Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen - bouwkunde | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| BK 1.5 De student kent de eigenschappen van materialen in de bouwkunde. | | | - BC
| De student moet de opbouw, de functionele en geometrische eigenschappen van een weg kunnen formuleren. | | - DC
| BK 1.6 De student kent de onderdelen van gebouwen en infrastructuurprojecten. | | | - BC
| De student heeft basiskennis van de nomenclatuur van de weg, riolering en waterloop. | | - DC
| BK 1.8 De student heeft kennis van courante bouwkundige plannings- en uitvoeringsconcepten. | | | - BC
| De student kan de verschillende wegbeheerders benoemen. | | | - BC
| De student kent de ontwerp- en uitvoeringsconcepten van riolering zoals bijv. pompstations, drukriolering, soorten stelsels, waterslag. | | - DC
| BK 1.10 De student kent de relevante wetgeving, normering en veiligheidsprocedures. | | | - BC
| De student kent de algemene en administratieve bepalingen met betrekking tot het Standaarbestek 250, kent de categorieën van wegen en bouwklassen,heeft basiskennis van de wet op de overheidsopdrachten, kent de verschillende elementen waaruit een weg is opgebouwd, kent de globale opbouw van het Standaarbestek 250 en weet dit op een beredeneerde manier te gebruiken. | | | - BC
| De student houdt rekening met de code van goede praktijk en de waterwegwijzer in het maken van zijn oplossings- ontwerpkeuzes. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| BK 2.5 De student heeft inzicht in de manier waarop materialen worden verwerkt tot constructieonderdelen. | | | - BC
| De student begrijpt de nomenclatuur van de weg, riolering en waterloop en kan deze toepassen in een specifiek wegenisontwerp. | | | - BC
| De student heeft inzicht in hydrologie en in hydraulica van waterlopen, rioleringen en drukleidingen. | | - DC
| BK 2.6 De student heeft inzicht in courante bouwkundige uitvoeringsconcepten. | | | - BC
| De student heeft het globaal inzicht om een ontwerp te maken van een tracé op basis van grondeigenschappen, het grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder, weerstand, stroefheid enz. | | | - BC
| De student begrijpt het globale Standaardbestek 250 en kan dit op een beredeneerde manier gebruiken in een specifiek wegenisontwerp. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan de nodige omgevingsinformatie verzamelen uit gangbare digitale bronnen (zoals bv. professionele websites). | | | - BC
| De student kan relevante informatie halen uit een veelheid van gegevens om een hydraulisch technisch probleem te analyseren en op te lossen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student kan de nodige begeleidende documentatie zelfstandig analyseren en interpreteren. | | | - BC
| De student kan de nodige informatie verzamelen uit het Standaard Bestek 250 en deze vertalen ifv een specifiek wegenisontwerp. | | | - BC
| De student kan de nodige omgevingsinformatie uit gangbare digitale bronnen (professionele websites) analyseren en als randvoorwaarden stellen ifv een specifiek wegenisontwerp. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student kan een gegeven hydraulisch technisch probleem stapsgewijs analyseren. | | - DC
| BK 5.1 De student kan de geschiktheid van bouwmaterialen voor een specifieke toepassing bepalen, analyseren en beoordelen. | | | - BC
| De student kan juiste materialen en hun hoeveelheden ivm een correcte wegenisopbouw bepalen met het oog op een volledige wegenbouwtechnische meetstaat. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student kan, op basis van gegeven randvoorwaarden, de juiste wegopbouw en materialen kiezen om tot een gefundeerd wegenisontwerp te komen. | | | - BC
| De student kan op gestructureerde wijze tot een implementeerbare oplossing komen voor een gegeven hydraulisch technisch probleem. | | | - BC
| De student motiveert zijn keuzes bij het analyseren en oplossen van een gegeven hydraulisch technisch probleem. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student kan een correcte wegenisopbouw ontwerpen volgens SB250 en vertalen in type dwarsprofielen en details. | | - DC
| BK 6.1 De student kan courante bouwkundige constructies en constructie-elementen in verschillende materialen ontwerpen en berekenen. | | | - BC
| De student kan voor een globaal ontwerp van een wegstructuur gebruik maken van meetkundige eigenschappen, lengteprofielen en dwarsprofielen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student kan een praktijkvoorbeeld kritisch evalueren, fouten opsporen en betere alternatieven formuleren. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan zijn materiaal- en ontwerpkeuzes schriftelijk uiteenzetten. | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan zijn gedachtengang bij de gekozen oplossingen logisch gestructureerd mondeling verdedigen of bijschaven. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Infrastructuur. Het dient als basis voor de opkomende opleidingsonderdelen binnen dit leerdomein.
|
|
|
WEGONTWERP (3,5 SP)
In dit deel wordt de wereldwijde historiek geschetst van de methodes waarmee wegen werden en worden gebouwd. Verschillende elementen met betrekking tot geometrisch wegontwerp komen hierbij aan bod. Specifieke aandacht gaat uit naar de geometrie, langsprofiel en dwarsprofiel van de weg, zicht, horizontale en verticale trace, discontinuïteiten, kruispunten, enz. aan de hand van het vademecum weginfrastructuur (VWI). Ook wordt er steeds een kadering binnen het verloop van een infrastructuurproject gedaan. Concreet worden volgende onderwerpen behandeld:
- Het definiëren van een weg aan de hand van een aantal begrippen en eigenschappen.
- Het bepalen van de meetkundige eigenschappen, het grondplan, de lengteprofielen en de dwarsprofielen van een weg.
- Bepaling van de parameters die doorslaggevend zijn bij het ontwerp van een weg: de grondeigenschappen, het grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder, weerstand, stroefheid enz.
Daarnaast is er een eerste kennismaking met het Standaardbestek voor de Wegenbouw (Standaardbestek 250). Aan de hand van het Standaardbestek 250 worden begrippen met betrekking tot de weg (alsook de verschillende elementen van de weg) verduidelijkt. Ook wordt het principe van wegcategorisatie en bouwklassen uitgediept. Deze elementen vormen de basis voor het begrijpen van het Standaardbestek 250.
De belangrijkste hoofdstukken van het Standaardbestek 250 worden toegelicht, te vertrekken vanuit grondophoging, onderfundering - fundering, naar lijnvormige elementen. Qua wegverharding worden kleinschalige elementen, betonverharding en bitumineuse verharding besproken.
TOEGEPASTE HYDRAULICA (2,5 SP)
In dit deel worden de volgende onderwerpen behandeld:
- Algemene begrippen in de hydraulica (eenheden, gewicht, massa, samendrukbaarheid, dichtheid, oppervlaktespanning, viscositeit)
- Krachten ten gevolge van hydrostatische fluïda (hydrostatische druk, oefeningen op concept van hydrostatische druk)
- Stroming van fluïda (continuïteitsvergelijking, behoud van energie (Bernoulli), oefeningen op wet van Bernoulli)
- Stroming in open kanalen (permanent ó niet-permanent, éénparig ó niet-éénparig, uniforme stationaire stroming, kritische stroming, inleiding verhanglijnen)
- Stroming in buizen en ladingsverliezen (laminaire, turbulente stroming, lokale verliezen, leidingssystemen, oefening)
- Rioleringen (goede praktijk ontwerp rioleringssystemen)
OPMERKING
De studenten van Mobiliteitswetenschappen nemen enkel deel aan het deel Wegontwerp.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 75 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student(e) niet slaagt voor het opleidingsonderdeel (d.w.z. samengeteld resultaat < 10/20 of een cijfer beneden het tolereerbaar cijfer (8/20) voor één van beide onderdelen), gelden volgende voorwaarden: indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) voor één onderdeel (Wegontwerp of Toegepaste hydraulica), draagt de student(e) het resultaat voor het deel waarvoor hij/zij slaagde over naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student(e) niet slaagt voor het opleidingsonderdeel (d.w.z. samengeteld resultaat < 10/20 of een cijfer beneden het tolereerbaar cijfer (8/20) voor één van beide onderdelen), gelden volgende voorwaarden: indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) voor één onderdeel (Wegontwerp of Toegepaste hydraulica), draagt de student(e) het resultaat voor het deel waarvoor hij/zij slaagde over naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student(e) slaagt voor het opleidingsonderdeel Infrastructuur 1 indien het samengetelde cijfer (onderdelen Wegontwerp en Toegepaste Hydraulica) ≥ 10/20 is én de student(e) voor beide onderdelen (Wegontwerp en Toegepaste Hydraulica) een “tolereerbaar” examenresultaat (≥8/20) behaalt. |
|
|
|
Gevolg | Een student(e) die op een onderdeel een niet-tolereerbaar cijfer behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 10, krijgt als eindresultaat in zijn/haar studentendossier een 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. |
|
|
|
Extra info | Het deel Wegontwerp wordt geëvalueerd met een schriftelijk examen (60%) tijdens de examenperiode. Het deel Toegepaste Hydraulica wordt geëvalueerd met een schrifteljk examen (oefeningen, 15%) en een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (theorie, 25%), ook tijdens de examenperiode. Studie- of werfbezoeken zijn verplicht en maken integraal deel uit van de te kennen leerstof. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen overdracht van (deel)punten naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Vademecum Weginfrastructuur (VWI) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
- Slides gepost op 'elektronisch leerplatform'
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
- Het Standaardbestek 250 voor wegenbouw
- Het Vademecum veilige wegen en kruispunten
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek De student zal a.d.h.v. nationale en internationale wetenschappelijke publicaties op de hoogte blijven van de innovatieve vooruitgang binnen de wegenbouw.
Relatie met werkveld Tijdens de lessen zullen verschillende werfbezoeken en excursies worden gepland om zo de uitwerking van de theoretische kennis te illustreren. De lessen krijgen een meerwaarde door lezingen van domeinspecialisten die hun expertise toelichten en de relatie met de bouwpraktijk verduidelijken.
Duurzaamheidsaspecten Duurzaamheid komt aan bod in de inhoud van de cursus, waar verschillende wegelementen worden geïllustreerd en ontwerpprocedures worden uitgelegd. |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen bouwkunde | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein
Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Infrastructuur. Het dient als basis voor de opkomende opleidingsonderdelen binnen dit leerdomein.
|
|
|
WEGONTWERP (3,5 SP)
In dit deel wordt de wereldwijde historiek geschetst van de methodes waarmee wegen werden en worden gebouwd. Verschillende elementen met betrekking tot geometrisch wegontwerp komen hierbij aan bod. Specifieke aandacht gaat uit naar de geometrie, langsprofiel en dwarsprofiel van de weg, zicht, horizontale en verticale trace, discontinuïteiten, kruispunten, enz. aan de hand van het vademecum weginfrastructuur (VWI). Ook wordt er steeds een kadering binnen het verloop van een infrastructuurproject gedaan. Concreet worden volgende onderwerpen behandeld:
- Het definiëren van een weg aan de hand van een aantal begrippen en eigenschappen.
- Het bepalen van de meetkundige eigenschappen, het grondplan, de lengteprofielen en de dwarsprofielen van een weg.
- Bepaling van de parameters die doorslaggevend zijn bij het ontwerp van een weg: de grondeigenschappen, het grondverzet, hellingen, waterafvoer, comfort van de wegbestuurder, weerstand, stroefheid enz.
Daarnaast is er een eerste kennismaking met het Standaardbestek voor de Wegenbouw (Standaardbestek 250). Aan de hand van het Standaardbestek 250 worden begrippen met betrekking tot de weg (alsook de verschillende elementen van de weg) verduidelijkt. Ook wordt het principe van wegcategorisatie en bouwklassen uitgediept. Deze elementen vormen de basis voor het begrijpen van het Standaardbestek 250.
De belangrijkste hoofdstukken van het Standaardbestek 250 worden toegelicht, te vertrekken vanuit grondophoging, onderfundering - fundering, naar lijnvormige elementen. Qua wegverharding worden kleinschalige elementen, betonverharding en bitumineuse verharding besproken.
TOEGEPASTE HYDRAULICA (2,5 SP)
In dit deel worden de volgende onderwerpen behandeld:
- Algemene begrippen in de hydraulica (eenheden, gewicht, massa, samendrukbaarheid, dichtheid, oppervlaktespanning, viscositeit)
- Krachten ten gevolge van hydrostatische fluïda (hydrostatische druk, oefeningen op concept van hydrostatische druk)
- Stroming van fluïda (continuïteitsvergelijking, behoud van energie (Bernoulli), oefeningen op wet van Bernoulli)
- Stroming in open kanalen (permanent ó niet-permanent, éénparig ó niet-éénparig, uniforme stationaire stroming, kritische stroming, inleiding verhanglijnen)
- Stroming in buizen en ladingsverliezen (laminaire, turbulente stroming, lokale verliezen, leidingssystemen, oefening)
- Rioleringen (goede praktijk ontwerp rioleringssystemen)
OPMERKING
De studenten van Mobiliteitswetenschappen nemen enkel deel aan het deel Wegontwerp.
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 75 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student(e) niet slaagt voor het opleidingsonderdeel (d.w.z. samengeteld resultaat < 10/20 of een cijfer beneden het tolereerbaar cijfer (8/20) voor één van beide onderdelen), gelden volgende voorwaarden: indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) voor één onderdeel (Wegontwerp of Toegepaste hydraulica), draagt de student(e) het resultaat voor het deel waarvoor hij/zij slaagde over naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondeling examen | 25 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Indien de student(e) niet slaagt voor het opleidingsonderdeel (d.w.z. samengeteld resultaat < 10/20 of een cijfer beneden het tolereerbaar cijfer (8/20) voor één van beide onderdelen), gelden volgende voorwaarden: indien de student tijdens de eerste examenkans slaagt (≥ 10/20) voor één onderdeel (Wegontwerp of Toegepaste hydraulica), draagt de student(e) het resultaat voor het deel waarvoor hij/zij slaagde over naar de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student(e) slaagt voor het opleidingsonderdeel Infrastructuur 1 indien het samengetelde cijfer (onderdelen Wegontwerp en Toegepaste Hydraulica) ≥ 10/20 is én de student(e) voor beide onderdelen (Wegontwerp en Toegepaste Hydraulica) een “tolereerbaar” examenresultaat (≥8/20) behaalt. |
|
|
|
Gevolg | Een student(e) die op een onderdeel een niet-tolereerbaar cijfer behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 10, krijgt als eindresultaat in zijn/haar studentendossier een 9/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. |
|
|
|
Extra info | Het deel Wegontwerp wordt geëvalueerd met een schriftelijk examen (60%) tijdens de examenperiode. Het deel Toegepaste Hydraulica wordt geëvalueerd met een schrifteljk examen (oefeningen, 15%) en een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (theorie, 25%), ook tijdens de examenperiode. Studie- of werfbezoeken zijn verplicht en maken integraal deel uit van de te kennen leerstof. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen overdracht van (deel)punten naar een volgend academiejaar. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Vademecum Weginfrastructuur (VWI) |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
- Slides gepost op 'elektronisch leerplatform'
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
- Het Standaardbestek 250 voor wegenbouw
- Het Vademecum veilige wegen en kruispunten
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek De student zal a.d.h.v. nationale en internationale wetenschappelijke publicaties op de hoogte blijven van de innovatieve vooruitgang binnen de wegenbouw.
Relatie met werkveld Tijdens de lessen zullen verschillende werfbezoeken en excursies worden gepland om zo de uitwerking van de theoretische kennis te illustreren. De lessen krijgen een meerwaarde door lezingen van domeinspecialisten die hun expertise toelichten en de relatie met de bouwpraktijk verduidelijken.
Duurzaamheidsaspecten Duurzaamheid komt aan bod in de inhoud van de cursus, waar verschillende wegelementen worden geïllustreerd en ontwerpprocedures worden uitgelegd. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|