Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Analyse 1 (0169)
|
4.0 stptn |
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (3376)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 2 (3323)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Analyse 1 (4552)
|
4.0 stptn |
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (3376)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 2 (3323)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 3 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Analyse 1 (0169)
|
4.0 stptn |
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (4543)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 2 (3323)
|
4.0 stptn |
|
Of groep 4 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Analyse 1 (4552)
|
4.0 stptn |
|
|
Basisbegrippen voor analyse en algebra (4551)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 1 (4543)
|
4.0 stptn |
|
|
Calculus 2 (3323)
|
4.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de wiskunde | Verplicht | 135 | 5,0 | 135 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC 1: De bachelor Wiskunde bezit een grondige basiskennis en heeft inzicht in verschillende domeinen van de wiskunde waaronder algebra, meetkunde, analyse, numerieke wiskunde, kanstheorie, statistiek, aspecten van discrete wiskunde en logica. | | - DC
| 1.3: De bachelor wiskunde heeft grondige basiskennis en inzicht in analyse | - EC
| EC 2: De bachelor Wiskunde bezit een gevorderde kennis en heeft inzicht in grote deelgebieden van de wiskunde (zuivere wiskunde, toegepaste wiskunde, ...). | | - DC
| 2.1: De bachelor wiskunde bezit gevorderde kennis en inzicht in zuivere wiskunde | - EC
| EC 3: De bachelor Wiskunde beheerst de formele wiskundige taal en werkwijze. Hij/zij kan met abstracte redeneringen werken. | | - DC
| 3.1: De bachelor wiskunde beheerst de wiskundige notatie | | - DC
| 3.2: De bachelor wiskunde kan abstracte redeneringen doorgronden en doorziet de boodschap erin | - EC
| EC 4: De bachelor Wiskunde kan een wiskundig bewijs begrijpen, oordelen of een argument correct is en heeft inzicht in welke eigenschappen precies gebruikt worden (in de context van de verworven kennis). Hij/zij kan een lacune of een overbodige stap in een bewijs of een berekening herkennen. | | - DC
| 4.1: De bachelor wiskunde kan een wiskundig bewijs of argument begrijpen en beoordelen op juistheid | - EC
| EC 5: De bachelor Wiskunde kan de theorieën en methoden toepassen op relatief eenvoudige wiskundige problemen (zowel theoretische als rekentechnische). Hij/zij kan zelf wiskundige redeneringen maken en opschrijven. | | - DC
| 5.1: De bachelor wiskunde kan rekenkundige methoden (bijvoorbeeld integreren, afleiden van functies, variatie van parameters, hypothese toetsing, … ) toepassen om eenvoudige wiskundige problemen op te lossen |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
BEGINCOMPETENTIES VECTORCALCULUS
1. De student beheerst vlot de rekentechnieken aangeleerd in Calculus 1 zoals de verschillende integratietechnieken en Calculus 2 zoals integratie in meer dimensies, krommen in Euclidische ruimten en partiële differentiatie.
2. De student kan de begrippen uit Calculus 2 zoals richtingsafgeleide en gradiënt berekenen en interpreteren.
BEGINCOMPETENTIES DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN
1. De student beheerst vlot de rekentechnieken aangeleerd in Calculus 1 zoals het berekenen van de Riemann integraal, afgeleide van functies, limiet en continuïteit.
2. De student kent resultaten/begrippen uit Analyse 1 zoals de contractiestelling, compactheid, etc.
3. De student kan bewijzen opstellen en deze nauwkeurig en formeel opschrijven.
|
|
|
·De student leert de grondbeginselen van Differentiaalvergelijkingen en vectorcalculus en is vertrouwd met het opbouwen en assimileren van rigoureuze bewijsvoeringen.
·Vectorwaardige functies, cartesische, cylindrische en sferische coördinaten, dubbele en drievoudige (eigenlijke en oneigenlijke) integraal, vectorveld, conservatief veld, lijnintegraal en oppervlakintegraal, de stelling van Green, etc.
·Gewone differentiaalvergelijkingen, hamiltoniaans + gradient-vectorvelden, de structuur van oplossingen van lineaire differentiaalvergelijkingen, variationele vergelijking, stelsels van lineaire differentiaalvergelijkingen, Gronwall, de stellingen van Picard, oplossingsmethoden voor gewone differentiaalvergelijkingen van de eerste orde, etc.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Een cursustekst, leidraad en slides worden online (via blackboard) ter beschikking gesteld |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|