eigen discipline en van de andere disciplines observeren, beschrijven en erkennen. |
| | BC | De student kan in overleg de bevoegdheidsgrenzen van elke discipline bepalen en kan functioneren binnen deze bevoegdheidsgrenzen met respect voor de autonomie van de andere professionals. |
| | BC | De student overlegt en functioneert met respect voor de autonomie van de andere professionals binnen de bevoegdheidsgrenzen. |
EC | EC 5 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie kan zijn/haar werk doelmatig en tijdsefficiënt organiseren en hierop reflecteren. |
| DC | De student kan zijn eigen functioneren doelgericht organiseren. |
| | BC | De student levert opdrachten in volgens vooraf vastgelegde richtlijnen. |
| DC | De student kan zijn werkzaamheden tijdsefficiënt organiseren. |
| | BC | De student levert opdrachten tijdig in. |
| | BC | De student is tijdig aanwezig op gemaakte afspraken. |
| DC | De student kan reflecteren over zijn eigen functioneren. |
| | BC | De student detecteert sterke en zwakke punten binnen het organiseren van eigen werk en schrijft dit neer in een reflectieverslag. |
| | BC | De student formuleert werkpunten in kader van optimaliseren van de organisatie van eigen functioneren. |
EC | EC 6 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft kennis van de algemene organisatie van de gezondheidszorg en van de verschillende stakeholders. |
| DC | De student heeft kennis van en inzicht in de structurele organisatie van de gezondheidszorg relevant voor het toepassingsdomein van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. |
| | BC | De student kan de verschillende organisatieniveau's binnen de gezondheidszorg toelichten. |
| | BC | De student kent de echelonnering en de verschillende terreinen/sectoren van de gezondheidszorg. |
| | BC | De student kan kennis van organisatieniveau's in de gezondheidszorg integreren tijdens het diagnostisch proces en de behandeling van de zorgvrager. |
| | BC | De student kan uitleggen hoe de gezondheidszorg gefinancierd wordt. |
| DC | De student kent de verschillende actoren binnen de gezondheidszorg |
| | BC | De student kent zijn eigen beroepsspecifieke bevoegdheden en beperktheden |
| | BC | De student kan de verschillende actoren en beroepsprofielen binnen de gezondheidszorg toelichten. |
| | BC | De student kent de context, bevoegdheid en rol van de eigen discipline en de andere disciplines alsook de specifieke bijdrage van iedere discipline tot de diagnosestelling en behandeling van de zorgvrager. |
| | BC | De student kan aan de hand van een klinische casus de betrokken actoren en hun taken in kaart brengen. |
| DC | De student (h)erkent diverse beroepsspecifieke bevoegdheden binnen een interprofessioneel team. |
| | BC | De student (h)erkent voorbeelden van interprofessionele werking binnen de gezondheidszorg. |
EC | EC 7 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heeft inzichten in de algemene gezondheidsproblemen en mogelijke preventie in een diversiteitscontext. |
| DC | De student kan een gezondheidsprofiel opstellen en interpreteren. |
| | BC | De student noteert op een gestructureerde wijze de resultaten en interpretaties (a.d.h.v. opgegeven referentiewaarden) van een aantal gezondheidsgerelateerde tests. |
| | BC | De student kan de resultaten van de verschillende metingen en tests correct interpreteren en communiceren naar een patiënt. |
| DC | De student heeft inzicht in de principes van bewegingscoaching en kan deze toepassen. |
| | BC | De student kent de gezondheids- en fitheidsnormen voor fysieke activiteit voor verschillende doelgroepen. |
EC | EC 10 De bachelor in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie gaat in elke fase van het kinesitherapeutisch handelen (niveau gesimuleerde patiënt/cliënt) op ethisch verantwoorde wijze te werk. |
| DC | De student heeft inzicht in de grondbeginselen van integer handelen en de eisen die goede praktijk aan het handelen van de student stelt. |
| | BC | De student onderschrijft de beginselen van integer gedrag en past deze toe in het eigen handelen. |
| | BC | De student verzamelt en verwerkt persoonsgegevens op een ethisch verantwoorde manier. |