Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| EM 1.4 De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| Kent de structuur en de kenmerken en de normen en de veiligheidsvereisten van industriële automatiseringssystemen | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.4 De student inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| Begrijpt de werking en de methodes voor real-time besturingsgedrag en kan distributed intelligence gebruiken in een toepassing en begrijpt en kan gebruik maken van parallelle en seriële besturingsmethodes. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.2 De student kan op gestructureerde wijze een technisch-wetenschappelijk project plannen. | | | - BC
| Kan in een oplossingsplan gebruik maken van objectbesturing en softwarestructuurplanning zowel met de bottum-up als de top-down methode. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| Kan gebruik maken van externe bronnen voor het bekomen van specificaties en data in verband met Industriële Automatisering | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| EM 5.1 De student kan de eigenschappen van een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces analyseren. | | | - BC
| Kan een automatiseringsopgave analyseren, kan na analyse bepalen of de automatiseringsopgave stapsgewijs of cyclisch georiënteerd is. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| EM 6.1 De student kan een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces ontwerpen. | | | - BC
| Kan een automatiserings ontwerp concretiseren, laten werken en documenteren ten behoeve van uitbreiding en service | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| EM 7.1 De student kan het ontwerp voor een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces implementeren met behulp van gepaste soft- en hardwaretools. | | | - BC
| Kan in een praktische uitvoering een simulatiemodel op een meest optimale wijze aansturen met de gerealiseerde automatiseringssoftware. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| Kan de gekozen automatiseringsstructuur kritisch reflecteren en verantwoorden | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.3 De student eigent zich een gepaste ingenieursattitude toe (nauwkeurig, efficiënt, veilig, resultaatgericht,...). | | | - BC
| In staat zijn om vanuit een waaier van mogelijke automatiseringsoplossingen en deeloplossingen te realiseren met het technisch meest optimale en in afweging tegen economische en maatschappelijke argumenten. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Als instroomvereisten zijn de vakken basiselektronica, basis elektrotechniek, basis informatica technologie, basis communicatietechnologie,veiligheidsproblematiek, kennis en toepassing van elektrische energie distributiesystemen en indirect ook van mechanisch en methodisch ontwerpen. te vermelden.
|
|
|
Het vakgebied Geïntegreerde Automatisering heeft tot doel om de kennis, nodig voor het ontwerpen, onderhouden en beheren van automatisch gestuurde processen te verwerven, verdiepen en verbreden. De automatiseringstechnieken duiken op alle mogelijke gebieden in onze maatschappij en weerspiegelen zich in de INDUSTRIE 4.0 gedachte. Ondanks het feit dat automatiseringstechnologie een typisch ingenieursvak is, zijn de toepassingen en kennis-gebieden waarin deze technologie gebruikt wordt, vak-overschrijdend, zelfs discipline-overschrijdend. Toepassingen vinden we terug in mechanische, elektronische , chemische, pneumatische, hydraulische en thermische systemen. Voor het realiseren van een automatische sturing maken we gebruik van verschillende vakoverschrijdende disciplines: elektrische- ,hydraulische- en pneumatische aandrijvingen, mechanische constructies, robots, handlingtechnologie, informatica-technologie, netwerktechnologie specifiek voor automatiseringstoepassingen, IOT (Internet Of Things), supervisiesystemen, sensortechnologie, regeltechnologie, computervisie met diepgaande beeldanalyse. GA1 beoogt ook het ingenieursdenken en probleemoplossend vermogen te ontwikkelen. Een automatiseringsontwerp vereist het afwegen tussen de verschillende gestelde eisen maar ook het afwegen van de meest geschikte ontwerptechniek.
Het ontwerpen van de elektrische besturing van geautomatiseerde installaties is een zeer complex gegeven, waarin zeer vele deelaspecten van een "automatiseringsontwerp" verweven zijn. Voor het technische gedeelte moet men zich vanaf het begin voor ogen houden dat de mogelijkheden die de elektrische sturing aan een mechanische installatie geeft, bepalend zijn voor het succesvol inzetten van deze installatie. De ontwerper moet er mee rekening houden dat de installatie nog verschillende jaren up to date moet kunnen blijven. Met name het voedingsgedeelte, het beveiligingssysteem ,de actuatorsturing en de gekozen HMI (Human Machine Interface) zijn de ruggengraat van het systeem. De procescomputers en PLC's zijn meestal voldoende krachtig en uitbreidbaar, zodat ze meegroeien met de installatie. De huidige besturingsinstallaties zijn ook in tegenstelling met hun voorgangers niet meer gecentraliseerd maar gedistribueerd. Dit zowel op het vlak van intelligentie(software) als op het vlak van hardware en bedienmogelijkheden (lokaal, draadloos, intranet, internet). Ontwerpers moeten van in de beginfase oplossingen naar voor schuiven die het mogelijk maken om installaties zowel lokaal als remote te kunnen bedienen, consulteren en parametreren.
Deel 1 : Automatische sturingen
- Algemeenheden in verband met programmeerbare PLC’s
- Binaire basisprogrammering bij procescomputers en PLC’s
- Standaard programmeertalen voor PLC’s
Deel 2 : Pneumatica
- Pneumatische componenten : Cilinders, ventielen, vacuümtechniek
- Besturings- en regeltechniek
- Luchtverzorging
Deel 3 : Elektrisch ontwerpen
- Risicoanalyse
- Opstellen van de vermogenbalans
- Bepalen van de beveiligingen en kabels
- Ontwerpen van stuurkringen en vermogenkringen
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijk examen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het schriftelijk examen van de eerste examenkans blijven behouden, tenzij de student beslist om deel te nemen aan de herkansing van dit deel. Bij herkansing komen de nieuwe punten in de plaats te staan van de oude punten. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktijkexamen | 50 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De punten van het praktijkexamen van de eerste examenkans blijven behouden, tenzij de student beslist om deel te nemen aan de herkansing van dit deel. Bij herkansing komen de nieuwe punten in de plaats te staan van de oude punten. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient zowel voor de praktijkevaluatie als voor het schriftelijk examen minimum 8/20 te behalen om voor het totale opleidingsonderdeel te kunnen slagen. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één (of meerdere) onderdelen minder dan 8/20 behaalt en een rekenkundig gewogen gemiddelde behaalt ≥ 8, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier een 8/20, ongeacht het rekenkundig gewogen gemiddelde. Als de student op alle onderdelen strikt meer dan 8/20 haalt krijgt hij het rekenkundig gewogen gemiddelde als eindresultaat in zijn studentendossier. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Cursusmateriaal beschikbaar op het digital leerplatform:
Deel 1 Automatische sturingen : Eigen cursus PLC-sturingen met aanvullende labo-oefeningen (SIEMENS PLC TIA , PROCESSIMULATIE LUCAS-NULLE en Process Sim).
Deel 2 Pneumatica:
Deel 3 Elektrisch ontwerpen: |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
GA1 beoogt dat de student in deze disciplines basisinzicht, vaardigheid en competentie verwerft. Daardoor kan hij mensgericht en taakgericht geautomatiseerde systemen ontwerpen en realiseren, hierover overleggen, rapporteren en nieuwe inzichten verwerven om alzo zichzelf continue te reflecteren. Het ontwerpen en realiseren van automatische systemen begint bij het correct definiëren van de probleemstelling. In het ontwerpstadium moeten we ook rekening houden met de betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid en beschikbaarheid van automatische installaties.
De studenten hebben de beschikking over een uitgebreid elektronisch en fysisch documentatiesysteem voor het opzoeken van componenten. Er wordt gefocust op de sensoren, actuatoren, automatische sturing, HMI (Human Machine Interface) en veiligheid. Verder komen volgende elementen aan bod: symbolen en normen gebruikt bij elektrisch tekenen, soorten beveiligingen tegen overstromen en overspanningen, selectieve beveiligingscircuits, wisselstroom en gelijkstroomregelaars, automatisering met PLC's en Procescomputers, visualisatie met bedieningspanelen en procesbeelden.
Dit vak situeert zich tussen bijna alle andere vakken van de opleiding. Dit vak is een voorbereiding op de bachelorproef.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|