Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Regeltechniek (4295)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica- optie automatisering | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
3de bachelor in de industriële wetenschappen - elektromechanica- optie energie | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.3 De student kent basisprincipes en bijhorende syntax van programmeertalen. | | | - BC
| De student heeft voldoende (voor)kennis om een programma in C of C++ en in LabView te schrijven. | | | - BC
| De student heeft notie van communicatie tussen computersystemen (synchroon of asynchroon serieel en parallel). | | - DC
| EM 1.1 De student heeft kennis van de verwerking van signalen en van de modellering van systemen. | | | - BC
| De student bezit de kennis om: - signalen in te lezen - deze signalen te interpreteren en te verwerken - uitgangen aan te sturen door gebruik te maken van LabView. | - EC
| EC2 - De Bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| EM 2.4 De student inzicht in de opbouw en de werking van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing. | | | - BC
| De student begrijpt de opbouw en werking van een processturing in het algemeen. | | | - BC
| De student is in staat om de gepaste signalen te genereren voor het aansturen van een gekozen aandrijving. | - EC
| EC3 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan zelfstandig problemen herkennen, op eigen initiatief activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | - DC
| 3.3 De student kan (op eigen initiatief) actie ondernemen. | | | - BC
| De student stuurt de inhoud van het te realiseren project. | - EC
| EC4 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan op adequate wijze de nodige bronnen voor deeloplossingen met betrekking tot het project raadplegen. | - EC
| EC5 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.1 De student kan op gestructureerde wijze meetresultaten, resultaten uit simulaties, statistische data en/of technische informatie interpreteren. | | | - BC
| Bij problemen moet de student in staat zijn een analyse te maken van het probleem om op basis hiervan een aantal oorzaken uit te sluiten of net aan te duiden. | - EC
| EC6 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.1 De student kan een gepaste oplossingsmethode selecteren. | | | - BC
| Op basis van een degelijke analyse moet de student in staat zijn om te kiezen voor de meest gepaste oplossingsmethode in LabView voor het probleem. | | - DC
| EM 6.1 De student kan een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces ontwerpen. | | | - BC
| De student kan op basis van de gekozen oplossingsmethode een correct ontwerp maken als blauwprint voor een LabView-programma. | - EC
| EC7 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan de geselecteerde methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden om domeinspecifieke oplossingen en ontwerpen planmatig te implementeren met aandacht voor de praktische en economische randvoorwaarden en bedrijfsgebonden implicaties. (implementeren en operationaliseren) | | - DC
| 7.3 De student kan correcte en kwaliteitsvolle code schrijven aan de hand van een gepaste ontwikkel-, test- en onderhoudsstrategie. | | | - BC
| De student is in staat om een programma in LabView te schrijven met het oog op de correctheid en gebruiksvriendelijkheid. | | - DC
| EM 7.1 De student kan het ontwerp voor een meet-, stuur-, controle- en/of visualisatiesproces implementeren met behulp van gepaste soft- en hardwaretools. | | | - BC
| De student kan een interface bouwen vanuit LabView naar de buitenwereld met de test- en onderhoudbaarheid in het achterhoofd. | - EC
| EC8 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.1 De student kan (berekende, gemeten of gesimuleerde) resultaten toetsen aan de literatuur en de werkelijkheid. | | | - BC
| De student toetst de correctheid van zijn programma en de voorwaarden hiertoe binnen de gegeven opstelling. | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student legt zichzelf binnen de opdracht realistische maar toch uitdagende te bereiken doelen op. | | - DC
| 8.3 De student kan door kritische reflectie eigen denken en handelen bijsturen. | | | - BC
| De student kan op basis van nieuw verworven inzichten gedurende de realisatie van het project de beoogde doelen bijstellen en hiervoor verantwoording afleggen. | | - DC
| 8.4 De student kan omgaan met onzekere en/of beperkende context. | | | - BC
| De student kan bij het realiseren van het project een onderscheid maken tussen haalbare elementen, mits raadplegen en toepassen van de nodige bronnen, en niet realiseerbare aspecten. | | | - BC
| De student kan de context en de grenzen waarbinnen een het project zinvol en realiseerbaar is afbakenen. | - EC
| EC9 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan met vakgenoten mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren over domeingebonden aspecten in een relevante taal en met gebruik van de toepasselijke terminologie. (communiceren) | | - DC
| 9.2 De student kan correct, gestructureerd en gepast mondeling communiceren in relevante talen voor zijn vakgebied. | | | - BC
| De student kan het resultaat van zijn project duidelijk toelichten aan medestudenten en docenten. | - EC
| EC10 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan op een constructieve en verantwoordelijke wijze functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | - DC
| 10.2 De student kan op een actieve constructieve manier samenwerken met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken (product). | | | - BC
| De student kan tijdens het ontwerp en het bouwen van het project op adequate wijze overleggen met de collega's om het best mogelijke product te krijgen. | - EC
| EC12 - De Bachelor in de industriële wetenschappen kan toepassings- en oplossingsgericht, met het vereiste doorzettingsvermogen, professioneel en academisch handelen met oog voor realisme en efficiëntie en geeft blijk van een onderzoekende houding tot levenslang leren. (ingenieursattitude) | | - DC
| 12.1 De student heeft een open houding om te leren uit ervaring, feedback en fouten. | | | - BC
| De student leert van zijn (programmeer)fouten. | | - DC
| 12.2 De student geeft blijk van een onderzoekende houding. | | | - BC
| De student gaat zelf op zoek naar goede deeloplossingen voor de gestelde problemen in de opdrachten en het project. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kan kleine digitale en analoge schakelingen ontwerpen, bouwen en testen. De student kent de basisbegrippen in verband met programmeren. De student kent de meest gangbare controlestructuren in verband met programmeren en kan deze gebruiken (if/for/while/case).
|
De student heeft inzicht in de werking van een (analoge) regelaar.
|
De student heeft kennis van geautomatiseerde processturingen, meet- en regelsystemen en bijbehorende interfacing.
|
|
|
1) Inleiding tot digitale regeltechniek, ontwerp van een digitale PID
2) Programmeren met labview
- Het wat en waarom van LabView
- Programmaflow en debugmogelijkheden
- Programmastructuren in LabView
- I/O met Arduino
- Event-driven programmatie
- Variabelen in een grafische programmeeromgeving
- Eigen I/O-mogelijkheden bijmaken in LAbView en Arduino
- Data- communicatie en centralisatie (het grotere plaatje)
- File I/O
- GUI-design
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Practicum ✔
|
|
|
|
|
|
Demonstraties ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Projectrealisatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 4,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 50 % |
|
Andere: | Realisatie en presentatie van het project |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Bij de 2de examenkans zal gevraagd worden een opgegeven oefening of project op te lossen of uit te werken. Deze opdracht zal een variant zijn van de opdrachten die naar aanleiding van de hoorcolleges/labo's gemaakt werden. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De cursus van Labview wordt samen met video en voorbeelden ter beschikking gesteld op het digitaal leerplatform.
De student kan de laatste versie van labview downloaden van de UHasselt website.
Een Arduino Uno of compatibel device als I/O apparaat voor LabView. |
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
LabView waarvoor een jaarlicentie door de universiteit ter beschikking wordt gesteld.
|
|
 
|
Opmerkingen |
|
Situering in het curriculum: Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van de leerlijn automatisering (inclusief elektronica-ICT). Het verbreedt de inzichten uit de opleidingsonderdelen meetsystemen en interfacing, geïntegreerde automatisering, regeltechniek en in het bijzonder microprocessoren.
Relatie met onderzoek: De grafische programmeeromgeving en de interfacingsmogelijkheden van Labview zijn optimaal geschikt om o.a. experimentele opstellingen te ontwerpen voor het verwerven van meetdata en het aansturen van processen.
Relatie met het werkveld: Labview is een standaard binnen tal van bedrijven of bedrijfsactiviteiten. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|