De elektronische studiegids voor het academiejaar 2025 - 2026 is onder voorbehoud.





Verkeersveiligheid (1562)

  
Coördinerend verantwoordelijke :Prof. dr. Evelien POLDERS 
  
Lid van het onderwijsteam :De heer Jeroen LUYCK 


Onderwijstaal : Nederlands


Studiepunten: 3,0
  
Periode: semester 1 (3sp)
  
2de Examenkans1: Ja
  
Eindcijfer2: Numeriek
 
Examencontract: niet mogelijk


 
Volgtijdelijkheid
 
   Verplichte volgtijdelijkheid op niveau van de opleidingsonderdelen
 
 
  Volgende opleidingsonderdelen dient u ook opgenomen te hebben in uw studieprogramma in een voorgaande onderwijsperiode.
    Verkeerskunde 1 (1255) 6.0 stptn
 

Begincompetenties
  • De student is vertrouwd met het drie-marktenmodel en kan uitleggen welke effecten dit model heeft op de verkeersveiligheid;
  • De student is vertrouwd met de concepten objectieve en subjectieve verkeers(on)veiligheid en kan het verschil tussen beide concepten duiden;
  • De student is vertrouwd met de drie dimensies van risico (blootstelling, risico en letselernst) en kan uitleggen hoe deze dimensies voor verschillende weggebruikers (fietser, voetganger, OV, auto) de ongevalskans beïnvloedt;
  • De student is vertrouwd met risicofactoren en weet dat ongevallen veroorzaakt worden door een wisselwerking tussen drie grote categorieën van risicofactoren (mens, voertuig en omgeving);
  • De student kent de Haddon-matrix en kan voor de per hoofdcategorie (mens, voertuig en omgeving) voorbeelden geven van maatregelen die voor, tijdens en na een ongeval kunnen worden genomen.


Inhoud

In het opleidingsonderdeel Verkeersveiligheid ligt de nadruk op twee aspecten: enerzijds de factoren en processen die bijdragen aan het ontstaan van verkeersongevallen en de ernst van de resulterende letsels, en anderzijds de maatregelen die kunnen worden genomen om verkeersongevallen te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Deze onderwerpen worden benaderd vanuit de 6 pijlers van de Safe System Approach: Veilige Wegen, Veilige Snelheden, Veilige Voertuigen, Veilige Weggebruikers, Post crash care (hulp na een ongeval) en Verkeersveiligheidsmanagement. Aan de hand van deze 6 pijlers verkrijgt de student een geïntegreerd en systeemgebaseerd inzicht in verkeersveiligheid.

Tijdens de lessen worden zowel relevante theoretische (beleids-)kaders als de praktische toepassing hiervan besproken. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere objectieve en subjectieve verkeersveiligheid, de invloed van risicofactoren (snelheid, rijden onder invloed), beveiligingsmiddelen, leeftijd en rijervaring. Daarnaast worden de veiligheidsaspecten van verschillende modi in het wegverkeer behandeld, zoals voetgangers, fietsers, auto's, bromfietsers, motorrijders, bussen, vrachtwagens, elektrische vervoerswijzen en autonome voertuigen.

Beleidsmaatregelen op het gebied van wetgeving en handhaving, infrastructuur, voertuigtechnologie, educatie en sensibilisatie worden besproken en toegelicht aan de hand van praktijkvoorbeelden.



Organisatie- / Werkvormen
Organisatievormen  
Hoorcollege  
Responsiecollege  
Werkzittingen  
Werkvormen  
Casestudy  
Discussies /debat  
Groepswerk  
Huiswerktaken  
Paper  
Presentatie  


Evaluatie

Periode 1    Studiepunten 3,00

Evaluatievorm
Schriftelijk examen100 %
Open vragen
Gebruik studiemateriaal tijdens evaluatie
ToelichtingTijdens het schriftelijk gesloten boek examen mogen de studenten enkel schrijfgerief gebruiken.
Extra info

Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in het schakelprogramma (3 SP) nemen uitsluitend deel aan de hoorcolleges en het schriftelijk gesloten boek examen.


Tweede examenkans

Evaluatievorm tweede examenkans verschillend van eerste examenkans
Neen
Toelichting evaluatievorm In de tweede zittijd wordt het schriftelijk gesloten boek examen (100%) opnieuw afgelegd in geval van een onvoldoende op dit opleidingsonderdeel in eerste zittijd.
 

Verplicht studiemateriaal
 

De slides van de hoorcolleges, de studieleidraad en aanvullende teksten worden via Blackboard ter beschikking gesteld.

 

Opmerkingen
 

Studenten die dit opleidingsonderdeel volgen in het schakelprogramma (3 SP) nemen uitsluitend deel aan de hoorcolleges en het schriftelijk examen.



Eindcompetenties
schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen/master of transportation sciences
  •  EC 
  • EC1: De afgestudeerde bouwt zelfstandig, zelfsturend en kritisch kennis op. De afgestudeerde is in staat de eigen leerprocessen te plannen, te bewaken, te sturen en te evalueren en zorg te dragen voor eigen (kwaliteits-) controle.

  •  EC 
  • EC2: De afgestudeerde heeft een gedegen kennis en inzicht in de concepten, methodes, en (onderzoeks)technieken van de mobiliteitswetenschappen en past deze adequaat toe.

     
  •  DC 
  • DC6: De student kan de belangrijkste theoretische denkkaders toepassen in de praktijk.

  •  EC 
  • EC3: De afgestudeerde is in staat om op basis van verworven kennis en inzicht te komen tot duurzame oplossingen voor complexe mobiliteitsvraagstukken. Daarnaast benadert de bachelor mobiliteitsproblemen vanuit het ruimere systeem door verbanden te leggen binnen het domein van mobiliteit en in relatie tot andere disciplines.

     
  •  DC 
  • DC3: De student heeft een gedegen interdisciplinaire kennis en inzicht in de belangrijkste theorieën en bevindingen van de verschillende basisdisciplines in mobiliteitswetenschappen.

  •  EC 
  • EC4: De afgestudeerde beschouwt de maatschappij inclusief alle belanghebbenden als belangrijke stakeholder en denkt kritisch na over de maatschappelijke relevantie en consequenties van adviezen en opdrachten.

     
  •  DC 
  • DC1: De student reflecteert over de maatschappelijke relevantie van mobiliteitsgerelateerde onderwerpen.

     
  •  DC 
  • DC2: De student kan naast de maatschappij ook de andere stakeholders (belanghebbenden) en hun specifieke belangen identificeren.

  •  EC 
  • EC5: De afgestudeerde wordt bewustgemaakt van en heeft inzicht in het regionale en internationale beleidskader, de gelijkenissen en verschillen inzake mobiliteitsbeleid. De bachelor wordt gestimuleerd om contacten te leggen met diverse (inter)nationale gesprekspartners inzake mobiliteit.

     
  •  DC 
  • DC1: De student kan relevante beleidskaders identificeren.

  •  EC 
  • EC6: De afgestudeerde is in staat om te communiceren - zowel schriftelijk als mondeling - over zijn vakgebied met wetenschappers uit het eigen of aangrenzende vakgebieden en met brede maatschappelijke groeperingen.

  •  EC 
  • EC8: De afgestudeerde handelt en reflecteert op een ethische en duurzame manier.

     
  •  DC 
  • DC3: De student gaat na wat de impact is op zichzelf, de mens en de maatschappij.

 

  EC = eindcompetenties      DC = deelcompetenties      BC = beoordelingscriteria  
Aangeboden inTolerantie3
schakelprogramma master in de mobiliteitswetenschappen J



1   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 12.2, lid 2.
2   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 15.1, lid 3.
3   Onderwijs-, examen- en rechtspositieregeling art. 16.9, lid 2.