Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek economie basis (4167)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek gezondheidswetenschappen (4175)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 3 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek ontwerpwetenschappen (4170)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 4 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek ontwerpwetenschappen (4459)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 5 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek wetenschappen en technologie (4209)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| Educatieve master in de economie jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de economie verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten (facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de economie verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten(facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten (facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten(facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de ontwerpwetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten (facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de ontwerpwetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten(facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - engineering en technologie jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - wetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | 243 | 9,0 | | | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In placement OPOs, students are introduced to teaching practice and the job of teacher in secondary schools (SO) and other contexts (higher education, part-time and adult education, VTO (=Vorming, Training and Education) in business contexts). Together with students, we monitor that, across all practice programme components, students gain broad work experience in a variety of placement contexts, in various forms of education (transfer/double finality/work market) and a variety of schools across education networks.
The internship-OPOs build on the course units 'subject didactics basic/specific' in which students practice functioning as teachers within a safe, simulated context through 'micro teaching' practice sessions and connects to pedagogical/didactic subjects in which students gain insights from theory and research. This internship OPO consists of the following components: observations and/or assist lessons, independent teaching internship, coaching ll(n) supervision*, vlogs, enrichment activities* and reflection through the interactive growth and reflection document.
Observing and/or assisting lessons, independent teaching internship, coaching ll(n) guiding*, enrichment activities* and vlogs
Students observe lessons with subject mentors focusing on the final competences namely final competency 1 The EM is a critical, creative expert in his subject, final competency 2 The EM creates a promising learning environment for every pupil and final competency 4 The EM is a socially engaged team player. The frameworks provided within the course units 'subject didactics basic/specific' and the pedagogical/didactic course units form the basis for targeted observation.
In addition to observing, students still have the opportunity to assist with lessons given by subject mentors so that they gradually learn to take a more active role in teaching.
In this internship OPO, students mainly teach independently. These independent lessons are always prepared. The students work for all independent lessons with the UHasselt Lesson Preparation Form (LVB) in function of their internship file. Students agree with subject mentors whether or not to forward their preparations in advance.
Each student receives an internship visit from an educational internship supervisor or a subject-didactic internship supervisor. The internship lessons are observed by the subject mentor of the internship school and followed by a debriefing. The subject mentor also completes a lesson assessment for each internship lesson/block of lessons.
The student helps to monitor that, across all internship OPOs, he/she teaches at least ten hours of second- and/or third-grade SO for each subject methodology followed. In addition, you teach independent internship lessons in each chosen subject per internship OPO. These hours are best spread over the internship OPO induction internship and progression internship.
In addition to observing and/or assisting lessons, teaching internships and coaching ll(n), the student also carries out a number of enrichment activities*. These are activities that are also part of a teacher's duties outside the lessons to be taught, and which we cluster into three categories: Enrichment 1 is mainly focused on participation of students and parents, Enrichment 2 is mainly focused on step with students and Enrichment 3 is focused on collaboration with colleagues and partners.
*Only if there are still remaining hours from the introductory internship to be performed for coaching ll(n) and/or enrichment activities, this can still be completed/carried out in the advancement internship (see twopager).
Finally, the student also makes a vlog after each internship day.
Reflection via the growth and reflection document
The UHasselt programme profile gives direction to your internship. Throughout each internship OPO, you reflect on how you grow and become more proficient as a teacher, focusing on the final competences of the programme. In your GRD, you work on your research attitude, final competence 3: The educational master's programme links research and practice. In your GRD you integrate three final competences, namely final competence 1: The educational master is a critical, creative expert in the subject; final competence 2: The educational master creates a promising learning environment for every pupil and finally final competence 4: The educational master is a socially involved team player. What you state, you substantiate with arguments and relate to specific internship experiences in the classroom or at school, to theoretical insights from the programme (e.g. Literature, and the three final competences mentioned above, i.e. 1,2 and 4) and to concrete evidence materials in your google drive folder (e.g. LVB, feedback form, ...). The end result is an interactive and reflective report built with active click-through links to illustrative lessons, feedback, experiences and reflection exercises from your digital internship file.
The growth and reflection document looks back at the past internship, looks at where you are currently and describes what goals and actions you set for the next period. This is a kind of logbook with a reflective character. For each internship OPO you gradually fill it in so that it can grow throughout your internship programme. You load a version of this document for the three-way discussion (mid-term) and after the internship has ended. Per internship OPO, you upload the version of this document after completion of the internship. As an internship is a continuous learning process, it goes without saying that you can also briefly integrate experiences and insights from previous periods. In other words, the final version offers a retrospective of the entire internship.
During the internship, you gain extensive practical experience. Relate your experiences (via growth-oriented reflection) to the final competences of our programme. For each final competence, you will find various themes to discuss (e.g. What do you want to achieve? Where are you standing? How have you grown? What steps do you want to take further?) that are linked to the competences you are developing as a teacher.
The interactive report forms the basis for the assessment of your professional learning throughout the internship. Active experimentation, setbacks, successes, feedback, observations, conversations, events, ... are typically part of a search process for your teaching style and identity as a teacher (30% of final score).
Each work placement OPO includes a starting interview, an interim interview with the placement coach and a triangular interview with the placement coach and the subject mentor(s), who discusses his/her development with the student regarding the final competences. Before the three-way discussion, you put a provisional version of your growth and reflection document, a student self-assessment (complete the internship assessment yourself) and an internship assessment by the subject mentor(s) in your digital internship file.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten (facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - engineering en technologie jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
Educatieve master in de wetenschappen en technologie - wetenschappen jaar 2 | Verplicht | 243 | 9,0 | | | 243 | 9,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de stage-OPO’s maken studenten kennis met de lespraktijk en de job van leraar in secundaire scholen (SO) en andere contexten (hoger onderwijs, deeltijds en volwassenenonderwijs, VTO (=Vorming, Training en Opleiding) in bedrijfscontexten). Samen met studenten bewaken we dat, over alle praktijk opleidingsonderdelen heen, studenten brede werkervaring opdoen in verschillende stage-contexten, in diverse onderwijsvormen (doorstroom/dubbele finaliteit/arbeidsmarkt) en een variatie aan scholen over de onderwijsnetten heen.
De stage-OPO’s bouwen verder op de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ waarin de studenten door middel van ‘micro teaching’-oefensessies het functioneren als leraar binnen een veilige, gesimuleerde context inoefenen en sluit aan bij pedagogisch/didactische-vakken waarin studenten inzichten vanuit de theorie en onderzoek verwerven. Dit stage-OPO bestaat uit de volgende onderdelen: observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, vlogs, verrijkingsactiviteiten* en reflectie via het interactief groei- en reflectiedocument.
Observaties en/of assisteer lessen, zelfstandige lesstage, coachend ll(n) begeleiden*, verrijkingsactiviteiten* en vlogs
Studenten observeren lessen bij vakmentoren met als focus als focus de eindcompetenties nl. eindcompetentie 1 De EM is een kritische, creatieve expert in zijn vak, eindcompetentie 2 De EM creeërt een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en eindcompetentie 4 De EM is een maatschappelijk betrokken teamspeler. De kaders die worden aangereikt binnen de opleidingsonderdelen ‘vakdidactiek basis/specifiek’ en de pedagogisch/didactische opleidingsonderdelen vormen de basis om gericht te kunnen observeren.
Naast observeren hebben studenten nog steeds de mogelijkheid om te assisteren bij lessen van vakmentoren zodat ze geleidelijk aan een meer actieve rol bij het lesgebeuren leren opnemen.
In dit stage-OPO geven de studenten voornamelijk zelfstandig les. Deze zelfstandige lessen worden steeds voorbereid. De studenten werken voor alle zelfstandige lessen met het UHasselt-lesvoorbereidingsformulier (LVB) in functie van hun stagedossier. Studenten spreken met vakmentoren af of ze hun voorbereidingen al dan niet vooraf doorsturen.
Elke student krijgt een stagebezoek van een pedagogisch stagebegeleider of een vakdidactisch stagebegeleider. De stagelessen worden geobserveerd door de vakmentor van de stageschool en gevolgd door een nabespreking. De vakmentor vult ook een lesbeoordeling in per stageles/-lesblok.
De student bewaakt mee dat hij/zij over alle stage-OPO’s heen minstens tien uur onderwijs in de tweede en/of derde graad SO geeft per gevolgde vakdidactiek. Daarnaast geef je per stageOPO zelfstandige stagelessen in elk gekozen vak. Deze uren worden best gespreid over het stage-OPO ingroeistage en doorgroeistage.
Naast de observaties en/of assisteer lessen, lesstages en coachend ll(n) begeleiden* voert de student ook een aantal verrijkingsactiviteiten* uit. Dit zijn activiteiten die ook tot het takenpakket van een leraar behoren buiten de te geven lessen, en die we clusteren in drie categoriën: Verrijking 1 is vooral gericht op participatie van leerlingen en ouders, verrijking 2 heeft vooral als focus op stap met leerlingen en verrijking 3 is gericht op samenwerking met collega’s en partners.
*Enkel indien er nog resterende uren van de ingroeistage moeten worden gepresteerd voor coachend ll(n) begeleiden en/of verrijkingsactiviteiten kan dit nog in de doorgroeistage vervolledigd worden/uitgevoerd worden (zie twopager).
Tenslotte maakt de student ook een vlog na elke stagedag.
Reflectie via het groei- en reflectiedocument
Het UHasselt opleidingsprofiel geeft richting aan je stage. Doorheen elk stage-OPO reflecteer je over hoe je groeit en vaardiger wordt als leraar, gericht op de eindcompetenties van de opleiding. In je GRD werk je aan je onderzoekende houding, eindcompetentie 3 : De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk. Je integreert in je GRD drie eindcompetenties nl. eindcompetentie 1: De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak; eindcompetentie 2: De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling en tenslotte eindcompetentie 4: De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler. Wat je stelt, onderbouw je met argumenten en relateer je aan specifieke stage-ervaringen in de klas of op school, aan theoretische inzichten uit de opleiding (bv. Literatuur, en de drie hierboven vermeldde eindcompetenties nl. 1,2 en 4) en aan concrete bewijsmaterialen in jouw google drive map (bv. LVB, feedbackformulier, …).. Het eindresultaat is een interactief en reflectief verslag opgebouwd met actieve doorklik-linken naar illustratieve lessen, feedback, ervaringen en reflectie-oefeningen uit jouw digitale stagedossier. Het groei- en reflectiedocument blikt terug op de voorbije stage, gaat in op waar je momenteel staat en beschrijft welke doelen en acties je vooropstelt voor de volgende periode. Dit is een soort van logboek met reflectief karakter. Per stage-OPO vul je dit geleidelijk aan in zodat het kan groeien doorheen je stagetraject. Je laadt een versie van dit document op voor het driehoeksgesprek (tussentijds) en na afronding van de stage. Per stage-OPO laad je de versie van dit document op na afronding van de stage. Gezien stage een continu leerproces is, spreekt het voor zich dat je daarin ook ervaringen en inzichten uit vorige periodes kort kan integreren. De eindversie biedt m.a.w. een terugblik op de volledige stage.
Tijdens de stage doe je uitgebreid ervaring in de praktijk op. Relateer jouw ervaringen (via groeigerichte reflectie) aan de eindcompetenties van onze opleiding. Per eindcompetentie vind je diverse thema’s die je kan bespreken (o.a. Wat wil je bereiken? Waar sta je? Hoe ben je gegroeid? Welke stappen wil je verder ondernemen?) die gekoppeld zijn aan de competenties die je als leerkracht ontwikkelt.
Het interactief verslag vormt de basis voor de beoordeling van jouw professionele leerproces doorheen de stage. Actief experimenteergedrag, tegenslagen, successen, feedback, observaties, gesprekken, gebeurtenissen, … maken typisch deel uit van een zoekproces naar jouw lesgeefstijl en identiteit als leerkracht (30% van eindscore).
Per stage-OPO vindt een startgesprek, een tussentijds gesprek met de stagecoach en een driehoeksgesprek plaats met de stagecoach en de vakmentor(en), die samen met de student zijn/haar ontwikkeling m.b.t. de eindcompetenties bespreekt. Voor aanvang van het driehoeksgesprek zet je al een voorlopige versie van je groei- en reflectiedocument, een zelfevaluatie van de student (stagebeoordeling zelf invullen) en een stagebeoordeling van de vakmentor(en) in je digitaal stagedossier.
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding stagecoach (start en tussentijds) ✔
|
|
|
Driehoeksgesprek- (max. 3 weken na zelfstandige lesstage) ✔
|
|
|
Infosessies - vrijblijvend ✔
|
|
|
Observeren en/of assisteren ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Vlog per stagedag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 9,00
Evaluatievorm | |
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 70% lesstage (m.i.v. lesvoorbereidingen, verrijkingsactiviteiten(facultatief), feedback en evaluatie van stagelessen in overleg met de stagementor) en 30% op het interactief groei- en reflectiedocument. Het stagedossier omvat beide delen (=100%).
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel vindt tijdens de onderwijsperiode plaats. Een team van stagebegeleiders evalueert de student op basis van de gedocumenteerde ervaringen in een stagedossier, een stagebezoek en een gesprek met de betrokken praktijkassistent of stagementor(en) (dat eventueel telefonisch of online kan plaatsvinden). Het stagedossier bevat enerzijds de lesvoorbereidingen (inclusief bijlagen), verrijkingsactiviteiten(facultatief) opgelijst in een logboek en lesbeoordelingen, het stagebeoordelingsformulier van de stagementor(en), de evaluatie van het stagebezoek door de stagebegeleider(s) en anderzijds het interactief groei- en reflectiedocument.
De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel en krijgt de student als eindresultaat ‘N’ in zijn studentendossier. Een student moet op elk onderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback en opnieuw in te dienen. Indien de student geen positieve beoordeling heeft op de uitvoering van de lesstage, is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. De student zal het opleidingsonderdeel in een volgend academiejaar opnieuw moeten opnemen. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat in zijn studentendossier 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Miste je je eerste examenkans, dan kan je indienen tijdens de eerste herkansingsperiode. Indien je moet herkansen kan je ervoor kiezen om het stagedossier en het Reflectie- en Groeidocument(GRD) in te dienen. In beide gevallen houd er rekening mee dat lesstage normaliter enkel tijdens de schoolperiode gelopen kan worden. Zie ook uitleg periode 1. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|