Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
Groep 1 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek economie basis (4167)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 2 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek gezondheidswetenschappen (4175)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 3 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek ontwerpwetenschappen (4170)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 4 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek ontwerpwetenschappen (4459)
|
6.0 stptn |
|
Of groep 5 |
|
|
Volgende opleidingsonderdelen worden geadviseerd ook opgenomen te zijn in uw studieprogramma tot op heden.
|
|
|
Vakdidactiek wetenschappen en technologie (4209)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| Educatieve master in de economie verkort traject | Na selectie | 324 | 12,0 | 162 | 162 | 12,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de LIO stage (leraar in opleiding) maken studenten kennis met de job van leraar via werkplekleren in hun eigen instelling van tewerkstelling (secundair of hoger onderwijs) op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden van het LIO-statuut voldaan is en toelating tot dit OPO verkregen is.
Een minimum van 12u lesstage in het secundair onderwijs en minimum 10u per gevolgde vakdidactiek zijn vereist indien dit niet in het job pakket van de eigen instelling van tewerkstelling zit (bekeken over het geheel van alle te volgen stage-OPO's).
De LIO stage bestaat enerzijds uit een onderdeel kwaliteit van het lesgeven en anderzijds uit het opbouwen van een interactief groei- en reflectiedocument. Het verzamelen van de bewijsstukken voor het behalen van de competenties gebeurt door het vervolledigen van het LIO stage dossier waarin beide bovenvermelde stage onderdelen vervat zitten.
De LIO stage bouwt verder op de vakdidactische en pedagogische/didactische opleidingsonderdelen en is nauw gerelateerd aan de 3 pijlers van de educatieve masteropleiding zijnde leren en ontwikkeling, diversiteit en talenten alsook innovatie en co-creatie.
De studenten worden in hun instelling van tewerkstelling ondersteund door een of meerdere vakmentoren (in het secundair onderwijs ook door aanvangsbegeleiders). In de opleiding worden ter ondersteuning intervisiesessies georganiseerd. Bij elke gevolgde vakdidactiek hoort ook een lesbezoek met nabespreking. Daarnaast is er ook een pedagogisch-didactisch lesbezoek met nabespreking.
Op het einde van de LIO-stage vindt er ook een gesprek plaats waaraan afwisselend de verschillende betrokkenen deelnemen (LIO, LIO-coach, vakmentor/aanvangsbegeleider, beoordelaar instelling van tewerkstelling). Op die manier identificeren de studenten hun sterke en groeipunten.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel coachingsmoment ✔
|
|
|
LIO intervisie ✔
|
|
|
LIO stage/werkplekleren ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 12,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Prakijkevaluatie d.m.v. het indienen van een stagedossier: combinatie van gedeeld assessment op kwaliteit van het lesgeven (70%) tussen LIO-coach UHasselt & beoordelaar instelling van tewerkstelling en een interactief groei- en reflectiedocument (30%) door LIO-coach UHasselt. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel. Een student moet op elk opleidingsonderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback. Indien de student een onvoldoende heeft op de kwaliteit van het lesgeven (10/20 of minder), is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student kan herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback op voorwaarde dat de student slaagt op het onderdeel kwaliteit van het lesgeven. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de gezondheidswetenschappen verkort traject | Na selectie | 324 | 12,0 | 162 | 162 | 12,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de LIO stage (leraar in opleiding) maken studenten kennis met de job van leraar via werkplekleren in hun eigen instelling van tewerkstelling (secundair of hoger onderwijs) op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden van het LIO-statuut voldaan is en toelating tot dit OPO verkregen is.
Een minimum van 12u lesstage in het secundair onderwijs en minimum 10u per gevolgde vakdidactiek zijn vereist indien dit niet in het job pakket van de eigen instelling van tewerkstelling zit (bekeken over het geheel van alle te volgen stage-OPO's).
De LIO stage bestaat enerzijds uit een onderdeel kwaliteit van het lesgeven en anderzijds uit het opbouwen van een interactief groei- en reflectiedocument. Het verzamelen van de bewijsstukken voor het behalen van de competenties gebeurt door het vervolledigen van het LIO stage dossier waarin beide bovenvermelde stage onderdelen vervat zitten.
De LIO stage bouwt verder op de vakdidactische en pedagogische/didactische opleidingsonderdelen en is nauw gerelateerd aan de 3 pijlers van de educatieve masteropleiding zijnde leren en ontwikkeling, diversiteit en talenten alsook innovatie en co-creatie.
De studenten worden in hun instelling van tewerkstelling ondersteund door een of meerdere vakmentoren (in het secundair onderwijs ook door aanvangsbegeleiders). In de opleiding worden ter ondersteuning intervisiesessies georganiseerd. Bij elke gevolgde vakdidactiek hoort ook een lesbezoek met nabespreking. Daarnaast is er ook een pedagogisch-didactisch lesbezoek met nabespreking.
Op het einde van de LIO-stage vindt er ook een gesprek plaats waaraan afwisselend de verschillende betrokkenen deelnemen (LIO, LIO-coach, vakmentor/aanvangsbegeleider, beoordelaar instelling van tewerkstelling). Op die manier identificeren de studenten hun sterke en groeipunten.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel coachingsmoment ✔
|
|
|
LIO intervisie ✔
|
|
|
LIO stage/werkplekleren ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 12,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Prakijkevaluatie d.m.v. het indienen van een stagedossier: combinatie van gedeeld assessment op de kwaliteit van het lesgeven (70%) tussen LIO-coach UHasselt & beoordelaar instelling van tewerkstelling en een interactief groei- en reflectiedocument (30%) door LIO-coach UHasselt. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel. Een student moet op elk opleidingsonderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback. Indien de student een onvoldoende heeft op de kwaliteit van het lesgeven (10/20 of minder), is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student kan herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback op voorwaarde dat de student slaagt op het onderdeel kwaliteit van het lesgeven. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de ontwerpwetenschappen verkort traject | Na selectie | 324 | 12,0 | 162 | 162 | 12,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de LIO stage (leraar in opleiding) maken studenten kennis met de job van leraar via werkplekleren in hun eigen instelling van tewerkstelling (secundair of hoger onderwijs) op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden van het LIO-statuut voldaan is en toelating tot dit OPO verkregen is.
Een minimum van 12u lesstage in het secundair onderwijs en minimum 10u per gevolgde vakdidactiek zijn vereist indien dit niet in het job pakket van de eigen instelling van tewerkstelling zit (bekeken over het geheel van alle te volgen stage-OPO's).
De LIO stage bestaat enerzijds uit een onderdeel kwaliteit van het lesgeven en anderzijds uit het opbouwen van een interactief groei- en reflectiedocument. Het verzamelen van de bewijsstukken voor het behalen van de competenties gebeurt door het vervolledigen van het LIO stage dossier waarin beide bovenvermelde stage onderdelen vervat zitten.
De LIO stage bouwt verder op de vakdidactische en pedagogische/didactische opleidingsonderdelen en is nauw gerelateerd aan de 3 pijlers van de educatieve masteropleiding zijnde leren en ontwikkeling, diversiteit en talenten alsook innovatie en co-creatie.
De studenten worden in hun instelling van tewerkstelling ondersteund door een of meerdere vakmentoren (in het secundair onderwijs ook door aanvangsbegeleiders). In de opleiding worden ter ondersteuning intervisiesessies georganiseerd. Bij elke gevolgde vakdidactiek hoort ook een lesbezoek met nabespreking. Daarnaast is er ook een pedagogisch-didactisch lesbezoek met nabespreking.
Op het einde van de LIO-stage vindt er ook een gesprek plaats waaraan afwisselend de verschillende betrokkenen deelnemen (LIO, LIO-coach, vakmentor/aanvangsbegeleider, beoordelaar instelling van tewerkstelling). Op die manier identificeren de studenten hun sterke en groeipunten.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel coachingsmoment ✔
|
|
|
LIO intervisie ✔
|
|
|
LIO stage/werkplekleren ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 12,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Prakijkevaluatie d.m.v. het indienen van een stagedossier: combinatie van gedeeld assessment op de kwaliteit van het lesgeven (70%) tussen LIO-coach UHasselt & beoordelaar instelling van tewerkstelling en een interactief groei- en reflectiedocument (30%) door LIO-coach UHasselt. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel. Een student moet op elk opleidingsonderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback. Indien de student een onvoldoende heeft op de kwaliteit van het lesgeven (10/20 of minder), is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student kan herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback op voorwaarde dat de student slaagt op het onderdeel kwaliteit van het lesgeven. |
|
|
|
|
|
|
|
| Educatieve master in de wetenschappen en technologie - verkort traject | Na selectie | 324 | 12,0 | 162 | 162 | 12,0 | Ja | Nee | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.1 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak : de EM kan de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise geïntegreerd inzetten in de klaspraktijk. | - EC
| 1.2. De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM kan onderwijsinnovaties kritisch en creatief inzetten in de eigen klaspraktijk. | - EC
| 1.3 De educatieve master is een kritisch, creatieve expert in het vak: de EM actualiseert, verbreedt en verdiept de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch-didactische expertise. | - EC
| 2.1 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM creëert een inclusief en positief klasklimaat met het oog op de groei van elke leerling. | - EC
| 2.2 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM stimuleert eigenaarschap van het leerproces en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen via een coachende aanpak. | - EC
| 2.3 De educatieve master creëert een kansrijke leeromgeving voor elke leerling: de EM speelt gedifferentieerd en flexibel in op noden en context van elke leerling. | - EC
| 3.1 De educatieve master verbindt onderzoek en praktijk: de EM richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in op basis van wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek. | - EC
| 4.1 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM is in staat om vorm te geven aan teamoverleg, zowel binnen vakgroepen als vakoverschrijdend. | - EC
| 4.3 De educatieve master is een maatschappelijk betrokken teamspeler: de EM werkt samen met lln, collega's, ouders, opvoeders en/of externe partners in functie van het leerproces. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
In de LIO stage (leraar in opleiding) maken studenten kennis met de job van leraar via werkplekleren in hun eigen instelling van tewerkstelling (secundair of hoger onderwijs) op voorwaarde dat aan alle toelatingsvoorwaarden van het LIO-statuut voldaan is en toelating tot dit OPO verkregen is.
Een minimum van 12u lesstage in het secundair onderwijs en minimum 10u per gevolgde vakdidactiek zijn vereist indien dit niet in het job pakket van de eigen instelling van tewerkstelling zit (bekeken over het geheel van alle te volgen stage-OPO's).
De LIO stage bestaat enerzijds uit een onderdeel kwaliteit van het lesgeven en anderzijds uit het opbouwen van een interactief groei- en reflectiedocument. Het verzamelen van de bewijsstukken voor het behalen van de competenties gebeurt door het vervolledigen van het LIO stage dossier waarin beide bovenvermelde stage onderdelen vervat zitten.
De LIO stage bouwt verder op de vakdidactische en pedagogische/didactische opleidingsonderdelen en is nauw gerelateerd aan de 3 pijlers van de educatieve masteropleiding zijnde leren en ontwikkeling, diversiteit en talenten alsook innovatie en co-creatie.
De studenten worden in hun instelling van tewerkstelling ondersteund door een of meerdere vakmentoren (in het secundair onderwijs ook door aanvangsbegeleiders). In de opleiding worden ter ondersteuning intervisiesessies georganiseerd. Bij elke gevolgde vakdidactiek hoort ook een lesbezoek met nabespreking. Daarnaast is er ook een pedagogisch-didactisch lesbezoek met nabespreking.
Op het einde van de LIO-stage vindt er ook een gesprek plaats waaraan afwisselend de verschillende betrokkenen deelnemen (LIO, LIO-coach, vakmentor/aanvangsbegeleider, beoordelaar instelling van tewerkstelling). Op die manier identificeren de studenten hun sterke en groeipunten.
|
|
|
|
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Individueel coachingsmoment ✔
|
|
|
LIO intervisie ✔
|
|
|
LIO stage/werkplekleren ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 12,00
Evaluatievorm | |
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 100 % |
|
Andere: | Prakijkevaluatie d.m.v. het indienen van een stagedossier: combinatie van gedeeld assessment op de kwaliteit van het lesgeven (70%) tussen LIO-coach UHasselt & beoordelaar instelling van tewerkstelling en een interactief groei- en reflectiedocument (30%) door LIO-coach UHasselt. |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel voor een geslaagd deelcijfer is er behoud in het academiejaar. |
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | De student dient alle onderdelen van het stagedossier in te dienen. Indien een onderdeel ontbreekt, kan de student niet slagen op dit opleidingsonderdeel. Een student moet op elk opleidingsonderdeel een geslaagd examenresultaat (10/20 of meer) behalen om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | Indien de student niet slaagt op dit opleidingsonderdeel, kan de student herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback. Indien de student een onvoldoende heeft op de kwaliteit van het lesgeven (10/20 of minder), is er geen herkansing mogelijk voor dit opleidingsonderdeel. Een student die op een (of meerdere) onderdelen een onvoldoende behaalt, krijgt als eindresultaat 9/20 of het rekenkundig gewogen gemiddelde indien de score lager is. Dit is niet tolereerbaar. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student kan herkansen door (een deel van) het stagedossier te herwerken in functie van de feedback op voorwaarde dat de student slaagt op het onderdeel kwaliteit van het lesgeven. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|