Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: chemie | Verplicht | 81 | 3,0 | 60 | 21 | 3,0 | Ja | Nee | Niet-numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student schrijft reflecties die zowel inhoudelijk als taalkundig correct geformuleerd worden. | | | - BC
| De student kan een professionele LinkedIn pagina, CV en motivatiebrief opstellen. | | | - BC
| De student rapporteert overzichtelijk en duidelijk over het gekozen onderwerp tijdens een mondelinge presentatie voor docenten en medestudenten. | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| De student geeft blijk van een empathische, relatiegerichte attitude, met aandacht en begrip voor andere culturen en opinies. | | | - BC
| De student toont een open ingesteldheid tot andere culturen en algemeen maatschappelijke problemen. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student maakt kritische reflecties, voor en na elke activiteit, bij tussentijdse mijlpalen en bij het voltooien van het portfolio. | | - DC
| DC10 - De student kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| De student neemt verantwoordelijkheid op binnen de organisatie en werkt hiervoor samen met verschillende stakeholders. | | | - BC
| De student reflecteert op het eigen functioneren in het kader van groepswerken. | | - DC
| DC12 - De student geeft blijk van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student toont een houding tot levenslang leren, toont nieuwsgierigheid en de wil bij te dragen aan de organisatie. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie beheerst een geheel van chemische technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| De student kent verschillende methode die helpen bij zelfontwikkeling: SWOT analyse, kernkwadrantenmodel, persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), SMART doelen,.. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| De student kan basisbegrippen en methodes herkennen in presentaties en workshops en verbanden leggen in de reflecties. | | - DC
| DC3 - De student kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| De student kan zelfstandig zijn opdrachten plannen. | | | - BC
| De student neemt initiatief, verkent zelfstandig de mogelijkheden en plant zijn/haar eigen 'vormende' activiteiten, hierbij gebruik makend van een persoonlijk ontwikkelingsplan. | | - DC
| DC4 - De student kan informatie opzoeken, meten of verzamelen en correct refereren. (data verwerven) | | | - BC
| De student zoekt de nodige informatie voor potentiële activiteiten voor LLL zelfstandig op. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| De student kan de opdrachten logisch structureren. | | - DC
| DC7 - De student kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| De student brengt het opgestelde persoonlijk ontwikkelingsplan tot uitvoering. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In dit opleidingsonderdeel wordt de student aangezet kritisch te reflecteren over zowel technische competenties als profesionele competenties (soft skills). De student stelt een persoonlijk ontwikkelingsplan op en gaat actief op zoek naar nieuwe kennis en vaardigheden. Dit kan door het volgen van seminaries, deelname aanbedrijfsbezoeken, extra opdrachten en actieve particpatie in de organisatie, zoals lesondersteunende activiteiten ( begeleiding in labo's..), participatie aan raden, fora, innovatiekampen of infodagen,.. en door tal van andere opleidingsgebonden activiteiten die zijn ingenieursattitude vorm geven. De activiteiten worden in verschillende categoriën verdeeld en de student moet een minimum aantal uren voor elke categorie volgen.
|
|
|
|
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
Individueel begeleidingsmoment ✔
|
|
|
Project ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 67 % |
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 33 % |
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student dient zowel alle gevraagde activiteiten en reflecties uit te voeren als deel te nemen aan de presentatiemomenten (zowel zelf presenteren als 5 keer toehoorder zijn). |
|
|
|
Gevolg | Indien een student niet deelneemt aan één (of meerdere) van de onderdelen van de permanente evaluatie krijgt de student een F (fail - niet geslaagd) als beoordeling. |
|
|
|
Extra info | Het opleidingsonderdeel wordt niet-numeriek beoordeeld. De student zal dus geen score krijgen toegekend maar P (pass - geslaagd) of F (fail - niet geslaagd).
Het opgebouwde portfolio kan steeds verder aangevuld worden ( naar 2e examenkans of een volgend academiejaar). De reflecties op activiteiten moeten steeds ten laatste op de voorziene deadline aan het einde van het semester ingediend zijn. Activiteiten waarvan geen reflecties ingediend zijn, komen te vervallen. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het opgebouwde portfolio kan steeds verder aangevuld worden ( naar 2e examenkans of een volgend academiejaar). Om activiteiten mee te mogen nemen, moet de reflectie ervan wel reeds ingediend zijn op de voorziene deadlines. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Het nodige materiaal wordt ter beschikking gesteld via het elektronisch leerplatform. |
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Persoonlijke Kwaliteit,Y.H. Gramsbergen-Hoogland, M.A.J. Deveer; M.G. Leezenberg,Noordhoff Uitgevers,9789001853280 |
|
 
|
Opmerkingen |
|
situering in het curriculum:
Het opleidingsonderdeel maakt deel uit van de leerlijn Maatschappij en bedrijfsbeleid. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|