Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Adviserende volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
Advies
De student wordt geadviseerd om het volgende opleidingsonderdeel te hebben gevolgd in een voorgaande onderwijsperiode:Algemene beginselen van het recht (4742)
|
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P3 SBU | P3 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
| 2 ba major Bestuurskunde (democratie) met minor Communicatiewetenschappen (digitalisering) | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
2 ba major Bestuurskunde (democratie) met minor Sociologie (diversiteit) | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek | |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in de onderlinge relatie van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen en tussen de vakgebieden van sociologie, bestuurkunde en communicatiewetenschappen, alsook in verhouding tot vakgebieden binnen en buiten de sociale wetenschappen (interdisciplinariteit). | | - DC
| De student kan de staatsrechtelijke randvoorwaarden en implicaties van actuele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen duiden | | - DC
| De student kan vraagstukken binnen het staatsrecht in hun bestuurlijke en politieke context plaatsen | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | | - DC
| De student kan de basiskenmerken van het staatsrecht herkennen en toelichten | | - DC
| De student kan de basisbegrippen van het staatsrecht definiëren en toepassen op concrete gevallen | | - DC
| De student heeft kennis van structuren en instituties die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke organisaties | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | | - DC
| De student kan de bronnen van het staatsrecht analyseren en kritisch verwerken. | | - DC
| De student kan werken met en is wegwijs in de Grondwet en enkele wetteksten die de Belgische staatsstructuur vormgeven | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | | - DC
| De student kan op basis van rechtswetenschappelijke literatuur een casus analyseren en (mondeling) toelichten | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan probleemoplossend, zelfsturend en innovatief denken en handelen, op basis van kritisch reflecteren over het eigen leerproces. | | - DC
| De student verwerkt feedback van medestudenten en/of docenten constructief en effectief. | | - DC
| De student kan casussen over actuele staatsrechtelijke kwesties oplossen, met correct en overtuigend gebruik van de toepasselijke staatsrechtelijke kaders en beginselen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | | - DC
| De student kan constructief en oplossingsgericht met anderen naar een resultaat toewerken. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
De student heeft bij voorkeur inzicht in de algemene beginselen van het recht
|
|
|
Het opleidingsonderdeel Staatsrecht beoogt studenten de noodzakelijke basiskennis van en een grondig inzicht in het Belgische staatsrecht bij te brengen en dit in rechtsvergelijkend perspectief. Tijdens het opleidingsonderdeel leren de studenten de juridsche fundamenten van de overheid, de structuur en werking van de organen alsook de relatie tussen de staat en de burger te begrijpen. Het vak besteedt daarbij aandacht aan het gegeven dat de Belgische Staat opereert in een internationale context en intussen een federaal karakter heeft. In de loop van het opleidingsonderdeel zullen o.a. de volgende thema's aan bod komen: het staatsbegrip en de totstandkoming van de Belgisch Staat en grondwet; de scheiding der machten en het beginsel van de rechtsstaat; de verhouding tussen staatshoofd, regering en parlement; democratie en de vormgeving ervan; federalisme en de federale bevoegdheidsverdeling; rechterlijke organisatie en rechterlijke toetsing en de rechtsbescherming; en de grondrechten.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
casussen ✔
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 3 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
|
|
|
Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Studenten moeten minimum een 10/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één (of beide) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het vak. |
|
|
|
Extra info | Praktijkevaluatie tijdens onderwijsperiode houdt in participatie hoorcolleges en casussessies en tussentijdse voorbereidingen.
Voor het meerkeuzeonderdeel van het examen wordt de standaard cesuur zonder giscorrectie gehanteerd.
Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht.
De voorbereiding van de casussessies telt mee voor 5% van het eindresultaat. In de leidraad zal worden verduidelijkt op welke wijze deze evaluatie concreet zal plaatsvinden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Er is geen tweede examenkans voor het onderdeel ‘voorbereiding’. |
|
|
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
Er wordt een syllabus/blokboek ter beschikking van de studenten gesteld die zal fungeren als leidraad bij het vak. Daarnaast zal er ook een wettenbundel worden voorzien waarmee de studenten tijdens het vak aan de slag zullen gaan. Zowel het blokboek als de wettenbundel worden voorzien als geprint studiemateriaal en zullen beschikbaar worden gesteld in de Campusboekhandel. |
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|