Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Elektriciteit (3824)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelor in de industriële wetenschappen (gemeenschappelijk pakket) | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.5 De student kent de basiswetten van de elektrotechniek op het gebied van elektrodynamica en -statica, elektromagnetisme, één- en driefasige wisselstroom. | | | - BC
| kent definities en stellingen uit magnetisme, de wisselstroomtheorie en driefasige wisselstroom en kent toepassingen hierop. | | | - BC
| kent de belangrijkste veiligheidsaspecten van elektrische netten en kan de verschillende componenten identificeren en de werking verklaren. | | | - BC
| kent labotechnieken waarmee theoretisch omschreven verschijnselen kunnen worden gedemonstreerd. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.5 De student begrijpt de basiswetten van de elektrotechniek op het gebied van elektrodynamica en -statica, elektromagnetisme, één- en driefasige wisselstroom. | | | - BC
| kan inzicht in theorie en praktijk aantonen door de werking van verschijnselen en praktische toepassingen te kunnen verklaren op basis van gekende stellingen en definities. | | | - BC
| kan in het labo verschijnselen demonstreren en deze verklaren. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student kan gegevens opgemeten met een scoop correct interpreteren en vertalen naar een vectordiagram. | | - DC
| 5.9 De student kan elektrische kringen en schakelingen analyseren. | | | - BC
| De student kan in een labo een fout vinden in zijn meetopstelling of gebouwde schakeling. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| de student kan voor het oplossen van vraagstukken uit magnetisme, éénfasige en driefasige wisselstroom de correcte methode selecteren. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| de student kan vraagstukken uit magnetisme, éénfasige en driefasige wisselstroom correct oplossen. | | - DC
| 6.3 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software selecteren. | | | - BC
| de student kan vraagstukken oplossen met behulp van zijn grafisch rekentoestel. | | | - BC
| de student kan de juiste toestellen selecteren in het labo om metingen uit te voeren. | | - DC
| 6.10 De student kan elektrische kringen en schakelingen doorrekenen. | | | - BC
| de student kan vraagstukken uit magnetisme, éénfasige en driefasige wisselstroom correct oplossen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren. | | | - BC
| De student kan een specifieke test opbouwen en uitvoeren volgens de opgegeven labo's. | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | - BC
| de student kan de toestellen in het labo gebruiken. | | - DC
| 7.5 De student kan elektrische kringen en schakelingen bouwen en implementeren. | | | - BC
| de student kan een opstelling bouwen gerelateerd aan de gegeven labo's. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| kan een net schematisch weergeven. | | | - BC
| kan een fasediagram tekenen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student leert uit de feedback en ervaring die hij opdoet in de oefenzittingen en labo's. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| De student werkt op een veilige manier in het labo en heeft respect voor de materialen die hij gebruikt. | | | - BC
| De student heeft bij het oplossen van vraagstukken en bij het afleiden van een stelling oog voor orde en duidelijkheid. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student moet de rekentechnieken om stromen, spanningen en vermogens te berekenen in complexe kringen aangesloten op DC kunnen toepassen. (elektrodynamica van 1BA)<br><br>- De student moet de basiswetten van magnetisme begrijpen en kunnen toepassen. (elektromagnetisme van 1BA)
|
|
|
Elektromagnetisme: deel 2
- Lorentzkrachten
- Geïnduceerde spanningen - wet van FARADAY-LENZ
- Magnetisch gekoppelde kringen
- Principiële werking DC-machines en transformatoren
- Overgangsverschijnselen
Wisselstroomtheorie
- Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen
- Gedrag van R, L C en combinaties (resonanties)
- Actief, reactief en schijnbaar vermogen
- Cos-phi-verbetering
- Oplossen van 1F en 3F wisselstroomkringen
- Driefasige netten en beveiliging: TT, TN, IT
Labo
- Inleiding oscilloscoop
- RC-, RL-, en RLC-kringen
- Overgangsverschijnselen en Vermogen metingen
- 3-wattmetermethode >< Aron-schakeling
- TL lampen en COS phi verbetering
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Het formularium mag gebruikt worden tijdens het examen. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt tijdens het examen worden voor het oplossen van de oefeningen op voorwaarde dat het geheugen gewist is. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Verplichte aanwezigheid tijdens alle labos. |
|
|
|
Gevolg | Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten van de labo-test per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 20% verminderd. |
|
|
|
Extra info | Voor de permanente evaluatie van het labo is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de labo-test. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De 2e examenkans voor de theorie en oefeningen is identiek aan de 1e examenkans. Voor het labo is er geen 2de examenkans. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van labocijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als minstens 12/20 behaald werd. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Elektromagnetisme Deel 2,Theorie en Oefeningen voor het tweede deel van elektromagnetisme.
- Labotekst elektromagnetisme en wisselstroom
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra informatie via het online leerplatform Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Natuurkunde voor wetenschap en techniek: Elektrostatica en magnetisme,Douglas C Giancoli,Prentice-Hall/Academic Service |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: In dit opleidingsonderdeel wordt de basis gelegd voor toepassingen in het gebied van de elektrotechniek. Deze kennis is vereist om dieper in te kunnen gaan op elektrische machines en distributie van elektrische energie.
Relatie met onderzoek: Het opleidingsonderdeel Elektrotechniek stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde opdrachten uit.
Relatie met werkveld: Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 2 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Elektromechanica optie ontwerp en productie - deel 2 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
schakel IW Energie - deel 2 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student moet de rekentechnieken om stromen, spanningen en vermogens te berekenen in complexe kringen aangesloten op DC kunnen toepassen. (elektrodynamica van 1BA)<br><br>- De student moet de basiswetten van magnetisme begrijpen en kunnen toepassen. (elektromagnetisme van 1BA)
|
|
|
Elektromagnetisme: deel 2
- Lorentzkrachten
- Geïnduceerde spanningen - wet van FARADAY-LENZ
- Magnetisch gekoppelde kringen
- Principiële werking DC-machines en transformatoren
- Overgangsverschijnselen
Wisselstroomtheorie
- Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen
- Gedrag van R, L C en combinaties (resonanties)
- Actief, reactief en schijnbaar vermogen
- Cos-phi-verbetering
- Oplossen van 1F en 3F wisselstroomkringen
- Driefasige netten en beveiliging: TT, TN, IT
Labo
- Inleiding oscilloscoop
- RC-, RL-, en RLC-kringen
- Overgangsverschijnselen en Vermogen metingen
- 3-wattmetermethode >< Aron-schakeling
- TL lampen en COS phi verbetering
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Het formularium mag gebruikt worden tijdens het examen. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt tijdens het examen worden voor het oplossen van de oefeningen op voorwaarde dat het geheugen gewist is. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Elektromagnetisme Deel 2,Theorie en Oefeningen voor het tweede deel van elektromagnetisme.
- Labotekst elektromagnetisme en wisselstroom
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Extra informatie via het online leerplatform Toledo. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Natuurkunde voor wetenschap en techniek: Elektrostatica en magnetisme,Douglas C Giancoli,Prentice-Hall/Academic Service |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: In dit opleidingsonderdeel wordt de basis gelegd voor toepassingen in het gebied van de elektrotechniek. Deze kennis is vereist om dieper in te kunnen gaan op elektrische machines en distributie van elektrische energie.
Relatie met onderzoek: Het opleidingsonderdeel Elektrotechniek stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde opdrachten uit.
Relatie met werkveld: Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|