• De student herkent en begrijpt de beginselen van het recht, in het bijzonder de beginselen van het privaatrecht, het publiekrecht en het economisch recht.
• De student kan een onderscheid maken tussen het privaatrecht en het publiekrecht.
• De student kan de beginselen van het recht toelichten en toepassen.
• De student kan de juridische aspecten van maatschappelijke en economische vraagstukken in kaart brengen.

Het betreft een overgangscurriculum. Er worden standaard geen contactmomenten voorzien. De student dient enkel deel te nemen aan de evaluatie.

Het opleidingsonderdeel laat studenten kennismaken met het publiekrecht. Dit rechtsdomein regelt de verhoudingen tussen overheden en burgers, maar ook tussen verschillende overheden onderling.

In het eerste deel van het opleidingsonderdeel komt het staatsrecht aan bod. De studenten maken kennis met de Belgische Grondwet, de Belgische staatsstructuur, de scheiding der machten, de bevoegdheidsverdeling, het gelijkheidsbeginsel, de grondrechten, en de rechtsbescherming van de burger tegen de overheid.

In het tweede deel van het opleidingsonderdeel staat het bestuursrecht centraal. Hierbij worden de studenten ondergedompeld in het concept bestuurshandeling/administratieve rechtshandeling, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, publiek-private samenwerking en overheidsopdrachten.