Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Voor volgende opleidingsonderdelen dient u een creditbewijs, vrijstelling, reeds getolereerde onvoldoende of ingezette tolereerbare onvoldoende behaald te hebben.
|
|
|
Chemische analyses (4071)
|
4.0 stptn |
|
|
Chemische analysetechnieken (4073)
|
4.0 stptn |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Instrumentele organische karakterisatie (4072)
|
3.0 stptn |
|
Risico's of veiligheidsproblemen op basis waarvan deze volgtijdelijkheid wordt opgelegd
Er wordt in dit opleidingsonderdeel gewerkt met risicohoudende stoffen (o.a. toxische, corrosieve, sterk oxiderende, ontvlambare producten), ioniserende straling (open en gesloten bronnen) en met risicovolle opstellingen. De veiligheid van de medestudenten en de gebouwen van de gezamenlijke opleiding komen in gevaar indien de student de nodige labovaardigheden niet beheerst.
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie - milieu | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student kan bemonsterings- en meetopstellingen correct weergeven (tekenen) in het kader van laboverslagen of theoretische vragen. | | - DC
| DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| De student kan samenwerken in kader van het uitvoeren van labo-experimenten, bij de voorbereiding en verslaggeving. | | - DC
| DC12 - De student geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student kan een gepaste laboattitude hanteren en systematisch zelfstandig nieuwe labo-experimenten ontwerpen. | - EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: nucleaire technologie (afstudeerrichting "milieu"), heeft gespecialiseerde en diepgaande kennis van, inzicht en vaardigheden verworven in milieutechnologische domeinen zoals milieuanalyse, de aanpak en preventie van milieuproblemen, milieuprocestechnologie, milieureglementering en duurzaam materialen- en energiebeheer. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student kan bemonstering en analysemethoden voor het karakteriseren van lucht, water en bodemverontreiniging en bijbehorende kwaliteitsvereisten voor de beschouwde methode beschrijven. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan het principe achter de werking van bemonstering en analysemethoden voor het karakteriseren van lucht, water en bodemverontreiniging verklaren. | | | - BC
| De student kan het toepassingsgebied en de beperkingen van lucht, water en bodem bemonstering en analysemethoden afbakenen. | | | - BC
| De student kan voor (een mengel van)
polluenten een geschikte bemonstering en analysemethode voorstellen. | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| De student kan binnen het voorziene tijdsbestek zijn labohandelingen initiëren en plannen. | | | - BC
| De student kan laboverslagen binnen de gestelde termijn en volgens de afgesproken richtlijnen afwerken. | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| De student kan de meetresultaten verkregen tijdens de labo's correct weergeven en op een wetenschappelijke en gestructureerde manier zowel schriftelijk als mondeling rapporteren. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan de meetresultaten bekomen voor verschillende lucht, water en bodempolluenten correct analyseren en de bekomen analyseresultaten kritisch interpreteren in labo en voor een theoretisch vraagstuk. | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student moet zelfstandig een bemonstering en analyse techniek kunnen voorstellen en ontwerpen voor een specifiek poluent in labo en voor een theoretisch vraagstuk. | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| De student kan in labo de geselecteerde bemonstering en analysetechniek uitwerken en toepassen om een geselecteerd polluent te bepalen. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student kan analyseresultaten van meetresultaten, bekomen in labo, kritische evalueren en op basis hiervan zijn werkwijze bijsturen |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De theoretische cursus biedt een overzicht van de diverse bemonsteringstechnieken, de fysische, chemische en radiologische analysemethoden voor lucht, water en bodem. Het opleidingsonderdeel omvat ook aantal specifieke practica.
Deel 1 behandelt de diverse bemonsteringsmethoden en ‑materialen voor omgevingslucht en emissiemetingen. Verschillende fysische, chemische en radiologische luchtanalysemethoden komen aan bod in dit deel. Verschillende polluenten en de gebruikte analysemethoden voor de bepaling van deze polluenten worden in detail besproken. In het labo worden een aantal specifieke luchtanalyses (bv. bepaling van stikstofoxiden, radonmetingen,...) uitgevoerd.
Deel 2 beschrijft eerst de diverse bemonsteringsmethoden, ‑materialen voor bodem en waterstalen. Als aansluiting op de analysemethoden worden de ontsluitings en extractiemethoden voor bodem behandeld. Vervolgens worden fysische, chemische en radiologische bodem‑ en wateranalysemethoden behandeld. Tot slot worden een aantal polluenten in detail besproken met de diverse analysemethoden voor de bepaling van deze polluent in bodem- en watermonsters. In het labo worden een aantal specifieke bodem en wateranalyses uitgevoerd.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het labo blijven behouden bij 2e examenkans |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Tijdens het labo is er een verplichte aanwezigheid van alle studenten |
|
|
|
Gevolg | Bij gewettigde afwezigheid voor het practicum dient de student de docent binnen de 48 uur te contacteren voor een mogelijke vervangopdracht.
Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 10 % verminderd. Vanaf meer dan één ongewettigde afwezigheid voor het practicum krijgt de student als eindresultaat een code N (dwz. evaluatie niet volledig afgelegd) voor het volledige opleidingsonderdeel. Dit betekent dat dit opleidingsonderdeel volgend academiejaar moet hernomen worden. |
|
|
|
Extra info | De studenten worden zowel beoordeeld op de ingeleverde verslagen als op de inzet en het inzicht om praktische problemen op te lossen. Hij/zij wordt hierbij permanent geëvalueerd waarbij gekeken wordt hoe opdrachten, ontwerpen en berekeningen voorbereid worden. Er wordt verwacht dat de student zelfstandig de labozittingen tot een goed einde kan brengen.
Voor de permanente evaluatie (PE) is gedurende de tijdsduur van labozittingen het kunnen afronden van de opdracht(en) in het voorziene tijdsbestek een onderdeel van de evaluatie. Studenten in bijzondere omstandigheden die als faciliteit een relatieve meer tijd kregen toegekend kunnen hierop daarom geen beroep doen voor de bovenstaande deelevaluaties. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de permanente evaluatie is er geen tweede examenkans. De behaalde punten van de eerste examenkans blijven behouden.
Overdracht van het cijfer van de permanente evaluatie naar een volgend academiejaar gebeurt automatisch indien de student minimaal 12/20 behaalde. De student kan er voor kiezen om toch de permanente evaluatie te hernemen, maar hij moet dit expliciet melden aan de betrokken docent(en) tijdens de eerste ontmoeting.
Studenten die minder dan 12/20 behaalden dienen de permanente evaluatie volledig opnieuw uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de student om tijdens de eerste ontmoeting met de docent navraag te doen naar het behaalde punt van het vorig academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|