Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Fysische chemie en transportverschijnselen (4466)
|
6.0 stptn |
|
|
Industriële proceschemie (2512)
|
3.0 stptn |
|
|
Practicum Voeding en Verpakking (4337)
|
4.0 stptn |
|
|
Scheidingsprocessen (4335)
|
3.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: chemie optie voeding en packaging | Verplicht | 108 | 4,0 | 108 | 4,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC8 - De student kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| kan zijn kennis van en inzichten in de eenheidsprocessen gebruiken om correcte keuzes te maken bij de verwerking van grondstoffen. | | - DC
| DC9 - De student kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| maakt gebruik van wetenschappelijke termen om technologische aspecten van productieprocessen te bespreken. | | - DC
| DC11 - De student handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| heeft inzicht in de mogelijke optimalisatie van processen m.b.t. het energiezuinig en waterbesparend werken. | | | - BC
| de student is bekend met de supply chains in de voedingsindustrie en ziet deze in een globale context. | | - DC
| DC12 - De student geeft blijk van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| de student is in staat om zelfstandig de werking van procesapparatuur te achterhalen, te begrijpen en te beschrijven. | - EC
| EC6 - De Master in de industriële wetenschappen: chemie heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van, inzicht en vaardigheden binnen een (bio)chemisch procestechnologisch, materiaalkundig of verpakkings- en voedingsgerelateerd specialisatiedomein naar keuze. | | - DC
| DC1 - De student heeft kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang. (kennis bezitten) | | | - BC
| heeft kennis van de theoretische grondslagen van levensmiddelentechnologie. | | - DC
| DC2 - De student heeft inzicht in de basisbegrippen en methodes. (begrijpen) | | | - BC
| heeft inzicht in de basisprincipes van verschillende eenheidsprocessen en begrijpt welke plaats ze innemen in de productie van levensmiddelen. | | | - BC
| kan de inzichten in de basisprincipes van verschillende eenheidsprocessen aanwenden om processen bij te sturen. | | - DC
| DC5 - De student kan problemen analyseren, logisch structureren en interpreteren. (analyseren) | | | - BC
| kan het resultaat van een eenheidsproces evalueren en bijsturen. | | - DC
| DC6 - De student kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| kan het resultaat van een eenheidsproces evalueren en bijsturen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student kent basisbegrippen uit de thermodynamica en de organische chemie.
De student kan een materie- en energiebalans van een eenvoudig proces opstellen en berekenen.
|
|
|
Food processing
1. Grondstoflijn: eigenschappen, intake en opslag.
2. Levensmiddelen (food products)- eigenschappen: textuur, viscositeit, dichtheid, porositeit, emulsie, deeltjesgrootte
3. Mechanische scheidingsprocessen (zeven, filtreren, persen, centrifugeren, sedimenteren): principes en toepassingen
4. Mengprocessen (roeren, mixen, verstuiven): principes en toepassingen
5. Verkleinen van materiaal (breken, malen, snijden): principes en toepassingen
6. Vergroten van materiaal (extruderen, tabletteren)
7. Verwerking van plantaardige producten: voorbeelden van process flows
8. Verwerking van dierlijke producten: voorbeelden van process flows
9. Video’s en/of studiebezoek(en) ter illustratie van food processing in de praktijk.
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 4,00
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Deelname aan studiebezoek(en) ter illustratie van food processing in de praktijk is verplicht. |
|
|
|
Gevolg | Indien ongewettigd afwezig bij studiebezoeken krijgt de student 0 voor dit onderdeel op het examen. |
|
|
|
Mogelijke externe locatie | ✔ |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De cursusnota’s en de hand-outs van de lessen worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld.
Interessante reviews, papers, opdrachten, weblinks en andere relevantie informatie kunnen aan de cursus toegevoegd worden; deze worden via het elektronisch leerplatform ter beschikking gesteld. |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Het deelnemen aan studie- of bedrijfsbezoeken is verplicht.
Situering in het curriculum:
Dit vak is een specialisatievak binnen de optie voeding en packaging en is onderdeel van de subleerlijn bioproceskunde en milieutechnologie binnen de leerlijn Industriële (bio)chemische processen.
Relatie met het onderzoek/werkveld:
In dit vak komen relevante voorbeelden uit recent onderzoek, alsook bestaande industriële cases aan bod.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|