Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| schakel IW Elektromechanica optie automatisering - deel 1 | Verplicht | 81 | 3,0 | 81 | 3,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| EC1 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeen wetenschappelijke en technologisch toepassingsgerichte kennis van de basisbegrippen, structuur en samenhang van het specifieke domein. (kennis bezitten) | | - DC
| 1.9 De student kent de elementaire doorsnedegrootheden en elementaire materiaalparameters.
| | | - BC
| De student kent de definitie en relevantie van de elementaire doorsnedegrootheden (traagheidsmoment, weerstandsmoment, statisch moment, doorsnedeoppervlak). | | | - BC
| De student kent de definitie en relevantie van elementaire materiaalparameters (elasticiteitsmodulus, glijmodulus, Poissoncoëfficiënt). | - EC
| EC2 - De bachelor in de industriële wetenschappen bezit algemeenwetenschappelijk en ingenieurstechnisch disciplinegebonden inzicht in de basisbegrippen, methodes, denkkaders en onderlinge relaties van het specifieke domein. (begrijpen) | | - DC
| 2.8 De student heeft inzicht in de verschillende inwendige materiaalstructuren, materiaaleigenschappen, vormgevingstechnieken en producteigenschappen en de interactie ertussen.
| | | - BC
| De student kan materialen classificeren en onderling vergelijken volgens de begrippen stijf, slap, week, stug, sterk, zwak, bros en taai. | | - DC
| 2.9 De student herkent de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving). | | | - BC
| De student herkent in een opgave welke van de vier basisgevallen van de sterkteleer van toepassing zijn. | - EC
| EC4 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan doelgericht relevante wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken en verzamelen of efficiënt en nauwgezet de benodigde informatie meten en correct refereren. (data verwerven) | | - DC
| 4.1 De student kan doelgericht wetenschappelijke en/of technische informatie opzoeken. | | | - BC
| De student kan in een profielcatalogus de van toepassing zijnde doorsnedegrootheden selecteren. | - EC
| EC5 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen analyseren, opsplitsen in deelproblemen, logisch structureren, de randvoorwaarden bepalen en de gegevens op een wetenschappelijke manier interpreteren. (analyseren) | | - DC
| 5.2 De student kan toepassingsgerichte opgaven vertalen naar een ''gegeven-gevraagde-formule''-structuur. | | | - BC
| De student vertaalt de opgave van oefeningen op het schriftelijk examen naar een 'gegeven-gevraagde-formule'-structuur. | | - DC
| 5.4 De student kan problemen opsplitsen in deelproblemen.
| | | - BC
| De student kan een concrete constructie die gedefinieerd wordt aan de hand van een foto of schets vertalen naar een geschikt (deel-)model. | | - DC
| 5.13 De student kan de krachtwerking in constructies analyseren. | | | - BC
| De student kan in een constructie de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving) correct toepassen. | | | - BC
| De student herkent de verschillende types van ondersteuningen en verbindingen (in- en uitwendige scharnieren, inklemmingen, rolopleggingen, ...) en kent hun invloed op de krachtswerking in een constructie. | | | - BC
| De student kan krachten ontbinden in componenten. | - EC
| EC6 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan adequate oplossingsmethodes selecteren om niet-vertrouwde, domeinspecifieke problemen op te lossen en kan methodologisch te werk gaan in ontwerp en hierin gefundeerde keuzes maken. (oplossen en ontwerpen) | | - DC
| 6.2 De student kan de gekozen oplossingsmethode correct uitvoeren. | | | - BC
| De student past de basisregels voor het opstellen van een vrijlichaamsschema en het berekenen van een mechanisch evenwicht correct toe. | | | - BC
| De student hanteert de elementaire doorsnedegrootheden (lineair oppervlakte, traagheidsmoment, weerstandsmoment tegen buiging, statisch oppervlaktetraagheidsmoment, doorsnedeoppervlak) en materiaalparameters (elasticiteits- en glijmodulus) correct. | | | - BC
| De student past op een correcte manier de tekenconventies toe. | | | - BC
| De student hanteert SI-eenheden van de grootheden op correcte wijze. | | - DC
| 6.14 De student kan spanningen en vervormingen in constructies berekenen. | | | - BC
| De student kan de spanning ten gevolge van de vier basisgevallen van de sterkteleer (trek/druk, buiging, wringing en afschuiving) correct berekenen en houdt hierbij rekening met de gepaste tekenconventies. | | | - BC
| De student kan de vervorming ten gevolge van trek/druk en wringing correct berekenen en houdt hierbij rekening met de gepaste tekenconventies. | | | - BC
| De student kan een ideële spanning berekenen en hiermee de sterkte van een constructie beoordelen. | | | - BC
| De student kan een eenvoudige constructie belast door krachten correct ontwerpen op basis van de vier basisgevallen van de sterkteleer. | - EC
| EC8 - De bachelor in de industriële wetenschappen kan (onvolledige) resultaten interpreteren, kan omgaan met onzekerheden en beperkingen en kan kennis en vaardigheden kritisch evalueren om op basis hiervan eigen denken en handelen bij te sturen. (kritisch reflecteren) | | - DC
| 8.2 De student kan kritisch reflecteren met betrekking tot een technisch-wetenschappelijk project. | | | - BC
| De student evalueert de uitkomst van de oefening kritisch en kijkt na of deze realistisch is. | | | - BC
| De student kan de juistheid van het verloop van moment-, dwarskracht-, normaalkracht- en torsiediagrammen op een kwalitatieve manier beoordelen. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de basisprincipes van de mechanica. De student kan de mechanische krachten- en momentenevenwichten van een structuur vlot berekenen. Verder is een elementaire kennis van integraal en differentiaalrekening vereist.
|
|
|
- Externe krachten en momenten
- Snedekrachten
- Normaalspanningen ten gevolge van normaalkracht
- Normaalspanningen ten gevolge van buiging
- Samengestelde buiging
- Schuifspanningen ten gevolge van torsie
- Schuifspanningen ten gevolge van dwarskracht
- Samenstellen van spanningen
|
|
|
|
|
|
|
Applicatiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
|
Extra info | De studenten mogen gebruik maken van een formularium dat ter beschikking wordt gesteld door de opleiding. Het gebruik van het grafisch en/of symbolisch rekentoestel is toegestaan op voorwaarde dat het werkgeheugen én het permanent geheugen leeg zijn voor de start van het examen. Een niet-leeg geheugen wordt als examenfraude aanzien. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
- Oefeningencursus sterkteleer
- Theoriecursus sterkteleer
|
|
 
|
Aanbevolen literatuur |
|
Sterkteleer,Hibbeler,9,Pearson Benelux,9789043034067 |
|
 
|
Opmerkingen |
|
Relatie met onderzoek De cursus verwijst naar resultaten van onderzoek en verwijst naar voorbeelden uitgevoerd in het kader van dienstverlening. Speciale aandacht gaat naar het opstellen van een model voor een reëel probleem.
Relatie met werkveld De ingenieur gebruikt de basiskennis uit de sterkteleer bij het ontwerp en beoordeling van elke mechanische en bouwkundige constructie. Zonder gedetailleerde berekeningen te maken kan de ingenieur toch aangeven waar zwakke plekken in een constructie kunnen optreden.
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|