Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P3 SBU | P4 SBU | P4 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 1ste bachelorjaar in de geneeskunde | Verplicht | 81 | 3,0 | 20 | 20 | 20 | 21 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC3 De bachelor in de geneeskunde integreert de rollen medisch expert, communicator, teamspeler, manager, gezondheidspromotor, wetenschapper en professional. | - EC
| EC7 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen werk effectief en efficiënt organiseren. | | - DC
| DC 7.1 De bachelor in de geneeskunde maakt een realistische planning en respecteert deadlines. | | - DC
| DC 7.2 De bachelor in de geneeskunde toont een gepast niveau van zelfstandig probleemoplossend gedrag. | | - DC
| DC 7.3 De bachelor in de geneeskunde neemt zijn verantwoordelijkheid op om tijdig in orde te zijn met administratieve vereisten. | - EC
| EC 8 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de organisatie van de gezondheidszorg en de factoren die de kwaliteit van zorg beïnvloeden. | | - DC
| DC 8.1 De bachelor in de geneeskunde heeft basiskennis van de organisatie van de gezondheidszorg. | | - DC
| DC 8.2 De bachelor in de geneeskunde stelt de patiënt centraal in het denken over de organisatie en de versterking van de zorg. | | - DC
| DC 8.3 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de wettelijke regelingen die invloed hebben op de klinische praktijk. | - EC
| EC9 De bachelor in de geneeskunde heeft inzicht in de principes en processen van ziektepreventie, gezondheidspromotie en gedragsverandering en past deze toe in zijn/haar omgeving. | | - DC
| DC 9.1 De bachelor in de geneeskunde kent de individuele en collectieve determinanten van gezondheidsgerelateerd en hulpzoekend gedrag. | | - DC
| DC 9.2 De bachelor in de geneeskunde is vertrouwd met specifieke thema''s in de gezondheidsbevordering, waaronder volksgezondheid, leefstijlgerelateerde gezondheidsrisico''s en gezondheidszorg voor kwetsbare groepen. | - EC
| EC10 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor de sociale, levensbeschouwelijke, economische, culturele en etnische aspecten die van belang zijn in de zorg en draagt zo bij tot een versterking van de inclusiviteit en gelijkheid in de zorg.
| - EC
| EC11 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis over duurzaamheidsuitdagingen binnen de gezondheidszorg en begrijpt hun complexiteit. | | - DC
| DC 11.1 De bachelor in de geneeskunde heeft aandacht voor een verantwoorde omgang met middelen binnen de gezondheidszorg. | | - DC
| DC 11.2 De bachelor in de geneeskunde erkent de noodzaak van en mogelijkheden voor innovatie van de gezondheidszorg. | | - DC
| DC 11.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis over maatschappelijke (ecologisch, sociaal en economisch), wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen. | | - DC
| DC 11.4 De bachelor in de geneeskunde reflecteert over duurzaamheid in de gezondheidszorg. | - EC
| EC12 De bachelor in de geneeskunde kan, onder begeleiding, wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en hierover helder communiceren. | | - DC
| DC 12.2 De bachelor in de geneeskunde kan gepaste wetenschappelijke bronnen opzoeken en selecteren om vragen te beantwoorden. | | - DC
| DC 12.4 De bachelor in de geneeskunde kan wetenschappelijke informatie mondeling en schriftelijk communiceren naar een professioneel en lekenpubliek. | | - DC
| DC 12.5 De bachelor in de geneeskunde werkt met respect voor de academische en wetenschappelijke integriteit en de geldende ethische standaarden. | | - DC
| DC 12.6 De bachelor in de geneeskunde kan kritisch reflecteren over de limitaties van onderzoek. | - EC
| EC13 De bachelor in de geneeskunde heeft een attitude van levenslang leren met een persoonlijke leerstrategie. | | - DC
| DC 13.2 De bachelor in de geneeskunde gebruikt examenresultaten en feedback van docenten, begeleiders, coaches en medestudenten om zijn/haar eigen ontwikkeling kritisch te beschouwen en bevorderen. | | - DC
| DC 13.3 De bachelor in de geneeskunde toont bereidheid tot levenslang leren. | - EC
| EC 14 De bachelor in de geneeskunde kan het eigen functioneren kritisch evalueren. | | - DC
| DC 14.1 De bachelor in de geneeskunde reflecteert kritisch over persoonlijke en professionele doelen en kan deze in de brede context van de geneeskunde en patiëntgerichte gezondheidszorg situeren. | | - DC
| DC 14.3 De bachelor in de geneeskunde kan zichzelf positioneren ten aanzien van ethische dilemma''s en hierbij de eigen standpunten en emoties situeren ten aanzien van de belangen van de patiënt, de doelstellingen van de gezondheidszorg, en de geldende ethische en juridische standaarden.
| | - DC
| DC 14.5 De bachelor in de geneeskunde vertoont passend professioneel gedrag in diverse situaties. | - EC
| EC 15 De bachelor in de geneeskunde is in staat ethische problemen te herkennen, analyseren en een gepaste aanpak voor deze problemen in de praktijk te brengen. | | - DC
| DC 15.1 De bachelor in de geneeskunde herkent medisch-ethische problemen in theorie en praktijk. | | - DC
| DC 15.2 De bachelor in de geneeskunde kan een gepaste aanpak voor ethische dilemma''s formuleren, tegen de achtergrond van bestaande literatuur, richtlijnen en regelgeving. | | - DC
| DC 15.3 De bachelor in de geneeskunde heeft kennis van en respecteert de ethische en juridische standaarden die binnen het domein van de gezondheidszorg en het wetenschappelijk onderzoek gelden. | | - DC
| DC 15.4 De bachelor in de geneeskunde gaat respectvol om met socio-culturele diversiteit. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Wetenschappelijke vorming:
- De student heeft inzicht in het wetenschappelijke karakter van de geneeskunde.
- De student kan wetenschappelijke bronnen opzoeken in databanken.
- De student kan bij een vraagstelling gericht relevante informatie opzoeken en kritisch selecteren.
- De student kan correct naar wetenschappelijke bronnen refereren.
- De student kan een wetenschappelijke bevindingen presenteren aan een publiek van experten.
- De student kan een wetenschappelijke bevindingen presenteren aan een breed publiek.
Medische ethiek:
- De student is vertrouwd met de beginselen van het ethisch redeneren en argumenteren.
- De student kan een eenvoudige casus analyseren en hierbij een ethisch dilemma herkennen en benoemen, correcte argumenten formuleren, en een op argumenten gebaseerde aanpak formuleren.
- De studenten is vertrouwd met ethische kwesties betreffende perinatale gezondheid, zwangerschapsafbreking, bevolkingsonderzoek, wetenschappelijk onderzoek en klinische proeven en van medicatiegebruik en therapietrouw.
- De student kent de beginselen van en problemen met wetenschappelijke integriteit en professioneel gedrag.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Onderwijsgroep ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
Periode 4 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De student moet enkel de onderdelen (het geheel van ethiek of het geheel van wetenschappelijke vorming) hernemen waarvoor hij/zij niet geslaagd is of de compensatieregels niet van toepassing zijn. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De evaluatie van het kwartiel bestaat uit verschillende onderdelen. De student dient te slagen op beide onderdelen, om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. Indien de student een 8 of 9 behaald op één of beide onderdelen, kan hij/zij een tolereerbaar eindcijfer bekomen. |
|
|
|
Gevolg | Om te slagen voor dit blok, moet de student voor beide onderdelen slagen. Wanneer de student voor één van beide onderdelen slaagt en voor het ander onderdeel een tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt de student het gewogen gemiddelde van de punten met een maximum van 9/20. Wanneer de student voor beide onderdelen een tolereerbaar cijfer behaalt, krijgt de student het gewogen gemiddelde van beide cijfers. Wanneer de student voor minstens één onderdeel een niet-tolereerbaar cijfer behaalt, kijgt de student de score F (Fail).
Indien een student niet geslaagd is op het opleidingsonderdeel in de eerste zitperiode, neemt de student contact op met de coördinator om na te gaan welk onderdeel hernomen moet worden in de tweede zitperiode. |
|
|
|
Extra info | Wetenschappelijke vorming: permanente evaluatie op basis van ingediende werkstukken en beoordeelde presentaties Medische ethiek: permanente evaluatie op basis van ingediende werkstukken en een examen in de onderwijsperiode |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Voor de tweede zittijd moet het onderdeel waarop de student niet geslaagd was integraal hernomen worden. Hiervoor wordt een aangepaste opdracht en/of examen voorzien. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De digitale studieleidraad 'Wetenschap en ethiek' en ander studiemateriaal wordt beschikbaar gesteld via Blackboard. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|