Datageletterdheid in de basisschool: werkplekleren (5035) | Contactpersoon : | dr. Mieke GOOS |
Onderwijstaal : Nederlands |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
| Studierichting | | Studiebelastingsuren | Studiepunten | P2 SBU | P2 SP | 2de Examenkans1 | Tolerantie2 | Eindcijfer3 | |
![](/images/MEER-INFO_ROOD.png) | Schakel Master basisonderwijs module 3: Datageletterdheid in de basisschool | Verplicht | 140 | 5,0 | 140 | 5,0 | Ja | Ja | Numeriek | ![](/images/icon_cal.gif) |
|
| Eindcompetenties |
- EC
| 1.2 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij actualiseert, verbreedt en verdiept zijn/haar wetenschappelijke expertise levenslang. | - EC
| 1.3 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij richt kritisch-reflectief de onderwijspraktijk in, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data. | - EC
| 1.4 De student is een kritische, innovatieve, pedagogisch-didactische expert: hij/zij innoveert in functie van klas- en schoolontwikkeling, op basis van wetenschappelijke inzichten en contextspecifieke data. | - EC
| 2.0 De student creëert een kansrijk leerklimaat in de klas en op school: hij/zij kan contextspecifieke data m.b.t. meervoudige, complexe noden van basisschoolkinderen correct interpreteren. | - EC
| 3.1 De student onderzoekt de klas- en schoolpraktijk: hij/zij doorloopt zelfstandig en op ethische en deontologisch correcte wijze een onderwijsgerichte onderzoekscyclus. | - EC
| 3.2 De student onderzoekt de klas- en schoolpraktijk: hij/zij gebruikt wetenschappelijke methodes en analysetechnieken om complexe vraagstukken in de onderwijspraktijk te identificeren en aan te pakken. | - EC
| 4.1 De student is een verbindende coach en maatschappelijk betrokken teamspeler: hij/zij is sensitief voor en speelt in op de noden, zorgen en bekommernissen in het team. |
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
|
Er wordt verwacht dat de studenten de volgende eindcompetenties van de educatieve bachelor kleuter- of lager onderwijs beheersen:
- De studenten begeleiden autonoom kinderen bij hun leer- en ontwikkelingsproces. Vertrekkende vanuit de beginsituatie van de klasgroep en het individuele kind en de eindtermen en leerplannen formuleren de studenten concrete doelstellingen en selecteren passende leerinhouden, leermiddelen, werk- en groeperingsvormen. De studenten kiezen geschikte differentiatie-, evaluatie- en remediëringsmethodes zodat elk kind zich maximaal kan ontwikkelen.
- De studenten kunnen een praktijkprobleem op systematische wijze onderzoeken en kritisch reflecteren over hun eigen functioneren, maatschappelijke ontwikkelingen, relevante theoretische denkkaders en inzichten uit onderwijsonderzoek met het oog op het verbeteren van het leerproces van hun kinderen. Ze detecteren professionaliseringsnoden en tonen een bereidheid tot levenslang leren.
- De studenten tonen gepaste beroepshoudingen als beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin en flexibiliteit.
Verder wordt er verwacht dat de studenten basisconcepten van beschrijvende statistiek (gemiddelde, mediaan, percentiel) beheersen.
|
|
|
n dit opleidingsonderdeel gaan de studenten met de theoretische input van het opleidingsonderdeel ‘Datageletterdheid in de basisschool: Wetenschappelijke verdieping’ (d.w.z. theoretische kaders rond kwaliteitszorg, bestaande onderwijsdashboards relevant voor het basisonderwijs) aan de slag in werkplekleren. Ze krijgen authentieke praktijkopdrachten die ze (bij voorkeur) in één basisschool uitvoeren. De stageperiode loopt van 1 februari tot 15 mei. De studenten lopen in die periode 84 lesuren stage. Daarvan staan de studenten (idealiter) 42 lesuren in de klas, waarvan (minstens) 21 lesuren in een vaste klas. De focus ligt op het verzamelen, analyseren en interpreteren van data uit het leerlingvolgsysteem, de OVSG/IDP-toeten, centrale toetsen etc., gekoppeld aan implementatie van verhoogde zorg voor bepaalde kinderen in de klas. Daarnaast besteden de studenten (idealiter) ook 21 uur aan het werken op het niveau van het zorgteam, waarbij ze zich richten op de ontwikkeling en implementatie van gepersonaliseerde ondersteuningsplannen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, op basis van analyse van beschikbare data. Tot slot besteden de studenten (idealiter) nog eens 21 uur aan het participeren aan beleidsvorming en -voering op schoolniveau, waarbij ze inzicht krijgen in de organisatie en het management van het onderwijs en actief bijdragen aan de ontwikkeling en implementatie van beleidsinitiatieven, binnen de school en scholengemeenschap (bv. verfijning van het schoolwerkplan op basis van analyse van beschikbare data). De 84 lesuren en voorziene verdeling over de 3 niveaus (klasniveau, niveau van zorgteam en schoolbeleidsniveau) zijn een richtlijn, die flexibel ingericht kunnen worden volgens de noden van de student en de school (met een minimum van 24 lesuren in de klas, 12 lesuren in het zorgteam en 12 lesuren in het beleidsteam). De studenten bouwen doorheen het werkplekleren een portfolio op, waarin ze de uitgevoerde opdrachten verzamelen en reflecteren op hun ervaringen, leerpunten en persoonlijke en professionele ontwikkeling, vertrekkende vanuit de theoretische kaders opgedaan tijdens het opleidingsonderdeel ‘Datageletterdheid in de basisschool: Wetenschappelijke verdieping’. De ervaringen, leerpunten en ontwikkeling van de studenten vormen tevens de input voor de intervisiemomenten tijdens de lesdagen.
|
|
|
|
|
|
|
Collectief feedback moment ✔
|
|
|
Stage ✔
|
|
|
Zelfstudieopdracht (ZSO) ✔
|
|
|
|
|
|
Portfolio ✔
|
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 5,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 20 % |
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 80 % |
|
Andere: | criteriumgericht interview |
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | De studenten mogen alle studiematerialen (al dan niet geannoteerd) meebrengen en raadplegen tijdens de evaluatie. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | Aanwezigheid tijdens de lesdagen en het werkplekleren is verplicht. |
|
|
|
Gevolg | Afwezigheid tijdens de lesdagen of het werkplekleren resulteert in een onvoldoende voor dit opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De studenten herwerken hun portfolio, rekening houdend met de gekregen feedback van hun docent, en worden geëvalueerd tijdens een criteriumgericht interview. |
|
|
|
|
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
|
Legende |
SBU : studiebelastingsuren | SP : studiepunten | N : Nederlands | E : Engels |
|