Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master informatica profiel Engineering Interactive Systems | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. | - EC
| EC 12: De afgestudeerde kan kritisch reflecteren over het eigen handelen, hierover verantwoording afleggen en zichzelf bijsturen waar nodig. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan vlot programmeren en algoritmes bedenken en implementeren..
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel behandelt computationele aspecten voor het vervaardigen van fysieke artefacten doormiddel van digitale fabricatie. Er wordt zowel ingegaan op het gebruik van populaire fabricatie technieken zoals 3D printers en laser cutters alsook de achterliggende software en hardware aspecten. Dit omvat zowel de werking van fabricatie machines, de computationele aspecten, en de interactieve aspecten. Er wordt onder meer aandacht besteed aan de pipeline (CAD/CAM) nodig om van een 3D model naar een fysiek object te gaan. Daarnaast gaan we ook dieper in op de computationele aspecten van andere alternatieve fabricatie technieken zoals subtractive manufacturing, injection molding, casting technieken, en het vervaardigen van PCBs. Deze leerstof wordt aangereikt doormiddel van hoorcolleges en gastcolleges vanuit de industrie en de academische sector.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
taken ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Ander examen | 55 % |
|
Andere: | Praktisch (groeps)werk |
|
|
|
|
|
Extra info | Er worden enkel punten toegekend voor dit vak indien aan alle onderdelen van de evaluatie wordt deelgenomen en voldoende participatie in het praktisch gedeelte kan aangetoond worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Idem als eerste examenkans behalve het groepsproject dat vervangen wordt door een individueel project. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De presentaties die gebruikt worden tijdens de introductiecolleges en relevante (wetenschappelijke) papers worden ter beschikking gesteld; online of tijdens de les. |
|
|
|
|
|
| master informatica volledig keuzepakket | Keuze | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De afgestudeerde heeft op het gebied van informatica inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en de onderliggende wetenschappelijke principes. | - EC
| EC 2: De afgestudeerde is in staat om de evolutie in het vakgebied van de informatica (en aanverwante gebieden) bij te houden, om de nieuwe technologieën te evalueren en ze zich eigen te maken. | - EC
| EC 3: De afgestudeerde heeft de nodige kennis en inzichten in minstens 1 subdiscipline die toelaten om een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen of toepassen van vernieuwende ideeën in een bepaald gebied van de informatica (door verdieping van basiskennis op bachelor niveau, inclusief deze van wiskundige en andere wetenschappelijke grondslagen). | - EC
| EC 5: De afgestudeerde kan zelfstandig een complex informaticaprobleem modelleren, de nodige abstracties invoeren, de oplossing gestructureerd beschrijven en implementeren, en ten slotte tegenover de stakeholders argumenteren waarom de gekozen oplossing en de bijhorende implementatie voldoen aan de gestelde specificaties. | - EC
| EC 7: De afgestudeerde is in staat om informatie kritisch te analyseren en te evalueren, en op een efficiënte manier te verwerken. | - EC
| EC 9: De afgestudeerde is in staat om op heldere wijze zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren over haar/zijn werk in een nationale en internationale context. | - EC
| EC 10: De afgestudeerde functioneert goed in teamverband; zij/hij is in staat, door overleg in kleine en grote groepen, werkzaamheden te verdelen en op elkaar af te stemmen. | - EC
| EC 12: De afgestudeerde kan kritisch reflecteren over het eigen handelen, hierover verantwoording afleggen en zichzelf bijsturen waar nodig. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan vlot programmeren en algoritmes bedenken en implementeren..
|
|
|
Dit opleidingsonderdeel behandelt computationele aspecten voor het vervaardigen van fysieke artefacten doormiddel van digitale fabricatie. Er wordt zowel ingegaan op het gebruik van populaire fabricatie technieken zoals 3D printers en laser cutters alsook de achterliggende software en hardware aspecten. Dit omvat zowel de werking van fabricatie machines, de computationele aspecten, en de interactieve aspecten. Er wordt onder meer aandacht besteed aan de pipeline (CAD/CAM) nodig om van een 3D model naar een fysiek object te gaan. Daarnaast gaan we ook dieper in op de computationele aspecten van andere alternatieve fabricatie technieken zoals subtractive manufacturing, injection molding, casting technieken, en het vervaardigen van PCBs. Deze leerstof wordt aangereikt doormiddel van hoorcolleges en gastcolleges vanuit de industrie en de academische sector.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
taken ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Ander examen | 55 % |
|
Andere: | Praktisch (groeps)werk |
|
|
|
|
|
Extra info | Er worden enkel punten toegekend voor dit vak indien aan alle onderdelen van de evaluatie wordt deelgenomen en voldoende participatie in het praktisch gedeelte kan aangetoond worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Idem als eerste examenkans behalve het groepsproject dat vervangen wordt door een individueel project. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De presentaties die gebruikt worden tijdens de introductiecolleges en relevante (wetenschappelijke) papers worden ter beschikking gesteld; online of tijdens de les. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|