Onderwijstaal : Nederlands |
Studiepunten: 6,0 | | | Periode: kwartiel 1 (3sp) + kwartiel 2 (3sp) | | | 2de Examenkans1: Ja | | | Eindcijfer2: Numeriek |
| Examencontract: niet mogelijk |
Volgtijdelijkheid
|
|
Geen volgtijdelijkheid
|
|
Het opleidingsonderdeel bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. De theorie is een algemene inleiding tot de wereld van de mobiliteitsdeskundige. We bespreken basisbegrippen zoals verplaatsingsmarkt, vervoersmarkt en verkeersmarkt en gaan vervolgens dieper in op de essentiële onderdelen ervan zoals de wegencategorisering, openbaar vervoer, fietsbeleid, parkeren en de relatie tussen mobiliteit en verkeersveiligheid.
In de werkzittingen worden deze concepten gesitueerd in een door de student goed gekende omgeving: de eigen woongemeente. Dit is essentieel: de student leert de algemene, abstracte problematiek (theorie) in zijn/haar eigen omgeving (h)erkennen. Tijdens de werkzittingen komen specifieke thema's aan bod zoals verplaatsingsgedrag, netwerken, openbaar vervoer, fietsbeleid en parkeren. Tijdens de laatste werkzitting presenteren de studenten een synthese waarin deze thema's geïntegreerd worden.
Er vindt ook ten minste één stadsbezoek plaats zodat studenten vertrouwd geraken met verkeerskunde op het terrein.
|
|
|
|
|
|
|
Collectief feedback moment ✔
|
|
|
Excursie/veldwerk ✔
|
|
|
Hoorcollege ✔
|
|
|
Responsiecollege ✔
|
|
|
Werkzittingen ✔
|
|
|
|
|
|
Discussies /debat ✔
|
|
|
Huiswerktaken ✔
|
|
|
Paper ✔
|
|
|
Presentatie ✔
|
|
|
Seminarie ✔
|
|
|
|
Periode 1 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20 op
de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode). |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans ook wanneer het om een
onvoldoende gaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien min 10/20 op het
schriftelijk gesloten-boek examen (evaluatie tijdens examenperiode). |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk gesloten boek examen mogen de studenten enkel schrijfgerief gebruiken. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1+2) Het tijdig inleveren en presenteren van de opdracht(en) (evaluatie tijdens onderwijsperiode) is verplicht om een eindcijfer te kunnen verkrijgen.De student wordt geacht actief deel te nemen aan de verplichte organisatie- en werkvormen die interactie vereisen, met name de excursie en de werkzittingen.3) De student moet op bepaalde deelevaluaties (zoals de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode en/of het schriftelijk gesloten boek examen) een minimumscore behalen (≥ 10/20) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1 +2) Het niet of laattijdig indienen van verplichte opdrachten en/of ongewettigde afwezigheid bij verplichte onderwijsactiviteiten met name de excursie en de werkzittingen kan leiden tot een 0 voor de specifieke deelevaluatie.Gewettigde afwezigheid wordt tijdig gemeld door de student met de nodige stukken. Indien mogelijk, wordt een vervangopdracht opgelegd.
3)Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (zoals de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode en/of het schriftelijk gesloten boek examen) minder dan 10/20 behaalt, wordt dit laagste deelcijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
Periode 2 Studiepunten 3,00
Evaluatievorm | |
|
Schriftelijke evaluatie tijdens onderwijsperiode | 35 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien minimum 10/20 op
de opdrachten (evaluatie tijdens onderwijsperiode). |
|
|
|
|
|
|
|
|
Mondelinge evaluatie tijdens onderwijsperiode | 5 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Behoud van deelcijfer bij de tweede examenkans ook wanneer het om een
onvoldoende gaat. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Schriftelijk examen | 60 % |
|
Behoud van deelcijfer in academiejaar | ✔ |
|
Voorwaarde behoud van deelcijfer in academiejaar | Enkel behoud van deelcijfer in het academiejaar indien min 10/20 op het
schriftelijk gesloten-boek examen (evaluatie tijdens examenperiode). |
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie | ✔ |
|
Toelichting | Tijdens het schriftelijk gesloten boek examen mogen de studenten enkel schrijfgerief gebruiken. |
|
|
|
Evaluatievoorwaarden (deelname en/of slagen) | ✔ |
|
Voorwaarden | 1+2) Het tijdig inleveren en presenteren van de opdracht(en) (evaluatie tijdens onderwijsperiode) is verplicht om een eindcijfer te kunnen verkrijgen.De student wordt geacht actief deel te nemen aan de verplichte organisatie- en werkvormen die interactie vereisen, met name de excursie en de werkzittingen.3) De student moet op bepaalde deelevaluaties (zoals de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode en/of het schriftelijk gesloten boek examen) een minimumscore behalen (≥ 10/20) om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel. |
|
|
|
Gevolg | 1 +2) Het niet of laattijdig indienen van verplichte opdrachten en/of ongewettigde afwezigheid bij verplichte onderwijsactiviteiten met name de excursie en de werkzittingen kan leiden tot een 0 voor de specifieke deelevaluatie.Gewettigde afwezigheid wordt tijdig gemeld door de student met de nodige stukken. Indien mogelijk, wordt een vervangopdracht opgelegd.
3)Wanneer de student op een deel van dit opleidingsonderdeel (zoals de schriftelijke evaluatie tijdens de onderwijsperiode en/of het schriftelijk gesloten boek examen) minder dan 10/20 behaalt, wordt dit laagste deelcijfer het eindcijfer van het volledige opleidingsonderdeel voor de betreffende examenkans. |
|
|
|
Tweede examenkans
Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans | |
|
Toelichting evaluatievorm | De student dient de deelevaluatie(s) (zoals de schriftelijke evaluatie
tijdens de onderwijsperiode en/of schriftelijk gesloten boek examen)
waarop hij/zij minder dan 10 op 20 behaalde te hernemen in 2de zit.
Het deelcijfer op de presentatie (mondelinge evaluatie tijdens
onderwijsperiode) wordt overgenomen uit de eerste examenkans, ook indien
het om een onvoldoende resultaat gaat.
Indien de student een tweede examenkans heeft, is het de
verantwoordelijkheid van de student om tijdig contact op te nemen met de
docent indien het onduidelijk is welke deelevaluatie(s) de student moet
afleggen in tweede kans. |
|
|
|
|
 
|
Verplichte cursussen (gedrukt door boekhandel) |
|
Cursus 1:
Subtitel: Cursustekst Verkeerskunde 1 - Deel 1
Cursus 2:
Subtitel: Cursustekst Verkeerskunde 1 - Deel 2
|
|
 
|
Verplicht studiemateriaal |
|
De studieleidraad en slides worden beschikbaar gesteld via Blackboard.
Cursusteksten zijn verkrijgbaar in de boekhandel.
|
|
 
|
Aanbevolen studiemateriaal |
|
Websites zoals mobielvlaanderen, De Lijn ... Verkeerskunde en De Verkeersspecialist: maandelijkse tijdschriften over de verkeerskundige actualiteit. |
|
|
Eindcompetenties bachelor in de mobiliteitswetenschappen
|
- EC
| EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| DC1: De student is in staat om (in groep) de vereiste opdrachten te organiseren en uit te voeren binnen de voorziene tijdsperiode. De docent biedt richtlijnen en kaders die de student hierbij helpen. | | - DC
| DC3: De student plant zelfstandig zijn/haar werk en bewaakt deze planning. De student houdt hierbij een heldere planning aan en gaat passend met de beschikbare tijd om. | - EC
| EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe. | | - DC
| DC3: De student kan een document verwerken, kritisch evalueren en in verband brengen met zowel de gedoceerde cursus als beleidsrelevante toepassingen. | | - DC
| DC6: De student kan de belangrijkste theoretische denkkaders toepassen in de praktijk. | - EC
| EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines. | | - DC
| DC1: De student heeft zicht op het bredere interdisciplinaire kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert. | | - DC
| DC2: De student kan de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines aantonen. | | - DC
| DC3: De student heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. | | - DC
| DC1: De student reflecteert over de maatschappelijke relevantie van mobiliteitsgerelateerde onderwerpen. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | | - DC
| DC1: De student kan relevante beleidskaders identificeren | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen. | | - DC
| DC1: De student is in staat om op een professionele manier schriftelijk te communiceren. | | - DC
| DC2: De student is in staat om op een professionele manier mondeling te communiceren. |
|
|
|
schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen/master of transportation sciences
|
- EC
| EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle. | | - DC
| DC1: De student is in staat om (in groep) de vereiste opdrachten te organiseren en uit te voeren binnen de voorziene tijdsperiode. De docent biedt richtlijnen en kaders die de student hierbij helpen. | | - DC
| DC3: De student plant zelfstandig zijn/haar werk en bewaakt deze planning. De student houdt hierbij een heldere planning aan en gaat passend met de beschikbare tijd om. | - EC
| EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe. | | - DC
| DC3: De student kan een document verwerken, kritisch evalueren en in verband brengen met zowel de gedoceerde cursus als beleidsrelevante toepassingen. | | - DC
| DC6: De student kan de belangrijkste theoretische denkkaders toepassen in de praktijk. | - EC
| EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines. | | - DC
| DC1: De student heeft zicht op het bredere interdisciplinaire kader waarin mobiliteitswetenschappen zich situeert. | | - DC
| DC2: De student kan de samenhang tussen het vakgebied van mobiliteitswetenschappen en aanverwante disciplines aantonen. | | - DC
| DC3: De student heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen. | - EC
| EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten. | | - DC
| DC1: De student reflecteert over de maatschappelijke relevantie van mobiliteitsgerelateerde onderwerpen. | - EC
| EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit. | | - DC
| DC1: De student kan relevante beleidskaders identificeren. | - EC
| EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen. | | - DC
| DC1: De student is in staat om op een professionele manier schriftelijk te communiceren. | | - DC
| DC2: De student is in staat om op een professionele manier mondeling te communiceren. |
|
|
|
| EC = eindcompetenties DC = deelcompetenties BC = beoordelingscriteria |
Aangeboden in | Tolerantie3 |
1ste bachelorjaar in de mobiliteitswetenschappen
|
J
|
schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen
|
J
|
|
|
1 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2. |
2 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3. |
3 Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.
|
|