Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P1 SBU | P1 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2de bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen het domein van de sociale wetenschappen en kan deze duiden vanuit een sociaal-wetenschappelijk multidisciplinair perspectief. | | - DC
| De student heeft kennis van de belangrijkste economische begrippen, theorieën en historische evoluties in de micro- en macro-economie. | | | - BC
| De student kan de belangrijkste economische begrippen en theorieën uitleggen. | | | - BC
| De student kan economische begrippen en theorieën correct relateren aan concrete voorbeelden uit de economie en de samenleving. | | - DC
| De student heeft kennis en inzicht in de manier waarop verschillende theoretische stromingen de relatie tussen economie en samenleving benaderen. | | | - BC
| De student kan de benaderingswijze van verschillende economische stromingen toelichten aan de hand van de aangereikte economische begrippen. | | | - BC
| De student kan de relatie tussen economie en samenleving uitleggen en kan hierbij verwijzen naar de benaderingswijze van verschillende economische stromingen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | | - DC
| De student heeft kennis van de economische rol van de verschillende sociaal-economische actoren (gezinnen, de overheid, organisaties en bedrijven), heeft inzicht in de sociaal-economische relaties tussen deze actoren (consumptie, productie, reproductie,...), en begrijpt hoe deze actoren zich verhouden tot de belangrijkste sociaal-economische instituties (de markt, de staat, de samenleving). | | | - BC
| De student kan de economische rol van de verschillende sociaal-economische actoren (gezinnen, de overheid, organisaties en bedrijven) uitleggen. | | | - BC
| De student kan de sociaal-economische relaties en structuren illustreren aan de hand van concrete voorbeelden. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | | - DC
| De student heeft inzicht in de sociale en ethische uitgangspunten van de economische wetenschap en kan deze kritisch benaderen, met aandacht voor en zelfreflectie over de eigen positie in de samenleving. | | | - BC
| De student kan de sociale en ethische uitgangspunten van economische theorieën en begrippen uitleggen. | | | - BC
| De student kan reflecteren over de eigen maatschappelijke en economische positie in de samenleving en hoe dit zijn/haar perspectief beïnvloedt. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student kan kwantitatieve (economische en andere) gegevens en informatie over de economie en samenleving opzoeken, delen en samen met anderen analyseren en bespreken. | | | - BC
| De student kan de resultaten van een groepswerk op een effectieve manier voorstellen aan medestudenten. | | | - BC
| De student kan de resultaten van een groepswerk op een constructieve en geïnformeerde manier met de medestudenten analyseren en bespreken. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in en houdt rekening met de veelzijdige beïnvloedende factoren en de belanghebbende partijen (stakeholders), alsook met de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van het realiseren van een opdracht. | | - DC
| De student kan verbanden leggen tussen de sociale en ethische uitgangspunten van verschillende theoretische stromingen en de belangen en beleidsstandpunten van de betrokken stakeholders ten opzichte van hedendaagse maatschappelijke thema's. De student doet dit met aandacht voor zelfreflectie over de eigen positie in de samenleving. | | | - BC
| De student kan de belangen en beleidsstandpunten van de betrokken economische stakeholders kritisch analyseren vanuit hun positie in de economische kringloop en gebruikmaken van concepten en theorieën van verschillende economische stromingen. | | | - BC
| De student kan reflecteren over de eigen maatschappelijke positie in de samenleving en hoe dit hun blik op economische stakeholders beïnvloedt. | | - DC
| De student heeft inzicht in de belangrijkste stakeholders die betrokken zijn in economische vraagstukken, de belangen die zij vertegenwoordigen, alsook de impact die hun economische positie heeft op de maatschappij. | | | - BC
| De student kan vanuit de economische belangen van een welbepaalde stakeholder een analyse en een betoog opbouwen en hierover in debat gaan met medestudenten. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Dit opleidingsonderdeel verschaft inzicht in de economische manier van denken vanuit een pluralistisch economisch perspectief, waarbij de nadruk ligt op de sterke verwevenheid tussen de drie kerninstituties: de economie, de samenleving en de overheid/ staat. Het vak maakt studenten vertrouwd met de belangrijkste economische begrippen, mechanismen en theorieën, waarbij de neoklassieke economie wordt aangevuld met de inzichten van andere pluralistische economische stromingen. Dit stelt de student in staat om de economische realiteit in de huidige samenleving te begrijpen, te analyseren en te verbinden met inzichten uit andere disciplines van de sociale wetenschappen (meer bepaald sociologie, politicologie en geschiedenis).
Deze theoretische inleiding in de economie wordt vervolgens uitgediept vanuit een pluralistische economische analyse van hedendaagse economische thema's en met de perspectieven van verschillende relevante stakeholders. Op die manier staan de verbanden tussen de economische, sociale en politieke dimensies van hedendaagse thema's centraal in de analyse, wat kenmerkend is voor een sociaalwetenschappelijke benadering.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Onderwijsleergesprek ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | De huiswerktaken kunnen niet herkanst worden en het cijfer voor dit onderdeel wordt dus integraal overgenomen naar tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 25 % |
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet minimum een 10/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
Gevolg | Studenten die niet deelnemen aan alle deelevaluaties kunnen geen eindcijfer behalen voor het opleidingsonderdeel en krijgen een N.
Een student die op één (of beide) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Extra info | De schriftelijke voorbereiding van de casussessies telt mee voor 5% van het eindresultaat. Een student die op één (of twee) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het vak. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor het onderdeel ‘schriftelijke voorbereiding’. Bij een onvoldoende op de mondelinge evaluatie tijdens de onderwijsperiode (groepswerk met presentatie) krijgt de student een individuele opdracht met betrekking tot hetzelfde onderwerp volgens de richtlijnen die het docententeam zal communiceren. Bij een onvoldoende op het schriftelijk examen neemt de student deel aan het schriftelijk herexamen. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte handboeken (boekhandel) |
|
Leidraad economie,Op de Beeck M., Vandenbogaerde B. Vervliet E.,2021, 8e druk of 2024, 9e druk,Larcier,9789464150452 |
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Reader met bijkomende teksten en andere materialen beschikbaar via Blackboard.
Slides voor de hoorcolleges (en casussessies) zullen op Blackboard geplaatst worden
Opdrachten voor de casussessies en casusmateriaal (artikels, links naar filmpjes/podcasts etc.) zullen eveneens op Blackboard geplaatst worden. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|