Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Kernfysica 1 (2592)
|
4.0 stptn |
|
|
Nucleaire meettechniek (4480)
|
7.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Kernfysica 2 (4273)
|
3.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Er wordt in dit opleidingsonderdeel gewerkt met risicohoudende stoffen (o.a. toxische, corrosieve, sterk oxiderende, ontvlambare producten), ioniserende straling (open en gesloten bronnen) en met risicovolle opstellingen. De veiligheid van de medestudenten en de gebouwen van de gezamenlijke opleiding komen in gevaar indien de student de nodige labovaardigheden niet beheerst.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - nucleaire technologie | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| NT 1.1 De student heeft een doorgedreven kennis van de stralingsfysica en de kernfysica, de radiometrische en dosimetrische grootheden en de kernreacties. | | | - BC
| De student kan de begrippen van de stralingsfysica uitleggen en kent de relevantie voor de toegepaste kernfysica. | | - DC
| NT 1.8 De student kent de werking van versnellers voor nucleaire en medische nucleaire toepassingen. | | | - BC
| De student kan de werking van versnellers voor nucleaire en medische nucleaire toepassingen weergeven. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| NT 2.1 De student heeft een doorgedreven inzicht in de stralingsfysica en de kernfysica, de radiometrische en dosimetrische grootheden en de kernreacties. | | | - BC
| De student kan de onderliggende verbanden uitleggen tussen de basisprincipes van kwantumfysica en begrippen van de kernfysica en stralingsfysica. | | - DC
| NT 2.8 De student begrijpt de werking van versnellers voor toepassingen van stralingen in geneeskunde voor therapeutische behandelingen. | | | - BC
| De student kan de werking van versnellers voor nucleaire en medische nucleaire toepassingen uitleggen. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen. | | | - BC
| De student neemt initiatief bij het verder uitwerken van de labo-opdrachten. | | | - BC
| De student stelt een efficiënte planning voorop en houdt zich daar aan. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student is in staat correct informatie te raadplegen, (meet)resultaten te verzamelen en interpreteren en weegt de relevantie van de informatiebronnen af. | | | - BC
| De student kan een van de databases die behandeld worden gebruiken om relevante informatie op te zoeken. | | - DC
| 4.2 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten verzamelen. | | | - BC
| De student verzamelt, meet en structureert relevante gegevens tijdens een labozitting. Deze gegevens worden op een wetenschappelijke manier verwerkt in een laborapport. | | | - BC
| De student kan typische nucleaire meettoestellen bedienen en kan de meetresultaten verwerven. | | - DC
| 4.3 De student kan correct refereren. | | | - BC
| De student gebruikt de correcte referenties van de geraadpleegde informatiebronnen in verslagen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| De student plaatst een probleemstelling in het juiste kader, formuleert de juiste doelstellingen en selecteert de gepaste onderzoeksmethodieken voor het opzetten van onderzoek. De verkregen gegevens worden op een wetenschappelijke manier geanalyseerd. | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | | - BC
| De student kan de experimentele data, bekomen gedurende labo opdrachten, analyseren en op een wetenschappelijke, gestructureerde manier rapporteren over de resultaten. | | | - BC
| De student kan uit de vraagstelling van oefeningen de gegevens, het gevraagde en de oplossingsmethode distilleren. | | - DC
| 5.3 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct (her)formuleren. | | | - BC
| De student kan de begrippen van de stralingsfysica en de kernfysica, de radiometrische en dosimetrische grootheden en de kernreacties berekenen. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen. | | | - BC
| De student deelt domeinspecifieke problemen in deelproblemen op om gegevens op een wetenschappelijke manier te interpreteren. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| De student neemt initiatief bij het verder uitwerken van de labo-opdrachten. | | | - BC
| De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren om niet-vertrouwde domeinspecifieke problemen op te lossen. | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student stelt bij het uitvoeren van labo opdrachten een efficiënte planning voorop en houdt zich hieraan. | | | - BC
| De student is in staat om de gekozen oplossingsmethode correct uit voeren. | | - DC
| 6.3 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software selecteren. | | | - BC
| De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software op een gepaste manier gebruiken om een verslag uit te schrijven of om oefeningen op te lossen. | | - DC
| 6.4 De student kan een gegeven probleemstelling symbolisch/parametrisch correct oplossen. | | | - BC
| De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren om niet-vertrouwde domeinspecifieke problemen symbolisch/parametrisch op te lossen. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.1 De student kan een experiment opbouwen en/of uitvoeren. | | | - BC
| De student bouwt in het practicum experimenten op en voert deze uit om meetresultaten te bekomen. | | - DC
| 7.2 De student kan technische hulpmiddelen zoals rekentoestellen, meettoestellen en software gebruiken. | | | - BC
| De student hanteert op een correcte manier tijdens labozittingen de meest gangbare types van stralingsdetectoren om tot gefundeerde metingen te komen om een verslag op te stellen. | | - DC
| NT 7.2 De student kan de basisprincipes van stralingsbescherming implementeren in specifieke cases. | | | - BC
| De student werkt veilig volgens de basisprincipes van stralingsbescherming en implementeert deze tijdens het uitvoeren van zijn labo. | | - DC
| NT 7.7 De student kan de meest gangbare types van stralingsdetectoren hanteren en deze gepast inzetten bij concrete stralingsmetingen. | | | - BC
| De student hanteert op een correcte manier tijdens labozittingen de meest gangbare types van stralingsdetectoren om tot gefundeerde metingen te komen om een verslag op te stellen. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| Tijdens (en na) de uitvoering van de practica kan de student de bekomen resultaten van een labo-opdracht kritisch interpreteren, eventuele fouten en problemen analyseren en zoekt verklaringen voor mogelijke afwijkingen van de verwachte waarde. Hij/zij stelt indien mogelijke oplossingen voor. | | | - BC
| De student kan de berekende resultaten van oefeningen inschatten op hun correctheid en vergelijken met literatuurwaarden. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| Tijdens (en na) de uitvoering van de practica kan de student de bekomen resultaten van een labo-opdracht kritisch interpreteren, eventuele fouten en problemen analyseren en zoekt verklaringen voor mogelijke afwijkingen van de verwachte waarde. Hij/zij stelt indien mogelijke oplossingen voor. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| De student kan meetonzekerheden van een labozitting inschatten en de propagatie van de onzekerheden in het eindresultaat berekenen. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.1 De student kan correct, gestructureerd en gepast schriftelijk communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan bondig, duidelijk in een gepast jargon resultaten argumenteren. | | | - BC
| De student kan een correct en volledig laboverslag schrijven: volledige beschrijving van het verloop van de proef, resultaten weergeven met correcte eenheden en beduidende cijfers en onzekerheidsanalyse. | | | - BC
| De student kan tijdens de uitvoering van een proef de theoretische beginselen van een praktische proef uitleggen en correct communiceren over de uitvoering van de proef en constatering en remediëring van eventuele problemen. | | | - BC
| De student kan bij het verklaren van een fysische proces zijn redenering duidelijk naar voren brengen. | | - DC
| 9.3 De student kan correct, gestructureerd en gepast grafisch communiceren. | | | - BC
| De student kan grafieken opstellen en interpreteren van meetdata en hier uit een eindresultaat concluderen. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.1 De student heeft oog voor en draagt bij tot het bepalen van de werkwijze die best gevolgd wordt om een gemeenschappelijke opdracht aan te pakken. | | | - BC
| De student kan een werkzitting in teamverband uitvoeren om een praktische proef nauwkeurig, wetenschappelijk correct en veilig te organiseren. | | | - BC
| De student kan in teamverband werken en verantwoordelijkheden opnemen. | | | - BC
| De student kan zelfstandig of in groep de practica in de gestelde termijn met succes (nauwkeurigheid, precisie, evaluatie...) afwerken met oog voor planning en veiligheid en kan zijn verslag binnen de gevraagde termijn afwerken. | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student is bereid om met anderen samen te werken, toont hulpvaardigheid en kan een goede verstandhouding bereiken. | | | - BC
| De student gedraagt zich professioneel ten opzichte van zijn teamgenoten, medestudenten, docenten en externen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft een basiskennis van kwantumfysica en kent en begrijpt de begrippen uit de kwantumfysica. De student heeft een gevorderde kennis van de kernfysica, kent de meetbare eigenschappen van een atoomkern en is bekend met de verschillende kernmodellen.
|
|
|
Stralingsfysica behoort tot de fundamentele basiswetenschappen. De vakinhoud is gebaseerd op drie essentiële pijlers: de fysica van nucleaire straling, de interactie van straling met de kern (kernreacties) en de toepassingen daarvan.
Inhoud hoorcollege en oefeningen :
- Fysica van radioactiviteit (alfa verval, bèta verval)
- Interactie van straling met kernen (Kunstmatige straling, Types kernreacties en behoudswetten, werkzame doorsnede, voorbeelden van reacties, principes van activatieberekeningen)
- Toepassingen van kernreacties (kernfusie, kernsplijting, nucleosynthese)
Het labo stralingsfysica vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek en het labo kernfysica. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van veel gebruikte detectoren (GMbuis en NaI(Tl) kristal); primaire dosimetrische analyse; de interactie van straling en materie, operationele kenmerken van contaminatiemonitors en kernfysische grootheden. De student zal elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; afregelen van monokanaaltellers en spectrometers, meetresultaten statistisch verwerken waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Voor de evaluatie tijdens de examenperiode: een blanco exemplaar van de Karlsruher Nuclidkarte, zonder de toelichtingsbrochure. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Voorwaarden voor permanente evaluatie practicum: Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het deel schriftelijk examen met mondelinge toelichting minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel een cijfer >8/20 te kunnen halen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd) voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | Voor het theorie-examen is de mondelinge toelichting een essentieel deel van het examen. De studenten worden voor het practicum zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen. Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor het labo gedeelte. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 punten behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokken docente(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren.
De evaluatievorm voor het theorie gedeelte is dezelfde als bij de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Introductory Nuclear Physics,Kenneth Krane,1988,John Wiley,9780471805533
- Karlsruher Nuklidkarte,J. Magill, R. Dreher, Zs. Soti,10th ed.,Nucleonica GmbH,9783943868548
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics for Radiation protection : A handbook,James E; Martin,2nd Edition,Wiley,9783527618804
- Experimental Nuclear Physics, vol I: Physics of Atomic Nuclearu,Mukhin K.N.,Mir Publishers
- Nuclear Physics, an Introduction,S.B. Pater,John Wiley & Sons,9780470211304
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen leerdomein: het vak situeert zich in de nucleaire wetenschappen. Voor de student Industrieel ingenieur van de afdeling Nucleaire Technologie geeft stralingsfysica, samen met kernfysica de wetenschappelijke en praktische basis voor de nucleaire toepassingen die in de specialisatievakken aan bod komen.
Relatie met onderzoek: de relatie van het vak met het onderzoek bestaat er in dat elementaire en gespecialiseerde onderzoek vaardigheden worden aangebracht tijdens het practicum, ondersteund door onderzoeksresultaten en voorbeelden behandeld in het hoorcollege.
Relatie met werkveld: de vakspecifieke competenties (kennis en vaardigheden) zijn noodzakelijk voor het latere beroepsleven op het gebied van de nucleaire en radiologische technologie. |
|
|
|
|
|
| schakel IW Nucleaire technologie - gemeenschappelijk - deel 2 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student heeft een basiskennis van kwantumfysica en kent en begrijpt de begrippen uit de kwantumfysica. De student heeft een gevorderde kennis van de kernfysica, kent de meetbare eigenschappen van een atoomkern en is bekend met de verschillende kernmodellen.
|
|
|
Stralingsfysica behoort tot de fundamentele basiswetenschappen. De vakinhoud is gebaseerd op drie essentiële pijlers: de fysica van nucleaire straling, de interactie van straling met de kern (kernreacties) en de toepassingen daarvan.
Inhoud hoorcollege en oefeningen :
- Fysica van radioactiviteit (alfa verval, bèta verval)
- Interactie van straling met kernen (Kunstmatige straling, Types kernreacties en behoudswetten, werkzame doorsnede, voorbeelden van reacties, principes van activatieberekeningen)
- Toepassingen van kernreacties (kernfusie, kernsplijting, nucleosynthese)
Het labo stralingsfysica vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek en het labo kernfysica. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van veel gebruikte detectoren (GMbuis en NaI(Tl) kristal); primaire dosimetrische analyse; de interactie van straling en materie, operationele kenmerken van contaminatiemonitors en kernfysische grootheden. De student zal elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; afregelen van monokanaaltellers en spectrometers, meetresultaten statistisch verwerken waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Voor de evaluatie tijdens de examenperiode: een blanco exemplaar van de Karlsruher Nuclidkarte, zonder de toelichtingsbrochure. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Voorwaarden voor permanente evaluatie practicum: Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het deel schriftelijk examen met mondelinge toelichting minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel een cijfer >8/20 te kunnen halen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd) voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | Voor het theorie-examen is de mondelinge toelichting een essentieel deel van het examen. De studenten worden voor het practicum zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen. Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor het labo gedeelte. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 punten behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokken docente(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren.
De evaluatievorm voor het theorie gedeelte is dezelfde als bij de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Introductory Nuclear Physics,Kenneth Krane,1988,John Wiley,9780471805533
- Karlsruher Nuklidkarte,J. Magill, R. Dreher, Zs. Soti,10th ed.,Nucleonica GmbH,9783943868548
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics for Radiation protection : A handbook,James E; Martin,2nd Edition,Wiley,9783527618804
- Experimental Nuclear Physics, vol I: Physics of Atomic Nuclearu,Mukhin K.N.,Mir Publishers
- Nuclear Physics, an Introduction,S.B. Pater,John Wiley & Sons,9780470211304
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen leerdomein: het vak situeert zich in de nucleaire wetenschappen. Voor de student Industrieel ingenieur van de afdeling Nucleaire Technologie geeft stralingsfysica, samen met kernfysica de wetenschappelijke en praktische basis voor de nucleaire toepassingen die in de specialisatievakken aan bod komen.
Relatie met onderzoek: de relatie van het vak met het onderzoek bestaat er in dat elementaire en gespecialiseerde onderzoek vaardigheden worden aangebracht tijdens het practicum, ondersteund door onderzoeksresultaten en voorbeelden behandeld in het hoorcollege.
Relatie met werkveld: de vakspecifieke competenties (kennis en vaardigheden) zijn noodzakelijk voor het latere beroepsleven op het gebied van de nucleaire en radiologische technologie. |
|
|
|
|
|
| voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
voorbereidingsprogramma industriële wetenschappen: nucleaire technologie afst.nucleair en medisch | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
|
|
De student heeft een basiskennis van kwantumfysica en kent en begrijpt de begrippen uit de kwantumfysica. De student heeft een gevorderde kennis van de kernfysica, kent de meetbare eigenschappen van een atoomkern en is bekend met de verschillende kernmodellen.
|
|
|
Stralingsfysica behoort tot de fundamentele basiswetenschappen. De vakinhoud is gebaseerd op drie essentiële pijlers: de fysica van nucleaire straling, de interactie van straling met de kern (kernreacties) en de toepassingen daarvan.
Inhoud hoorcollege en oefeningen :
- Fysica van radioactiviteit (alfa verval, bèta verval)
- Interactie van straling met kernen (Kunstmatige straling, Types kernreacties en behoudswetten, werkzame doorsnede, voorbeelden van reacties, principes van activatieberekeningen)
- Toepassingen van kernreacties (kernfusie, kernsplijting, nucleosynthese)
Het labo stralingsfysica vormt één geheel met het labo nucleaire meettechniek en het labo kernfysica. De student onderzoekt de eigenschappen van bèta- en gammastraling; factoren die nucleaire metingen beïnvloeden; eigenschappen van veel gebruikte detectoren (GMbuis en NaI(Tl) kristal); primaire dosimetrische analyse; de interactie van straling en materie, operationele kenmerken van contaminatiemonitors en kernfysische grootheden. De student zal elementaire nucleaire metingen uitvoeren en apparatuur kalibreren; afregelen van monokanaaltellers en spectrometers, meetresultaten statistisch verwerken waarbij de corresponderende meetonzekerheden correct worden bepaald.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het practicum blijven behouden bij de tweede examenkans. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Voor de evaluatie tijdens de examenperiode: een blanco exemplaar van de Karlsruher Nuclidkarte, zonder de toelichtingsbrochure. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Voorwaarden voor permanente evaluatie practicum: Verplichte aanwezigheid bij de presentaties van veiligheidsrichtlijnen. Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo's.
De student dient zowel voor het deel practicum als voor het deel schriftelijk examen met mondelinge toelichting minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel een cijfer >8/20 te kunnen halen. |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor een practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd) voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden.
Een student die één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddeld behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Extra info | Voor het theorie-examen is de mondelinge toelichting een essentieel deel van het examen. De studenten worden voor het practicum zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen. Voor de permanente evaluatie van de practica is het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meertijd kregen toegekend kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor het labo gedeelte. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 punten behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokken docente(en) tijdens de eerste ontmoeting. Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren.
De evaluatievorm voor het theorie gedeelte is dezelfde als bij de eerste examenkans. |
|
|
|
|
 
|
Eerder aangekochte verplichte handboeken |
|
- Introductory Nuclear Physics,Kenneth Krane,1988,John Wiley,9780471805533
- Karlsruher Nuklidkarte,J. Magill, R. Dreher, Zs. Soti,10th ed.,Nucleonica GmbH,9783943868548
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
- Physics for Radiation protection : A handbook,James E; Martin,2nd Edition,Wiley,9783527618804
- Experimental Nuclear Physics, vol I: Physics of Atomic Nuclearu,Mukhin K.N.,Mir Publishers
- Nuclear Physics, an Introduction,S.B. Pater,John Wiley & Sons,9780470211304
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering binnen leerdomein: het vak situeert zich in de nucleaire wetenschappen. Voor de student Industrieel ingenieur van de afdeling Nucleaire Technologie geeft stralingsfysica, samen met kernfysica de wetenschappelijke en praktische basis voor de nucleaire toepassingen die in de specialisatievakken aan bod komen.
Relatie met onderzoek: de relatie van het vak met het onderzoek bestaat er in dat elementaire en gespecialiseerde onderzoek vaardigheden worden aangebracht tijdens het practicum, ondersteund door onderzoeksresultaten en voorbeelden behandeld in het hoorcollege.
Relatie met werkveld: de vakspecifieke competenties (kennis en vaardigheden) zijn noodzakelijk voor het latere beroepsleven op het gebied van de nucleaire en radiologische technologie. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|