Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Besturingssystemen en C (4082)
|
6.0 stptn |
|
|
Databases (4290)
|
4.0 stptn |
|
|
Software Engineering Skills (4083)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 3de bachelor in de industriële wetenschappen - informatica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EA-INF 1.1 De student kent ontwerpprincipes en architecturen om software op een gestructureerde manier te ontwerpen en ontwikkelen. | | | - BC
| kent het concept van (micro)services en de aangebrachte technologieën waarin services gebouwd worden en met elkaar communiceren. | | - DC
| INF 1.4 De student kent verschillende abstractiemechanismen uit de informatica. | | | - BC
| kent de concepten van virtualisatie in computersystemen. | | | - BC
| kent de werking van de aangebrachte technologieën die virtualisatie mogelijk maken. | | - DC
| INF 1.7 De student kent manieren om niet-technische facetten te betrekken bij de ontwikkeling en uitrol van software. | | | - BC
| kent zowel de technische als financieel/strategische eigenschappen (dus zowel op technisch en op management-niveau) van service oriented architectures en cloud computing. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| INF 2.4 De student begrijpt de voordelen van abstractiemechanismen in informatica en heeft inzicht in de uitdagingen om dit te beheersen. | | | - BC
| begrijpt hoe virtualisatie een extra abstractielaag toevoegt en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| kan een externe webservice selecteren (bv. uit programmableweb.com of rapidapi.com) en integreren. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| De student verwijst naar de oorspronkelijke bron indien code overgenomen wordt. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EA-INF 5.1 De student kan voor een specifieke probleemstelling of toepassing analyseren op welke manieren de software ontworpen en gebouwd kan worden en alternatieven afwegen op basis van relevante criteria. | | | - BC
| kan identificeren welke componenten geschikt zijn voor een aparte, herbruikbare service. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.7 De student kan een modulair en onderhoudbaar ontwerp van software maken. | | | - BC
| kan een concept van (grote) toepassing ontwerpen, die opsplitsen in verschillende services en die services zo definiëren dat ze ook nuttig zijn voor andere toepassingen. | | | - BC
| kan voor webservices een keuze maken uit de geschikte programmeertaal en technologie. | | | - BC
| kan, afhankelijk van de gewenste toepassing, de juiste cloud-technologie selecteren. | | - DC
| 6.8 De student kan een passende user interface ontwerpen. | | | - BC
| kan een zinvolle en generieke API voor een softwareservice ontwerpen | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | - BC
| kan een werkende service ontwikkelen in elk van de aangebrachte technologieën. | | - DC
| EA-INF 7.2 De student kan passende software- en hardwarecomponenten combineren tot een werkende oplossing. | | | - BC
| kan alle componenten van een cloud-gebaseerde toepassing opzetten (virtuele machines, Docker-containers, load balancers, ...) | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| kan op basis van de ervaring met de zelf geïmplementeerde services de geschiktheid van de behandelde programmeertalen voor specifieke taken inschatten. | | | - BC
| kan kritisch nagaan of de indeling in services de juiste mate van granulariteit bevat en suggesties tot verbetering doen. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| kan documenteren hoe een software-service gebruikt moeten worden in het formaat dat past bij de gekozen technologie. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding. | | | - BC
| gaat op zoek naar aansluitende technologieën en integreert deze wanneer toepasselijk. | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| kan zowel op technisch als financieel/strategisch gebied motiveren waarom een service oriented architectuur en/of cloud computing al dan niet nuttig is voor een bepaalde toepassing. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student moet ervaring hebben met programmeren in het algemeen en specifiek met webtechnologie.
|
|
|
Zoals de naam van het opleidingsonderdeel al suggereert "Cloud Computing en toepassingen" worden aan de ene kant de theoretische en conceptuele fundamenten van Cloud Computing aangebracht. De service-modellen en de onderliggende technologieën worden behandeld samen met de gevolgen op het vlak van het management van cloud computing. Daarnaast wordt aangeleerd hoe je toepassingen voor de Cloud kan ontwikkelen; enerzijds op basis van technologieën, anderzijds op basis van een microservice-architectuur. Dit opleidingsonderdeel heeft dan ook een focus op industriele toepasbaarheid met voldoende technische achtergrond over de basisconcepten. Volgende aspecten komen aan bod:
- Infrastructuur
- Wat is de rol van het Operating System? [korte opfrissing]
- Wat is virtualisatie en waarom is dat een key-technologie voor cloud computing?
- Welke platformen zijn er?
- Hoe zet je een schaalbare toepassing op?
- Ontwikkeling van software
- Service Oriented Architectures & Microservices met aandacht voor verschillende technologieën en protocols, waarbij services in verschillende programmeertalen geïmplementeerd worden.
- Ontwikkeling van een concept waarin deze services gecombineerd worden tot een werkend, geïntegreerd platform aan de hand van webtechnologieën.
De algemene technische concepten staan hierboven vrij algemeen beschreven, maar omvatten o.a. volgende populaire elementen:
- Service-modellen (xAAS) en cloud stack layers
- Virtualisatie (via partionering en aggregatie) en containers zoals Docker
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Bij het open-boek-gedeelte mag alle papieren materiaal gebruikt worden. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student moet op zowel de evaluatie tijdens het academiejaar als op het examen minstens een delibereerbaar cijfer halen (minstens 8.0/20). |
|
|
|
Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8.0/20 of minder haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het cursusmateriaal wordt via het elektronisch leerplatform verspreid, met hierbovenop nog veel verwijzingen naar externe bronnen en tutorials. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum
Cloud Computing en Toepassingen is een belangrijk opleidingsonderdeel omdat het de stap zet van het gebruik van één PC met monolitische software naar een netwerk van schaalbare, gevirtualiseerde computers met software met een microservice-architectuur die uit loosely coupled componenten bestaat die op verschillende (virtuele) machines draait en ontwikkeld wordt in potentieel verschillende programmeertalen en met verschillende protocollen en technologieën met elkaar communiceert. Er is zowel aandacht voor alle letters van ICT:
- I van Informatica voor de ontwikkeling van software in een Service Oriented Architectuur m.b.v. microservices;
- C van Communicatie voor de kennis van de technologieën en protocollen waarmee de services met elkaar communiceren;
- T van Technologie voor de infrastructuur waar de software op draait met een grote focus op virtualisatie.
In verschillende opleidingsonderdelen van de master wordt verder gebouwd op de concepten en technieken die aangebracht worden in dit opleidingsonderdeel.
Relatie met het werkveld
Cloud computing en zijn toepassingen zijn een hot topic binnen de industrie. Er is hierbij aandacht voor een aantal belangrijke technologieën die courant gebruikt worden in het werkveld.
Relatie met onderzoek
Alhoewel cloud computing al op vrij grote schaal wordt toegepast, gebeurt er nog veel onderzoek binnen dit domein, o.a. op het gebied van nog efficiënter servergebruik, bv. via serverless computing; op het gebied van nieuwe programmeertalen of -aanpakken voor het programmeren van cloud toepassingen; wat betreft veiligheid; wat betreft vermindering van virtualisatieoverhead, ... De onderzoeksgroep ACRO in Diepenbeek is zelf bezig met een aantal van deze aspecten en/of houdt de vinger aan de pols bij de nieuwe ontwikkelingen.
|
|
|
|
|
|
 | schakel IW informatica - deel 1 | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
|
|
De student moet ervaring hebben met programmeren in het algemeen en specifiek met webtechnologie.
|
|
|
Zoals de naam van het opleidingsonderdeel al suggereert "Cloud Computing en toepassingen" worden aan de ene kant de theoretische en conceptuele fundamenten van Cloud Computing aangebracht. De service-modellen en de onderliggende technologieën worden behandeld samen met de gevolgen op het vlak van het management van cloud computing. Daarnaast wordt aangeleerd hoe je toepassingen voor de Cloud kan ontwikkelen; enerzijds op basis van technologieën, anderzijds op basis van een microservice-architectuur. Dit opleidingsonderdeel heeft dan ook een focus op industriele toepasbaarheid met voldoende technische achtergrond over de basisconcepten. Volgende aspecten komen aan bod:
- Infrastructuur
- Wat is de rol van het Operating System? [korte opfrissing]
- Wat is virtualisatie en waarom is dat een key-technologie voor cloud computing?
- Welke platformen zijn er?
- Hoe zet je een schaalbare toepassing op?
- Ontwikkeling van software
- Service Oriented Architectures & Microservices met aandacht voor verschillende technologieën en protocols, waarbij services in verschillende programmeertalen geïmplementeerd worden.
- Ontwikkeling van een concept waarin deze services gecombineerd worden tot een werkend, geïntegreerd platform aan de hand van webtechnologieën.
De algemene technische concepten staan hierboven vrij algemeen beschreven, maar omvatten o.a. volgende populaire elementen:
- Service-modellen (xAAS) en cloud stack layers
- Virtualisatie (via partionering en aggregatie) en containers zoals Docker
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Workshop ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 12/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Vanaf 10/20 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Bij het open-boek-gedeelte mag alle papieren materiaal gebruikt worden. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student moet op zowel de evaluatie tijdens het academiejaar als op het examen minstens een delibereerbaar cijfer halen (minstens 8.0/20). |
|
|
|
Gevolg | Indien de student op een van de delen minder dan 8.0/20 of minder haalt, bestaat het punt uit het gewogen gemiddelde van beide delen met een maximum van 9/20. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het cursusmateriaal wordt via het elektronisch leerplatform verspreid, met hierbovenop nog veel verwijzingen naar externe bronnen en tutorials. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen het leerdomein/curriculum
Cloud Computing en Toepassingen is een belangrijk opleidingsonderdeel omdat het de stap zet van het gebruik van één PC met monolitische software naar een netwerk van schaalbare, gevirtualiseerde computers met software met een microservice-architectuur die uit loosely coupled componenten bestaat die op verschillende (virtuele) machines draait en ontwikkeld wordt in potentieel verschillende programmeertalen en met verschillende protocollen en technologieën met elkaar communiceert. Er is zowel aandacht voor alle letters van ICT:
- I van Informatica voor de ontwikkeling van software in een Service Oriented Architectuur m.b.v. microservices;
- C van Communicatie voor de kennis van de technologieën en protocollen waarmee de services met elkaar communiceren;
- T van Technologie voor de infrastructuur waar de software op draait met een grote focus op virtualisatie.
In verschillende opleidingsonderdelen van de master wordt verder gebouwd op de concepten en technieken die aangebracht worden in dit opleidingsonderdeel.
Relatie met het werkveld
Cloud computing en zijn toepassingen zijn een hot topic binnen de industrie. Er is hierbij aandacht voor een aantal belangrijke technologieën die courant gebruikt worden in het werkveld.
Relatie met onderzoek
Alhoewel cloud computing al op vrij grote schaal wordt toegepast, gebeurt er nog veel onderzoek binnen dit domein, o.a. op het gebied van nog efficiënter servergebruik, bv. via serverless computing; op het gebied van nieuwe programmeertalen of -aanpakken voor het programmeren van cloud toepassingen; wat betreft veiligheid; wat betreft vermindering van virtualisatieoverhead, ... De onderzoeksgroep ACRO in Diepenbeek is zelf bezig met een aantal van deze aspecten en/of houdt de vinger aan de pols bij de nieuwe ontwikkelingen.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|