Onderwijstaal : Nederlands |
Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
|
|
|
|
Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
|
|
|
Grand Challenges: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen II (4872)
|
6.0 stptn |
|
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
 | 3de bachelorjaar in de sociale wetenschappen | Verplicht | 162 | 6,0 | 162 | 6,0 | Ja | Ja | Numeriek |  |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen het domein van de sociale wetenschappen en kan deze duiden vanuit een sociaal-wetenschappelijk multidisciplinair perspectief. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in de onderlinge relatie van de belangrijkste theoretische stromingen, basisbegrippen, onderzoekstradities en historische ontwikkelingen binnen en tussen de vakgebieden van sociologie, bestuurkunde en communicatiewetenschappen, alsook in verhouding tot vakgebieden binnen en buiten de sociale wetenschappen (interdisciplinariteit). | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van maatschappelijke structuren, processen, vraagstukken en technologieën, die vorm geven aan de rol en het functioneren van publieke en private organisaties, beleidsnetwerken, media en sociale bewegingen. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft kennis van en inzicht in basisbegrippen, onderzoekstradities en theoretische stromingen omtrent ‘grand challenges’, in het bijzonder op vlak van digitalisering, diversiteit en/of democratie op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en globaal niveau. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan relevante bronnen en literatuur omtrent een welbepaald sociaalwetenschappelijke vraagstuk identificeren, verzamelen en kritisch verwerken in een theoretisch conceptueel kader. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan mondeling, schriftelijk en visueel rapporteren over wetenschappelijk onderzoek op een onderbouwde, coherente en overtuigende wijze. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen houdt rekening met sociale en ethische normen in het eigen denken en handelen, op basis van een open, integere en kritische wetenschappelijke houding en een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen kan wetenschappelijke informatie op een effectieve manier delen en samen met anderen naar een resultaat toewerken. Daarvoor beschikt zij/hij over de vaardigheden om op een correcte, gestructureerde, toegankelijke en overtuigende manier te communiceren. Zij/hij is ook in staat om vlot en constructief met anderen samen te werken in een multidisciplinair en divers team. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen heeft inzicht in en houdt rekening met de veelzijdige beïnvloedende factoren en de belanghebbende partijen (stakeholders), alsook met de maatschappelijke relevantie, duurzaamheid en impact van het realiseren van een opdracht. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen is zich bewust van haar/zijn rol als sociale wetenschapper en eigen positie binnen een meerlagige, diverse samenleving. | - EC
| De afgestudeerde bachelor in de sociale wetenschappen toont betrokkenheid en getuigt van ondernemings- en verantwoordelijkheidszin om haar/zijn kennis en vaardigheden in te zetten in de civiele omgeving, de beleidspraktijk en de beroepsmatige context. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Het opleidingsonderdeel ‘Grand Challenges III: Actuele maatschappelijke ontwikkelingen’ bouwt verder op de opleidingsonderdelen ‘Grand Challenges I' (eerste bachelorjaar, focus op digitalisering en desinformatie) en 'Grand Challenges II' (tweede bachelorjaar, focus op migratie). In 'Grand Challenges III' bouwen de studenten hun kennis en vaardigheden rond de ‘grand challenges’ digitalisering, diversiteit en democratie verder uit. De inhoudelijke focus zal liggen op een democratievraagstuk. In vergelijking met de voorgaande 'Grand Challenges'-opleidingsonderdelen wordt een sterker doorgedregeven interdisiplinair perspectief op het vraagstuk opgebouwd, steunende op inzichten uit bestuurskunde, sociologie en communicatiewetenschappen. Naast een diepgaande wetenschappelijke analyse van een complex, reëel democratievraagstuk wordt ook aan de student gevraagd om advies te formuleren voor de beleidsvorming daarrond.
|
|
|
|
|
|
|
Casussessie ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
|
|
|
Casestudy ✔
|
|
|
Groepswerk ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Oefeningen ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Verslag ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 6,00
Evaluatievorm | |
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 30 % |
|
|
Andere: | Creatie en voorstelling van een werkstuk m.b.t. tot een van de topics uit de cursus, groepswerk; peerevaluatie via Buddycheck |
|
|
|
|
|
Andere evaluatievorm tijdens onderwijsperiode | 10 % |
|
Andere: | organisatie van conferentie, groepswerk |
|
|
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | het cijfer op dit evaluatieonderdeel wordt overgedragen naar de tweede zittijd; er is geen herkansing voor dit onderdeel mogelijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Een student moet minimum een 10/20 behalen op elke deelevaluatie om te kunnen slagen op het opleidingsonderdeel. Onder deelevaluaties verstaan we 1) het geheel van evaluaties tijdens de onderwijsperiode en 2) de evaluatie tijdens de examenperiode. Eventuele resultaten op aanwezigheid of voorbereiding tellen mee als deel van de evaluaties tijdens de onderwijsperiode. |
|
|
|
Gevolg | Een student die op één (of beide) deelevaluaties een lager cijfer dan 10/20 behaalt, krijgt als cijfer het rekenkundig gemiddelde, met een maximum van 9/20 voor het vak. |
|
|
|
Extra info | Bij het groepswerk wordt voldoende inbreng van elke student verwacht. De peerevaluatie gebeurt via het Buddycheck programma op Blackboard. De factor die door dit programma wordt berekend, wordt vermenigvuldigd met de score van het groepswerk voor iedere student. De berekeningswijze en het verloop van de peerevaluatie wordt verder uiteengezet in de studieleidraad/op Blackboard. Is er sprake van een mogelijk beduidend kleinere bijdrage, dan zal het opvolgproces inzake meeliftgedrag opgestart worden. |
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | Het onderdeel “andere evaluatievorm tijdens de onderwijsperiode” (10%) kan niet herkanst worden. Dit cijfer wordt overgedragen naar de tweede zittijd. Voor onderdelen “mondelinge evaluatie tijdens de onderwijsperiode” (30%) en het mondelinge examen tijdens de examenperiode (60%) wordt een vervangopdracht voorzien, die bestaat uit een paper met mondelinge toelichting tijdens de tweede zittijd. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|