Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Dimensioneren van beton 1 (4385)
|
5.0 stptn |
|
|
Dimensioneren van hout (4387)
|
4.0 stptn |
|
|
Dimensioneren van metselwerk (4386)
|
3.0 stptn |
|
|
Dimensioneren van staal (4388)
|
4.0 stptn |
|
|
Geotechniek 1 (2666)
|
3.0 stptn |
|
|
Structuurmechanica 2 (4389)
|
5.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| master in de industriële wetenschappen: bouwkunde | Verplicht | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan in eigen professioneel denken en handelen -- met een gepaste ingenieursattitude en met continue aandacht voor de eigen vorming -- adequaat communiceren, effectief samenwerken, en rekening houden met de duurzame, economische, ethische, maatschappelijke en/of internationale context en is zich hierbij bewust van de impact op de omgeving. | | - DC
| DC-M8 kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | | - BC
| De student reflecteert kritisch over zijn stage-ervaring in het stageverslag en het self-assessment. | | | - BC
| Enkel voor levenslang leren: de student reflecteert kritisch over zijn activiteiten in het portfolio. | | - DC
| DC-M9 - kan mondeling en schriftelijk (grafisch) communiceren. (communiceren) | | | - BC
| De student communiceert duidelijk met de medewerkers en de stagementor in het bouwbedrijf, zowel schriftelijk als mondeling. | | | - BC
| De student rapporteert gestructureerd en correct over zijn stage. | | | - BC
| Enkel voor levenslang leren: De student rapporteert gestructureerd en correct over zijn activiteiten. | | - DC
| DC-M10 - kan constructief en verantwoordelijk functioneren als lid van een (multidisciplinair) team. (samenwerken) | | | - BC
| De student kan als beginnend industrieel ingenieur meeedraaien in een multidisciplinair (en internationaal) team van een bouwbedrijf. | | | - BC
| Enkel voor levenslang leren: de student neemt de correcte verantwoordelijkheid op in het kader van zijn activiteiten. | | - DC
| DC-M11 - handelt maatschappelijk verantwoord en binnen een internationaal kader. (internationaal gericht en maatschappelijk verantwoord handelen) | | | - BC
| De student kan als beginnend industrieel ingenieur meeedraaien in een multidisciplinair (en internationaal) team van een bouwbedrijf. | | | - BC
| Enkel voor levenslang leren: de student neemt de correcte verantwoordelijkheid op en heeft de juiste attitude passend binnen het maatschappelijk kader van zijn activiteiten. | | - DC
| DC-M12 - geeft blijkt van een gepaste ingenieursattitude. (ingenieursattitude) | | | - BC
| De student toont leergierigheid en geeft blijk van een houding tot levenslang leren. De student draagt op een professionele manier bij aan de organisatie. | - EC
| EC2 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde beheerst een geheel van bouwkundige technieken en technologieën en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair project met een belangrijke onderzoeks- en/of innovatiecomponent | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| De student past zijn opgedane bouwtechnische kennis en vaardigheden gericht toe. | | | - BC
| De student neemt zelf initiatief bij het uitvoeren van zijn werk en zoekt naar oplossingen bij bouwtechnische en multidisciplinaire problemen. | | | - BC
| De student voert zijn opdrachten correct uit, zelfstandig of in team, onder begeleiding. | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| De student neemt zelf initiatief bij het uitvoeren van zijn werk en zoekt naar oplossingen bij bouwtechnische en multidisciplinaire problemen. | | | - BC
| De student past zijn opgedane bouwtechnische kennis en vaardigheden gericht toe. | | | - BC
| De student voert zijn opdrachten correct uit, zelfstandig of in team, onder begeleiding. | | - DC
| DC-M3 - kan problemen herkennen, activiteiten plannen en actie ondernemen. (initiëren en plannen) | | | - BC
| Enkel voor levenslang leren: de student verkent op eigen initiatief de mogelijkheden voor levenslang leren en plant zelfstandig zijn 'vormende' activiteiten. | - EC
| EC3 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan complexe gebouwen, civieltechnische constructies en infrastructuurwerken, inclusief hun fundering, geïntegreerd ontwerpen, technisch uitwerken en berekenen met behulp van innovatieve methoden. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 | - EC
| EC4 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde beoordeelt en maakt een verantwoorde selectie van kwalitatieve ontwerp en -uitvoeringsmethoden rekening houdend met budget, duurzaamheid, veiligheid, ergonomische aspecten en innovatieve technologieën. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen) | | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 | - EC
| EC5 - De Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde kan nieuwbouw- en renovatieprojecten beoordelen op hun kwaliteit, veiligheid, bouwfysisch comfort en duurzaamheid. | | - DC
| DC-M6 - kan methodes selecteren en gefundeerde keuzes maken om problemen op te lossen of oplossingen te ontwerpen. (oplossen en ontwerpen)
| | | - BC
| zie EC-2 | | - DC
| DC-M7 - kan geselecteerde methodes en hulpmiddelen aanwenden om oplossingen en ontwerpen te implementeren. (implementeren en operationaliseren) | | | - BC
| zie EC-2 |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Bouwpraktijk. De student kan zijn opgedane kennis en vaardigheden in de verschillende opleidingsonderdelen van de opleiding bouwkunde toepassen in de praktijk.
|
|
|
Elke student is verplicht een individuele stage te lopen in een bedrijf in de bouwsector of daarbuiten op voorwaarde dat de stage de mogelijkheid biedt de beoogde eindcopetenties te realiseren. Deze stage wordt voorzien in het lessenrooster tijdens het eerste semester van de masteropleiding (oktober/november). De exacte data worden jaarlijks meegedeeld op het elektronisch leerplatform Toledo.
Tijdens de stage kan de student kennis en vaardigheden opdoen in een operationele bedrijfsomgeving via werkplekleren. Hierdoor kan de student actief participeren in de organisatie en zijn talenten ontwikkelen hetgeen zeker bijdraagt tot een attitude van levenslang leren*. De student leert de organisatie van een bedrijf kennen, evenals de specifieke taken die aan een industrieel ingenieur bouwkunde worden toevertrouwd in een studiebureau, bij een aannemer, bij een fabrikant van bouwmaterialen enz. De student voert zelfstandig taken van een beginnend industrieel ingenieur (werfplanning, werfopvolging, stabiliteitsstudies, calculatie, studie van materialen, meetstaten, werkvoorbereiding enz.) uit onder begeleiding van een stagementor van het bedrijf en een stagebegeleider van de opleiding. Enerzijds draagt de stage bij tot de algemene bouwtechnische kennis van de student en anderzijds oefent hij zijn professionele vaardigheden zoals werken in teamverband, stressbestendigheid, coördineren en organiseren, probleemoplossend denken, efficiënt communiceren enz.
De student kan de stage ook in het buitenland vervullen. Indien een student zich hiervoor kandidaat stelt en geselecteerd wordt, is hij zelf verantwoordelijk voor leerstof, verplichte lessen en permanente evaluatie die hij daardoor mist. Hij maakt hierover voor vertrek zelf duidelijke afspraken met de betrokken docenten.
De stage is een apart opleidingsonderdeel, los van de masterproef. Op deze manier kan de student twee verschillende (werkplek)ervaringen, kennis en vaardigheden opdoen: tijdens de stage als beginnend beroepsbeoefenaar, tijdens de masterproef als beginnend onderzoeker.
De opleiding stelt een lijst van potentiële stageplaatsen ter beschikking aan de student of de student zoekt zelf een bedrijf. De student solliciteert altijd zelf voor een stageplaats hetzij bij een bedrijf uit de lijst, hetzij bij een ander bedrijf. Daarna dient de student een aanvraagformulier in met een korte omschrijving en aanpak van het stageproject en de contactgegevens van het bedrijf en de stagementor. De opleiding beoordeelt het stageproject en zij kent ook een stagebegeleider vanuit de opleiding toe aan de student. De stagementor van het bedrijf en de stagebegeleider van de opleiding volgen de student op en beoordelen hem.
De stage mag slechts aangevat worden na goedkeuring van de stageplaats en het stageproject door de opleiding en nadat het volledige administratieve dossier in orde is (stageovereenkomst, risicopostanalyse, eventuele medische onderzoeken enz.). Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van de stage is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info op het elektronisch leerplatform Toledo.
Workshops en seminaries die georganiseerd worden in het kader van dit opleidingsonderdeel zijn verplicht.
De student heeft de keuze tussen twee scenario's. Scenario 1: hij zet de volledige 7 studiepunten in voor de stage en loopt een stage van minimaal 24 werkdagen. Scenario 2: hij zet 6 studiepunten in voor de stage en loopt een stagen van minimum 20 werkdagen. Daarnaast zet hij 1 studiepunt in voor andere goedgekeurde activiteiten in het kader van levenslang leren* voor meer dan 27 u. in het vakgebied, interculturele verbreding of verantwoordelijkheid opnemen. Meer info op het elektronisch lerplatform Toledo.
*Het doel van 'levenslang Leren' is de student aan te zetten om actief te participeren in de organisatie, zijn talenten te ontwikkelen en zichzelf te vormen. Dit kan via een stage, lesondersteunende activiteiten, door participatie aan raden, fora, innovatiekampen of infodagen, door organisatie van activiteiten, door extra opdrachten, door het volgen van seminaries en door tal van andere opleidingsgebonden activiteiten die zijn ingenieursattitude vorm geven.
|
|
|
|
|
|
|
levenslang leren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
feedbackgesprek ✔
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | 1. STAGE (6 of 7 studiepunten): 100% permanente evaluatie op basis van de uitvoering van de stageactiviteiten, de stageverslaggeving, het logboek en de feedback/beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding) - 2. LEVENSLANG LEREN: portfolio ter verantwoording van meer dan 27 u. goedgekeurde activiteiten met een pass/fail beoordeling |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Indien de student kiest voor 6 studiepunten stage en 1 studiepunt levenslang leren, is een 'pass' op het portfolio van levenslang leren noodzakelijk om te kunnen slagen op het opelidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Bij een pass op het portfolio van levenslang leren krijgt de student het cijfer van de stage als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. Bij een fail op het portfolio van levenslang leren krijgt de student een fail als eindresultaat voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | Levenslang leren: de voorzitter van de examencommissie beoordeelt de ingediende activiteiten. De student rapporteert en reflecteert kritisch over zijn goedgekeurde en uitgevoerde activiteiten (gedurende zijn volledige studieloopbaan industriële wetenschappen, bouwkunde) in een portfolio. Het reeds opgebouwde portfolio mag steeds verder aangevuld worden (bv. naar 2de examenkans of vanuit een vorig academiejaar). |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | 1. STAGE (voor 6 of 7 studiepunten) De student doet een nieuwe stage in een ander bedrijf tijdens de vakantiemaanden. 100% permanente evaluatie op basis van de uitvoering van de stageactiviteiten, de stageverslaggeving, het logboek en de feedback/beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). 2. LEVENSLANG LEREN Het reeds opgebouwde portfolio mag steeds verder aangevuld worden. Bij niet afleggen van een deelevaluatie (stage of levenslang leren) in 2e examenkans blijft de score/evaluatie uit de 1e examenkans behouden. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
alle informatie via elektronisch leerplatform (o.a. Leidraad Stage - Bouwkunde, do's and don'ts stageverslag, ...) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld De student kent een eerste werkervaring als beginnend ingenieur in de vorm van werkplekleren. De opleiding kan hiervoor een beroep doen op haar breed netwerk in de bouwindustrie en daarbuiten.
Duurzaamheidsaspecten Op het einde van de stage moeten de studenten rapporteren over de maatschappelijke impact van het (de) project(en) waaraan de student heeft gewerkt, de plaats van het begrip duurzaamheid in de stageactiviteiten (met concrete voorbeelden) en de toepassing van circulair bouwen in de projecten. |
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - keuze voor vakdidactiek engineering & technology | Keuze | 189 | 7,0 | 189 | 7,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 5.2. De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de verworven vakdidactieken en kan deze creatief concipiëren, plannen en uitvoeren in een educatieve context en in het bijzonder als geïntegreerd deel van een methodologisch en projectmatig geordende reeks van handelingen binnen een multidisciplinair STEM project met een belangrijke onderzoeks en/of innovatiecomponent. | - EC
| 5.3 De educatieve master is een domeinexpert ENG & TECH: de EM heeft gevorderde of gespecialiseerde kennis van en inzicht in de principes, opbouw en gebruikte technologieën van diverse industriële processen en technieken relevant voor de specifieke vakdidactieken en kan hierin complexe, multidisciplinaire, niet-vertrouwde, praktijkgerichte ontwerp- of optimalisatieproblemen autonoom herkennen, kritisch analyseren en methodisch en gefundeerd oplossen met oog voor de toepassing, selectie van materialen, automatisatie, veiligheid, milieu en duurzaamheid, bewust van praktische beperkingen en met aandacht voor de actuele technologische ontwikkelingen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Situering binnen het curriculum/leerdomein Dit opleidingsonderdeel maakt deel uit van het leerdomein Bouwpraktijk. De student kan zijn opgedane kennis en vaardigheden in de verschillende opleidingsonderdelen van de opleiding bouwkunde toepassen in de praktijk.
|
|
|
Elke student is verplicht een individuele stage van minimum 20 werkdagen te lopen in een bedrijf in de bouwsector of daarbuiten op voorwaarde dat de stage de mogelijkheid biedt de beoogde eindcopetenties te realiseren.
Tijdens de stage kan de student kennis en vaardigheden opdoen in een operationele bedrijfsomgeving via werkplekleren. Hierdoor kan de student actief participeren in de organisatie en zijn talenten ontwikkelen hetgeen zeker bijdraagt tot een attitude van levenslang leren. De student leert de organisatie van een bedrijf kennen, evenals de specifieke taken die aan een industrieel ingenieur bouwkunde worden toevertrouwd in een studiebureau, bij een aannemer, bij een fabrikant van bouwmaterialen enz. De student voert zelfstandig taken van een beginnend industrieel ingenieur (werfplanning, werfopvolging, stabiliteitsstudies, calculatie, studie van materialen, meetstaten, werkvoorbereiding enz.) uit onder begeleiding van een stagementor van het bedrijf en een stagebegeleider van de opleiding. Enerzijds draagt de stage bij tot de algemene bouwtechnische kennis van de student en anderzijds oefent hij zijn professionele vaardigheden zoals werken in teamverband, stressbestendigheid, coördineren en organiseren, probleemoplossend denken, efficiënt communiceren enz.
De student kan de stage ook in het buitenland vervullen. Indien de student zich hiervoor kandidaat stelt en geselecteerd wordt, is hij zelf verantwoordelijk voor leerstof, verplichte lessen en permanente evaluatie die hij daardoor mist. Hij maakt hierover voor vertrek zelf duidelijke afspraken met de betrokken docenten.
De stage is een apart opleidingsonderdeel, los van de masterproef. Op deze manier kan de student twee verschillende (werkplek)ervaringen, kennis en vaardigheden opdoen: tijdens de stage als beginnend beroepsbeoefenaar, tijdens de masterproef als beginnend onderzoeker.
De opleiding stelt een lijst van potentiële stageplaatsen ter beschikking aan de student of de student zoekt zelf een bedrijf. De student solliciteert altijd zelf voor een stageplaats hetzij bij een bedrijf uit de lijst, hetzij bij een ander bedrijf. Daarna dient de student een aanvraagformulier in met een korte omschrijving en aanpak van het stageproject en de contactgegevens van het bedrijf en de stagementor. De opleiding beoordeelt het stageproject en zij kent ook een stagebegeleider vanuit de opleiding toe aan de student. De stagementor van het bedrijf en de stagebegeleider van de opleiding volgen de student op en beoordelen hem.
De stage mag slechts aangevat worden na goedkeuring van de stageplaats en het stageproject door de opleiding en nadat het volledige administratieve dossier in orde is (stageovereenkomst, risicopostanalyse, eventuele medische onderzoeken enz.). Het tijdig afhandelen van de administratieve verplichtingen voor aanvang van de stage is de individuele verantwoordelijkheid van de student. Meer info op het elektronisch leerplatform Toledo.
Workshops en seminaries die georganiseerd worden in het kader van dit opleidingsonderdeel zijn verplicht.
|
|
|
|
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
|
|
|
feedbackgesprek ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 7,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | 100% permanente evaluatie op basis van de uitvoering van de stageactiviteiten, de stageverslaggeving, het logboek en de feedback/beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student doet een nieuwe stage in een ander bedrijf tijdens de vakantiemaanden. 100% permanente evaluatie op basis van de uitvoering van de stageactiviteiten, de stageverslaggeving, het logboek en de feedback/beoordelingen van de stagementor (van het bedrijf) en de stagebegeleider (van de opleiding). |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
alle informatie via elektronisch leerplatform (o.a. Leidraad Stage - Bouwkunde, do's and don'ts stageverslag, ...) |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met werkveld De student kent een eerste werkervaring als beginnend ingenieur in de vorm van werkplekleren. De opleiding kan hiervoor een beroep doen op haar breed netwerk in de bouwindustrie en daarbuiten.
Duurzaamheidsaspecten Op het einde van de stage moeten de studenten rapporteren over de maatschappelijke impact van het (de) project(en) waaraan de student heeft gewerkt, de plaats van het begrip duurzaamheid in de stageactiviteiten (met concrete voorbeelden) en de toepassing van circulair bouwen in de projecten. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|